Korte Metten: “Van de christelijke wereld wordt juist nu lef gevraagd”
Gerechtigheid voor de Palestijnen vraagt om nieuw evenwicht

In de columnreeks Korte Metten werpen onze auteurs een scherp licht op de actualiteit. Deze week blikt Matthijs den Otter terug op het moment waarop zijn geloof begon te schuiven. Wat begon als een zoektocht naar gelijk, werd een pad van twijfel en groei. Twintig jaar later herkent hij diezelfde kramp in christelijke reacties op Gaza. Een hellend vlak? Een instortend kaartenhuis? Misschien is dat precies wat nodig is.
Op zo’n typische druilerige najaarsavond — het zal iets van 2004 zijn geweest — zat ik in de bijkeuken van mijn ouders achter een zoemende monitor. Een jaar of zestien, en fanatiek evangelisch christen. Ik was op een online forum aan het strijden voor een van de fundamenten van mijn geloof: een schepping in zes dagen van 24 uur, zesduizend jaar geleden.
Geen schepping in zes dagen? Een hellend vlak
Ik had net een argument uiteengezet dat ik in een evangelisch boek had gelezen: dat er versteende bomen gevonden waren die door tientallen aardlagen heen liepen, wat zou bewijzen dat dit in één klap gebeurd moest zijn — met de zondvloed. Toen iemand vroeg wat mijn bron eigenlijk was en ik daarop verder ging googlen, kwam ik erachter dat er vrijwel geen overtuigend bewijs voor was. Bewijs voor een oude aarde was er daarentegen in overvloed.
Ik leek terecht te komen op dat beruchte ‘hellend vlak’ waar ik vaak voor gewaarschuwd was: trek één kaart weg, en het hele kaartenhuis stort in
Een botsing tussen mijn geloof en de wetenschap, die ook een deuk in mijn ego veroorzaakte. Zou de aarde dan toch 4,5 miljard jaar oud zijn? Als hij niet in zes dagen geschapen is, is hij dan überhaupt geschapen? En bestaat God dan ook niet? Ik leek terecht te komen op dat beruchte ‘hellend vlak’ waar ik vaak voor gewaarschuwd was: trek één kaart weg, en het hele kaartenhuis stort in.
Verdwijnt de zesdaagse schepping, dan verdwijnt het idee van geschapenheid — en daarmee uiteindelijk God. En dat moest je dus koste wat kost vermijden, zo meende ik.
Hellend vlak-huiver in de discussies over Gaza en Israël
Eenzelfde soort huiver kom ik tegen in de discussies binnen christelijk Nederland over de oorlog in Gaza. Ook daar schuurt het. En dat gevoel herken ik. Net zoals ik ooit ben opgevoed met het idee van een zesdaagse schepping, ben ik opgevoed met een bewondering voor Israël: voor de traditie van de Tenach, het prachtige Hebreeuwse schrift, de rol van het volk Israël in het Oude Testament — en ook voor de staat. Die werd bijna gezien als een soort uitvoeringsmachine van Gods plannen. Een regering kon dan weinig fout doen. Sterker nog: aanmerkingen op beleid werden vaak gezien als geestelijke strijd.
Kritiek op de regering moest je vermijden, want daarmee dreigde de bijzondere rol van Israël in de bijbel te verdwijnen — en daarmee het bestaansrecht van het volk, zo leerde ik.
Als de staat Israël wordt gezien als een uitvoeringsmachine van Gods plannen, kan een regering weinig fout doen
Nieuwe uitdagingen omarmen: een pad van wijsheid
Maar nog even terug naar die zesdaagse schepping. Dat hellend vlak bleek uiteindelijk behoorlijk mee te vallen. De zes dagen van 24 uur zijn voor de meeste christenen geen harde overtuiging meer, maar het idee dát de wereld geschapen is, is nog altijd springlevend. Wetenschappelijke inzichten zijn omarmd — soms worden die zelfs als versterking gezien. Zo betogen sommige theologen dat de evolutietheorie juist een manier is om ons te laten zien dat God doorgaand scheppend bij de wereld betrokken is.
Een verbetering van de theologie dus — een proces dat de Amerikaanse bijbelwetenschapper Pete Enns ‘het Pad van Wijsheid’ noemt. Als je de Bijbel serieus neemt, kom je onvermijdelijk uitdagingen tegen waar het knelt met andere informatie die je hebt. Maar juist die uitdagingen kunnen leiden tot nieuwe inzichten, tot stappen vooruit.
Juist uitdagingen die knellen, kunnen leiden tot nieuwe inzichten, tot stappen vooruit
Zoals ooit voor mij het wetenschappelijk bewijs tegen een zesdaagse schepping te sterk was, zo kan ik nu het leed dat de wijze van oorlog voeren door de Israëlische regering in Gaza veroorzaakt al lange tijd niet meer rijmen met de boodschap van de Bijbel. Het aantal burgerslachtoffers is enorm. Grote groepen dreigen door de blokkade van hulpgoederen aan ondervoeding te sterven. Voor meer dan twee miljoen mensen is het dagelijks leven een hel geworden. NRC schreef recent nog dat alle wetenschappelijke experts het erover eens zijn dat hier sprake is van genocide. Bij zo’n situatie past geen theologie meer waarin het lot van de Palestijnse bevolking wordt weggemoffeld in bijzinnen als: ‘burgerslachtoffers zijn ook erg, maar…’

Mensenrechten en waarheid als weg naar een nieuw evenwicht
De botsing tussen scheppingsleer en wetenschap leidde tot een nieuw evenwicht: de belangrijkste theologische uitgangspunten bleven overeind, maar wel mét het serieus nemen van de feiten. Dat gegeven kan hoop en inspiratie bieden voor een nieuw evenwicht, waarbij gerechtigheid voor de Palestijnen niets hoeft af te doen aan de blijvende erkenning van de speciale rol van het volk Israël in het verhaal van God.
Hoe dat moet?
Door consequent mensenrechten na te streven, en elke situatie te veroordelen waarin die onder druk staan. Door steeds te blijven zoeken naar waarheid. En vooral: door ons te bekommeren om het lot van de weerlozen en kwetsbaren — ongeacht tot welk volk zij behoren. Stuk voor stuk kernwaarden in de Bijbel.
Juist van de christelijke wereld wordt nu lef gevraagd. Om de feiten onder ogen te zien, de spanning te durven aangaan — en te zoeken naar een nieuw evenwicht. Via het Pad van Wijsheid, op weg naar een betere theologie.
Over de auteur
Matthijs den Otter is bestuurskundige, theoloog en metaldrummer. Hij werkt als adviseur inclusie en het tegengaan van radicalisering en polarisatie bij de gemeente Utrecht, en promoveert aan de VU Amsterdam op de rol die geloof in het hiernamaals speelt bij fundamentalisten.