Menu

Basis

Heden ik, morgen wij

Persoon die in de Bijbel leest en aantekeningen maakt

Wij en zij, ik en jullie, ik en hunnie: allemaal tweedelingen. Maar nu: ik en wij. Als het leven wiskunde was, kon je eenvoudig zeggen dat ik een deelverzameling was van wij, met cirkels die elkaar deels overlappen. Maar gelukkig is het leven ingewikkelder dan wiskunde.

Als mijn opa, die slecht ter been was, ons in Beverwijk kwam opzoeken, zei mijn moeder aan het eind van de avond steevast: ‘Wij brengen je wel even naar het station’, hetgeen betekende: ‘Jan brengt je wel even’. Mijn moeder had geen rijbewijs, wat de verkeersveiligheid in Nederland zeer ten goede is gekomen. Mijn vrouw doet trouwens precies hetzelfde. Maar goed, voor je het weet, word je dus bij een ‘wij’ ingedeeld. Wij Nederlanders, wij beschaafde burgers, wij Alkmaarse kaaskoppen, wij zijn boos/verdrietig/blij/teleurgesteld, wij houden elkaar vast en wij houden allemaal van elkaar.

En hoewel een wij-gevoel over het algemeen als een positieve beleving wordt omschreven (voor ons geestesoog zien we dan feestende voetbalsupporters, of Alkmaarders op 8 oktober) kun je je binnen die ‘wij’ ook wel eens helemaal niet thuis voelen. Wie kent niet de plaatsvervangende schaamte over luidruchtige Nederlandse toeristen in een beschaafd Praags restaurant. Acteur en komiek Groucho Marx kwam met de mooie paradox: ‘Ik weiger me aan te sluiten bij een club die mij als lid zou willen hebben.’ Maar misschien is zelfs daar wel een club voor…

Ik denk zelfs dat je je eigenheid binnen een club gelijkgestemden nog meer wilt benadrukken dan tegenover een ‘jullie’ of een ‘zij’ waar het verschil toch al zichtbaar is. De automatische aanname dat je wel hetzelfde zult denken, voelen en vinden als de rest is belastend. ‘Waar blijf ík dan?’

Dat gevoel leidt hopelijk tot het inzicht dat iedereen in die ‘wij’ met diezelfde vraag rondloopt. En dat leidt dan (hopelijk) weer tot het wederzijdse begrip dat we ons allemáál wat ongemakkelijk voelen als lid van het wij-team; paradoxaal genoeg schept dat dan weer een band. Maar die begint dus bij de erkenning van het eigene in de groep. Ik en wij, het is wel degelijk een tweedeling: heden ik, morgen wij.

Willem van Reijendam is student theologie en schrijver.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken