‘Maar jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’
Stel elkaar de vraag van Jezus: ‘Wie zeggen jullie dat Ik ben?’ en er komen heel verschillende antwoorden. De auteurs groeperen ze als drie verschillende stemmen en wegen die. Stel Jezus’ vraag daarna nóg maar eens…
In 2011 tekende Stefan Paas een opmerkelijke ervaring op in het Ouderlingenblad. Leden van de Protestantse Kerk Amsterdam spraken met niet-gelovige jonge mensen over religie en kerk. Met de kerk konden deze jongeren niet zoveel, maar Jezus was oké. Eén van de jongeren kwam met een lumineus idee: ‘De kerk zou iets met Jezus moeten gaan doen. Dan kan het misschien nog iets gaan worden!’ De anderen vonden dat een prima suggestie. Paas schreef dat deze jongeren met hun opmerking de kerk niet terug wilden brengen naar hoe het ooit begon, maar dat ze de kerk adviseerden iets heel nieuws te gaan ondernemen: ‘probeer eens iets nieuws, bijvoorbeeld met Jezus…’.
Dat was en is uiteraard een confronterende ervaring. Het bepaalt de kerk daarmee indringend bij de vraag wie Hij toch is. Hoe wordt de kerk gekleurd door deze Mens bij uitstek? Iedereen die de wereld van de kerk een beetje kent, weet dat de vraag wie Hij is heel verschillend wordt beantwoord. Op welke manier is Jezus heilzaam voor ons? In dit artikel laten we drie verschillende stemmen horen. Daarna plaatsen we er wat kanttekeningen en vragen bij. Zo hopen we bij te dragen aan het nadenken over de vraag die boven dit artikel staat.
Zonder Jezus Christus geen heil
Ons eeuwig wel en wee wordt bepaald door onze verhouding tot Jezus Christus. Buiten Hem om lopen alle wegen letterlijk dood. Alleen via Hem worden we gered van de eeuwige scheiding van God. De kloof die sinds de zondeval tussen de zondige mens en de goede God bestaat, is overbrugd door de kruisdood van Jezus Christus. In Hem zijn we met God verzoend. Hij heeft met Zijn bloed de schuld betaald. De eerste opdracht van de kerken is dan ook om mensen in contact te brengen met Jezus Christus en hen ertoe te brengen Hem als Heer en Verlosser aan te nemen. Want in Hem ligt hun eeuwige bestemming en hun eeuwig geluk. Zonder Hem vaart uiteindelijk niemand wel.
Op welke manier is Jezus heilzaam, voor ons?
Universeel heil door Jezus Christus
Net als bij de eerste positie is Jezus’ sterven en opstaan ook hier een kantelpunt in de wereldgeschiedenis. Maar hier worden de grenzen wel veel breder getrokken. Misschien moeten we hier zelfs helemaal niet meer willen denken in termen van ‘grenzen’. Want het heil is door Jezus juist grenzeloos geworden. Het is inclusief en sluit in principe niemand buiten. God heeft in Jezus de hele wereld met zich verzoend, dus niet alleen het gelovige deel ervan.
Jezus’ dood en opstanding hebben hier ook een beslissende betekenis voor hen die zich die betekenis helemaal niet realiseren. Misschien hebben ze zelfs nooit van Hem gehoord. Ook zij bevinden zich in de best mogelijke handen. Ze hoeven geen eeuwige verlorenheid te vrezen. In deze manier van denken heeft de gemeente een ‘vertegenwoordigende’ functie. Zoals de zuster in een klooster ooit tegen mij (WvI) zei: ‘Als jij nog op bed ligt of je zit te verbijten in de file op de A1, zijn wij voor jou en de wereld aan het bidden.’
‘Als jij nog op bed ligt, zijn wij voor jou en de wereld aan het bidden’
Jezus als inspirator en voorbeeld
In de bovenstaande twee manieren van denken speelt ‘de eeuwigheid’ nog een belangrijke rol, maar in deze derde positie ligt het accent heel sterk op het hier en nu. Het verzoenend werk van Jezus als opening naar ‘de eeuwigheid’ wordt hier minder sterk beleefd. Jezus blijft zeker in beeld, maar wel verschuift de aandacht van zijn lijden en sterven naar zijn leven daarvoor. Soms wordt hier ook eerder gesproken over Jezus van Nazareth dan over Jezus Christus. Hij heeft laten zien wat echt leven is. Jezus is hier ook niet volkomen anders dan welk mens ook. Hij staat in een lange rij van inspirerende mensen die wegen van vrede en gerechtigheid hebben gewezen en deze ook daadwerkelijk zijn gegaan. Het doet denken aan een beeld van Jezus waarvan de handen ontbreken.
Op internet vonden we een tekst bij dat beeld: ‘Christus heeft geen handen, alleen onze handen, om zijn werk vandaag te verrichten.’ Het idee van Jezus als een allesbeslissend kantelpunt in de wereldgeschiedenis leeft hier niet echt.
Verschuivingen in de beleving van Jezus
Het is goed om – wellicht mede aan de hand van de bovenstaande driedeling – eens te praten over wie Jezus voor ons is. De uitnodigende vraag aan de leerlingen boven dit artikel (zie Matteüs 16:15) is ook een vraag aan ons adres. We zien de antwoorden in onze tijd wel verschuiven. Velen kunnen niet meer zo uit de voeten met de eerste manier van geloven en schuiven door naar bijvoorbeeld de tweede manier.
Mensen die onze cultuur willen typeren, schrijven dat we ons meer en meer concentreren op het hier en nu. Een eventuele eeuwigheid – mocht die bestaan – speelt in ons leven eigenlijk geen rol. Het enige dat telt is het hier en nu. Zo komen we ook gemakkelijk uit bij de derde positie. Het is goed om je bij het verschuiven van positie af te vragen wat je dan verliest aan thema’s die in ons leven een rol belangrijke rol spelen. Denk bijvoorbeeld aan vergeving, genoegdoening, eeuwig leven. We plaatsen een paar kanttekeningen bij de drie stemmen.
Het laatste woord aan de waarheid
De eerste stem is confronterend. Dat geldt zeker voor onze tijd waarin we in de samenleving en in onze eigen familie- en vriendenkring veel aardige en lieve mensen tegenkomen die ‘niets met het geloof hebben’. Al die verschillende levensovertuigingen die bij ons binnenkomen, kunnen ons bescheiden of zelfs onzeker maken. Waarom alleen via Jezus (eeuwige) toekomst? Tegelijk is de gedachte dat er geen oordeel is ook lastig te verteren. Met een wereld waarin zoveel mensen het slachtoffer zijn van andere mensen moet toch ook recht gesproken worden?
Voor de Tsjechische theoloog en priester Tomáš Halík is het geloof in een oordeel belangrijk en goed. Gods oordeel is een bevrijdende wetenschap, schrijft hij in zijn boek De nacht van de biechtvader: ‘Eindelijk een keer de hele en werkelijke waarheid over jezelf te weten komen, over je leven en alles wat daarbij hoort. (…) De hoop dat niet wij, maar de waarheid zelf het laatste woord zal hebben, is mij altijd voorgekomen als zeer bevrijdend.’
De gedachte dat er geen oordeel is, is lastig te verteren
Ruimte voor Jezus zelf?
De kloosterzuster brengt de tweede stem prachtig onder woorden. De christen is ook ambassadeur, vertegenwoordiger van Jezus Christus. Stefan Paas schrijft ergens dat de gelovige ook voor zijn buren naar de kerk gaat. Hij neemt ze als het ware in zijn hart daar mee naar toe. Het gaat hier om de priesterlijke functie van elke gelovige. Dat is de kracht van deze tweede stem. Daar komt bij dat het een fijne gedachte is dat uiteindelijk ieder mens mag delen in de liefde van Christus.
Maar vragen zijn er ook. Is het bijvoorbeeld nog de moeite waard mensen met Jezus in contact te brengen? Zouden ze misschien – naast onze voorbede – niet veel meer gediend zijn met een persoonlijke relatie met Hem? Als we het toespitsen op missionair kerk-zijn: is ons missionaire zijn getekend door het verlangen om ruimte te maken voor Jezus Christus zelf of zal de ander het met ons als vertegenwoordiger van Hem moeten blijven doen? Zijn er goede gronden om mensen los van onszelf ‘door te verwijzen’ naar Jezus Christus?
Wij beiden zijn blij dat we niet enkel hoeven teren op het geloof van anderen (hoe mooi en belangrijk die dragende functie van anderen ook is!), maar dat er ooit mensen waren die ons hebben uitgenodigd zelf iets met God en Jezus te krijgen.
‘Het beste komt nog – wie gelooft dat nu? Een christen!’
Bij de derde stem kan de vraag opkomen wat Jezus uiteindelijk onderscheidt van andere goede voorbeelden. Is hij inwisselbaar? Staat hij in een lange rij van leraren van levenskunst of is Hij toch echt anders? En welke betekenis heeft de opstanding van Jezus? Is hij ‘opgestaan in ons en door ons heen’ of is Hij de Levende Heer in ons midden?
Alle kaarten op dit leven?
De concentratie op het hier en nu is ook een punt dat aandacht vraagt. Wat doet het met ons als we alle kaarten zetten op alleen dit leven? Zou het kunnen zijn dat dat het accent op dit leven – alsof het het enige is – vrijwel onvermijdelijk leidt tot druk op de ketel? We kunnen dan denken aan prestatiedruk, burnouts en kreten als YOLO (you only live once) en FOMO (fear of missing out). Als dit leven het enige is dat we hebben, is het immers zaak er ook alles uit te halen, de sterfdatum zoveel als mogelijk naar achteren te schuiven en de tijd van leven maximaal uit te buiten.
De theoloog Wim Dekker zet daar een heel ander geluid tegenover: ‘Het beste komt nog – wie gelooft dat nu? Een christen!’ De christen hoeft dan niet het onderste uit de kan en dat vertaalt zich dan in afwijkend maatschappelijk gedrag. Zo kleurt de eeuwigheid het tijdelijke. De vraag is wel of dat bij gelovigen werkelijk zo werkt. De secularisatie houdt geen halt voor de kerkdeuren. Het zou ook een boeiend onderwerp van gesprek kunnen zijn. Kleurt mijn geloof in een eeuwig leven mijn leven hier en nu en zo ja, hoe dan?
Drie stemmen. Uiteraard zijn er meer. Iedereen heeft een heel eigen beleving van wie Jezus is. En daar is ook niets mis mee. Maar tegelijk: gelukkig ontglipt Hij ons ook steeds weer. We krijgen geen vat op Hem. Dat moet ons ook bescheiden maken. Jezus went nooit, zou je kunnen zeggen. Dat geeft iets ongemakkelijks, maar tegelijk houdt het ons wel in beweging. Hijzelf nodigt ons uit te blijven zoeken naar wie Hij is. Daarom nog eens die vraag aan ons adres: ‘maar jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’
Wilbert van Iperen is classispredikant van de Classis Veluwe.
Sake Stoppels is lector Theologie aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). Beiden zijn tevens lid van de redactie van Ouderlingenblad.