Menu

Basis

Mensen met een beperking in de Bijbel

bijbel

Som ze maar eens op, alle mensen met een beperking waar de Bijbel van vertelt..! Het zijn er heel wat, en heel verschillend. Valt er iets te zeggen over oorzaken en gevolgen? Over hoe die mensen zelf, maar ook de omstanders zo’n beperking beleven? Hoe verschilt de bijbeltijd met de onze, en wat zijn de overeenkomsten?

Een man met een verschrompelde hand in de synagoge, een onvruchtbare vrouw in de tempel, een blinde man aan de kant van de weg, een vrouw met bloedvloeiingen in de menigte, een lamme man in een badhuis, een kromgebogen en bezeten vrouw in de synagoge, een man met huidvraat in de stad, een geesteszieke, geketende man in de grafspelonken aan de oever van een meer, een hinkende aartsvader aan de rivieroever, een aan beide voeten kreupele man aan de tafel van de koning in Jeruzalem, een oude blinde priester in het heiligdom: als je de Bijbel leest kun je niet om mensen met een beperking heen.

Er is vrijwel geen bijbelboek te vinden waarin niet over mensen met beperkingen gesproken wordt: soms letterlijk, vaak ook figuurlijk. Het hebben van een lichamelijke of verstandelijke handicap wordt dus niet verzwegen – of deze nu aangeboren of later ontstaan is (door oorlogsgeweld, een ongeluk, door veroudering…).

In het onderzoek naar het bijbelse spreken over mensen met beperkingen komt de laatste decennia steeds meer nadruk te liggen op het perspectief van de mensen zelf. Als we proberen de Bijbel te lezen met de ogen van doven, met de oren van blinden: Wat zie je dan? Hoe wordt er over het hebben van een beperking gesproken?

Over God en mensen in een taal van andere tijden

Vooraf een paar opmerkingen. Allereerst is het de bijbelschrijvers niet te doen om de ervaringen van mensen met een beperking te belichten. Wat blinden of doven meemaken aan pijn, uitsluiting, armoede of juist opvang en hulp is geen thema op zichzelf. De verhalen staan in dienst van grotere verhalen: het verhaal van God met de aartsvaders en het ontstaan van het volk Israël, het verhaal van de profeten over ongehoorzaamheid aan God en de ballingschap, het verhaal van de Vader die zijn zoon in de wereld zendt tot heil van alle mensen, het verhaal van Jezus van Nazareth die de boodschap van het Koninkrijk van God verkondigt en met wonderen van genezing belichaamt. In deze verhalen spelen onderwerpen als trouw zijn aan God, vertrouwen in Gods beloften, zonde en straf, de macht van God, de missie van Jezus en geloof en navolging de hoofdrol.

In het wereldbeeld van de bijbelschrijvers is Gods hand zichtbaar in gezondheid en voorspoed, maar ook in ziekten en moeiten

Onvruchtbaarheid komt bijvoorbeeld in het boek Genesis voor in het kader van het voortbestaan en de groei van de stammen van Abraham, Isaak en Jakob. God deed een belofte aan Abraham dat zijn nakomelingen talrijk zouden zijn als de sterren aan de hemel (Gen.15:5). Maar Sara, zijn vrouw, leek onvruchtbaar. Twee generaties later roept Rachel, de vrouw van Jakob, tegen haar man uit: ‘Geef mij kinderen, anders ga ik dood!’ (Gen.30:1). Jakob antwoordt boos: ‘Ik ben toch zeker God niet? Hij onthoudt jou het moederschap!’ (Gen.30:2).

Genesis laat zien dat een actief vertrouwen op de beloften van God belangrijk is, ook als dat vertrouwen wordt uitgedaagd door het uitblijven van een zwangerschap. Duidelijk is daarbij ook dat het de overtuiging van de bijbelschrijvers is, dat God de schoot van vrouwen opent en toesluit (Gen.20:17,18). Dit is natuurlijk emotioneel en theologisch een ingrijpende overtuiging voor mensen die ongewenst geen kinderen krijgen.

Dat doet ons tevens beseffen dat de manier waarop wij over beperkingen spreken anders is dan in de tijden waarin de Bijbel is geschreven. Wij denken vaak vanuit een medisch model en hebben allerlei benamingen voor dingen die mankeren aan ons lichaam of in onze hersenen. Het is soms lastig om te begrijpen wat met sommige woorden in de Bijbel wordt bedoeld: is huidvraat lepra en is maanziekte epilepsie? We moeten voorzichtig zijn met het interpreteren vanuit onze eigen diagnostiek.

Het hebben van een lichamelijke of verstandelijke handicap wordt niet verzwegen

Tegelijk is het verleidelijk om vanuit een soort nieuwsgierigheid teksten uit te leggen met onze modellen. Zo wordt Nikodemus (Joh.3) door sommigen gezien als iemand met een stoornis in het autistisch spectrum en zijn er vele suggesties gedaan voor de ‘doorn in het vlees’ van Paulus (2 Kor.12:7). Maar we moeten vaststellen dat we vaak de betekenis gewoon niet weten.

Verder is in het wereldbeeld van de bijbelschrijvers – we zagen dat al even rond het onderwerp kinderloosheid – de hand van God zichtbaar in gezondheid en voorspoed, maar ook in ziekten en moeiten. Ziekten worden in verband gebracht met ongehoorzaamheid aan God en ervaren als een vloek of straf: ‘De HEER zal u treffen met tering en ontstekingen, met koorts en waanzin’ en ‘De HEER zal u treffen met krankzinnigheid, blindheid en verstandsverbijstering ’ (Deut.28:22 en 28).

Door mensen met een beperking of ouders van kinderen met een beperking worden deze teksten als lastig ervaren. God wil toch het goede voor de mens? Jezus heeft ons toch van zonde en schuld verlost? Schiet mijn geloof dan tekort? Tegenover dergelijk teksten zijn er ook andere in de Bijbel, zoals het antwoord van Jezus op de vraag van zijn leerlingen over iemand die blind geboren was ‘Heeft hijzelf gezondigd, of zijn ouders’? Jezus antwoordt ‘Hij niet en zijn ouders ook niet (…), maar Gods werk moet door hem zichtbaar worden’. (Joh.9:2,3). Hoewel Jezus hier de directe band tussen straf op zonde en het hebben van een beperking lijkt door te knippen en de blinde man geneest, maakt de passage duidelijk dat dit wel een algemene overtuiging was in die tijd. Vanaf Mozes is er al de link tussen God en ziekte en beperkingen: ‘De Heer zei: “Wie heeft de mens een mond gegeven? Wie maakt iemand stom of doof, ziende of blind? Wie anders dan ik, de HEER?”’ (Ex.4:11).

Stigma en uitsluiting

De moeite van het hebben van een beperking werd in bijbelse tijden nog vergroot, doordat er sprake was van stigma en uitsluiting. Je werd toch een beetje scheef aangekeken, juist om de thematiek van schuld en straf. Nadat de blindgeborene herhaaldelijk verteld had hoe zijn genezing in z’n werk was gegaan en dat dat toch wel met het werk van God te maken moest hebben, roepen de Joodse leiders van de synagoge: ‘Jij, sinds je geboorte een en al zonde, wil jij ons de les lezen? En ze joegen hem weg.’ (Joh.9:34).

Mensen met sommige huidziekten moesten zich buiten de gemeenschap maar zien te redden: sociale onreinheid kwam bovenop de beperking. Mensen moesten ‘Onrein, onrein’ roepen, apart wonen en buiten het kamp verblijven zolang als de ziekte zichtbaar was (Lev.13:46). Ook Mirjam moet zeven dagen in afzondering leven als ze huidvraat heeft (Num.12:14). Mannen uit het priesterlijke geslacht van Aäron mogen hun taken in het heiligdom niet vervullen als hun lichaam een zichtbaar gebrek vertoont: blindheid, verlamdheid, vergroeiingen, staar, zweren of uitslag, of verpletterde zaadballen sluiten deelname aan het dienstwerk uit (Lev.21:16-23).

We zien ook iemand met ernstige psychische problematiek geïsoleerd leven, tussen de grafspelonken (Marc.5:1-20). De bezetene, die vele stemmen hoorde en zichzelf pijnigde, kon door de gemeenschap zelfs met kettingen niet in bedwang worden gehouden. Doordat Jezus zijn geesten uitdreef, kon hij weer terugkomen in zijn gemeenschap om te vertellen hoe de Heer zich over hem had ontfermd.

Genezing betekent erkenning als mens, opheffing van het lijden, doorbreking van isolement

Hoopvolle teksten

Zo’n genezingsverhaal – waarvan er vele in de Bijbel te vinden zijn – kan hoop geven aan mensen met een beperking. Genezing door Jezus betekent erkenning als mens, opheffing van het lijden en vaak een doorbreking van het sociale isolement. Ook sommige toekomstvisioenen in de profetische boeken zijn een hoopvol tegenwicht tegen allerlei teksten in diezelfde boeken waar blindheid en doofheid vaak staan voor ongehoorzaamheid aan God, het onvermogen tot communicatie met God, zonde. Zo zegt Jes.29:18- 19: ‘Op die dag zullen de doven kunnen horen hoe uit een boek wordt voorgelezen, en blinden zullen met eigen ogen zien, bevrijd van duisternis en donkerheid.’ Zo ook in Jes.35:5,6: ‘Dan worden blinden de ogen geopend, de oren van doven worden ontsloten. Verlamden zullen springen als herten, de mond van stommen zal jubelen.’

Mozes had een spraakgebrek, maar wordt tóch ingezet om de grootste leider van Israël te worden

Betekent dit nu dat de Bijbel leert dat alle mensen met beperkingen in de toekomst genezen zullen zijn? Dat is denk ik niet zo en de nadruk leggen op genezing zou mijns inziens ook geen recht doen aan de ervaringen van mensen met een beperking zelf. Velen die met een beperking geboren zijn, zouden zichzelf niet herkennen zonder beperking. Voor hen zou een toekomst waarin ze zich vrij kunnen bewegen (geen drempels voor iemand met een rolstoel) en gewoon met anderen kunnen communiceren (iedereen kent gebarentaal) goed zijn. Het inrichten van een zorgzame samenleving waarin gezond niet de norm is, maar waarin leefruimte wordt geboden aan mensen die zogenaamd afwijken van wat normaal is, zou onze opdracht zijn. Dit zou zijn in de geest van de beschermingstekst in Lev.19:14: ‘Spreek geen vloek uit over een dove en plaats geen obstakel voor de voeten van een blinde.’ Jezus genas niet iedereen en in andere profetische visioenen blijven blinden gewoon blinden: ‘Blinden laat ik gaan over onbekende wegen, op paden die ze niet kennen voer ik hen; (Jes.42:16). In Jer.31:8,9 keren blinden en lammen samen met zwangere vrouwen terug over een geëffende weg, zodat ze niet kunnen struikelen.

Naast ruimte bieden in plaats van stigmatiseren en uitsluiten, geeft de Bijbel ook nog een andere gedachte. Mozes had een spraakgebrek, hij was ‘traag van tong’. Misschien stotterde hij of had hij hersenletsel, dat hem traag deed spreken. Toch werd hij tegen wil en dank door God ingezet om de grootste leider van Israël te worden en het volk uit Egypte te leiden. Dit verhaal uit Ex.3-4 maakt duidelijk dat een mens niet genezen hoeft te worden om voor God van waarde te zijn. Mensen met beperkingen doen in Gods koninkrijk volop mee.

Dit laatste gezichtspunt lost niet alle vragen over het waarom van beperkingen op – daar zijn bijbelen geloofsgesprekken voor nodig – maar zet wel een dikke streep onder de waarde en waardigheid van mensen met een beperking. Niemand kan en mag gemist worden.

André Mulder is senior onderzoeker bij de Bijzondere leerstoel Diaconaat van de Protestantse Theologische Universiteit.

Tien tips voor samen leven en geloven met mensen met een verstandelijke beperking

1. Denk met een groepje van mensen met en zonder een verstandelijke beperking na over het inclusief maken van activiteiten van de kerk.

2. Leg contact met woongroepen in de omgeving van de kerk om te zien wat samen gedaan kan worden en wat nodig is.

3. Leer van ervaringsdeskundigen over de belevingswereld en gedrag van mensen met een verstandelijke beperking en trek daaruit conclusies voor communicatie en omgang.

4. Nodig mensen met een verstandelijke beperking actief uit met de juiste middelen om mee te helpen in het voorbereiden en organiseren van activiteiten.

5. Denk na over modellen, vormen en inhoud van vieringen als je alle diensten voor iedereen toegankelijk wil laten zijn en oefen hiermee.

6. Onderzoek of er ouders/gezinnen ondersteuning van de diaconie nodig hebben (financieel, praktische hulp, respijtzorg, pastoraal).

7. Geef mensen met een verstandelijke beperking een rol/ verantwoordelijkheid in de gemeente die hun zichtbaarheid vergroot en hun talenten benut.

8. Benoem een ambassadeur van het perspectief van mensen met een verstandelijke beperking in beleidsbepalende organen van de kerk.

9. Organiseer samen met een zorginstelling in de buurt maatjesprojecten. 10. Breng talenten van mensen met een verstandelijke beperking actief over het voetlicht en vergroot daarmee hun sociale netwerk.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken