Menu

Basis

Mijn dagen zijn geteld

Senior man sitting on bench covered with blanket on porch and enjoying fresh air on cold winter day

Na een lange periode van vage klachten en even vage aannames was er ineens een arts die de juiste diagnose stelde: een chronisch-progressieve ziekte die over niet al te lange tijd onherroepelijk zou leiden tot de dood.

Er was opluchting, eindelijk wist hij wat er aan de hand was, het had een naam. Daarna was er daadkracht: als het leven zo eindig was, dan moest er nog van alles gebeuren. Omdat hij niet meer ver vooruit kon kijken, maakte hij iedere dag nuttig. Hij verkocht zijn auto en kocht een kleinere voor zijn vrouw. Hij belde een tuinman en maakte afspraken voor het onderhoud van de tuin. Hij stelde in samenspraak met zijn echtgenote de liturgie samen voor zijn afscheidsdienst. Hij regelde zijn financiën. Hij schreef een brief aan de kinderen waarin hij getuigde van zijn geloof en van zijn liefde voor hen. Met één van zijn kinderen schreef hij zijn levensverhaal. En ondertussen ontving hij bezoek. Hij kende veel mensen. Ze luisterden naar hem en kenden allemaal ook mensen die deze ziekte hadden. Ze vertelden hun verhaal en wensten hem oprecht veel sterkte.

Senior man die op een bankje zit met een deken over hem heen aan het genieten van een koude winterdag
Beeld: Jevtic/iStock.com

Intenser dan ooit

Op een dag had hij alles geregeld. Hij was klaar met het leven. Maar het leven nog niet met hem. Wat nog te doen, in de tijd die voor hem lag? Hij kon elke dag alleen maar hopen op een redelijke dag, en proberen te genieten van een spelletje doen, bezoek of een uitstapje. Hij ging achteruit, zijn conditie nam af. Hij kwam in een rolstoel terecht, sprak moeizaam. Het kringetje om hem heen werd steeds kleiner. Er kwam ruimte voor diep verdriet. Zijn vrouw, zijn kinderen en kleinkinderen, het huis, de tuin, hoe kon hij alles wat hem dierbaar was achterlaten? Hij voelde zich verslagen. Elke dag besefte hij dat zijn dagen waren geteld. Nog één keer maakte hij het voorjaar mee. Het was mooier dan alle andere jaren. Urenlang zat hij warm aangekleed in zijn rolstoel in de tuin en leefde zonder besef van tijd, intenser dan ooit.

… En het was goed

Met dat zijn klachten toenamen werd zijn verlangen naar het einde sterker. Hij had een rotsvast vertrouwen in een leven na de dood. Dat hij daar werd opgewacht, door Jezus, door God zelf. Dat het goed zou zijn. Toen hij merkte dat zijn krachten afnamen, zochten zijn meest dierbaren hem op om rond zijn bed te zitten. Hij nam fluisterend afscheid. Niet lang daarna blies hij zijn laatste adem uit, en het was goed

Tanja Viveen-Molenaar is geestelijk verzorger bij Vivium Zorggroep, verhalenverteller en redactielid van Open Deur.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken