Menu

Basis

Onderscheiden waar het op aankomt

Wandelaar met stok op een pad

Hoe gaan we – ook in onze gemeenten vandaag de dag – om met lastige vragen, problemen, ethische kwesties enz.? In dit artikel wordt een weg gewezen, die zijn bronnen heeft in brieven van de Apostel Paulus.

‘Ik bid dat uw liefde steeds meer aan inzicht en fijnzinnigheid wint, zodat u kunt onderscheiden waar het op aankomt’, schrijft Paulus aan de Filippenzen (hoofdstuk 1:9, NBV21). Onderscheidingsvermogen is in deze verwarrende tijd van groot belang. Als kerkenraad wil je graag weten wat er écht toe doet. Hoe kun je onderscheidingsvermogen ontwikkelen? En wat komt er zoal kijken bij een proces van ‘onderscheiding’ in de gemeente?

Wat hebben we nodig om te kunnen onderscheiden waar het op aankomt? Let op de volgorde in Filippenzen 1:9. Eerst en vooral spreekt Paulus over liefde. Net als de gemeenteleden in Filippi hebben wij het nodig om te groeien in liefde! Het woordje liefde, agapè in het Grieks, staat niet voor ‘warme gevoelens’. Het gaat Paulus om onze gezindheid, de basishouding waarmee we mensen tegemoet treden. Een liefdevolle houding is die van jezelf geven, dienstbaar willen zijn. En tegelijk ook willen ontvangen van de ander. Paulus bidt dat de liefde van de ontvangers van zijn brief steeds meer wint – toeneemt – aan inzicht en fijnzinnigheid. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

Toename in zelfinzicht en in kennis van de ander helpt om te onderscheiden waarop het aankomt

Als je er in liefde voor kiest om in gesprek te blijven – juist ook met degene die jou wat minder ligt – dan krijg je meer inzicht. Je gaat anders, genuanceerder, ‘fijnzinniger’ denken over hem of haar. Er groeit meer begrip. En als je in gesprek blijft, als je in de relatie blijft staan, dan ga je misschien ook anders denken over jezelf. ‘Ach ja, ik heb zelf ook mijn gevoeligheden, stokpaardjes, en blinde vlekken.’ Die toename in zelfinzicht en in kennis van de ander helpt om vervolgens te kunnen onderscheiden waar het op aankomt. Waar komt het dan op aan? Anders gezegd, wat moeten we proberen te onderscheiden?

In zijn Brief aan de Romeinen omschrijft Paulus dit met wat meer woorden. In hoofdstuk 12 vers 2 roept hij de gemeenteleden in Rome op om te ontdekken (letterlijk vertaald: onderscheiden) ‘wat God wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is’. En ook hier wijst Paulus erop dat dit niet vanzelf gaat. Om iets te kunnen ontdekken van het goede – om een glimp op te kunnen vangen van Gods wil – is er eerst iets anders nodig. Namelijk dat onze ‘gezindheid’ wordt vernieuwd. Wat zou hij daarmee bedoelen?

De weg naar binnen

De ‘gezindheid’ van veel Romeinse burgers in Paulus’ tijd was: ik investeer vooral in míjn status en eer. Het was normaal ernaar te streven om jezelf op de kaart te zetten. Bescheidenheid en nederigheid werden niet gezien als positieve karaktereigenschappen.

Luister ik de ander tevoorschijn? Geef ik hem of haar de ruimte?

Daartegenover stelt Paulus dat het onderkennen van Gods wil vraagt om een heel andere mentaliteit. Onderscheiding vraagt om een vernieuwde manier van denken. Hierbij sla je jezelf niet te hoog aan; je kijkt kritisch-realistisch – ‘verstandig’ – naar jezelf (vers 3). En je houdt steeds voor ogen: het gaat niet om mij. Belangrijk is dat we sámen, als lichaam van Christus, ontdekken wat God welgevallig is. Als leden van hetzelfde lichaam hebben we heel verschillende functies die elkaar aanvullen (4-8). Om harmonieus samen te kunnen werken, is het nodig elkaar lief te hebben ‘met de innige liefde van broeders en zusters’ en de ander ‘hoger’ aan te slaan dan jezelf (vers 10). ‘Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot nederigheid’ (vers 16).

Hoe kunnen we deze aansporingen praktisch toepassen? In het samen zoeken naar Gods wil kan het helpen om jezelf eerlijk af te vragen: Luister ik de ander tevoorschijn? Geef ik hem of haar de ruimte? Welke gave zie ik in haar of hem? Welke aanvullende inzichten brengt zij of hij naar voren? En waarin heb ik mogelijk ongelijk, of een blinde vlek? Ben ik bereid om gecorrigeerd te worden?

Kortom, de eerste stap in het proces van onderscheiding is de weg naar binnen. Het onderscheiden van Gods wil vraagt dat we eerst bij onszelf ‘onderscheiden’ waar er mogelijk ruis op de lijn zit. Het kan zomaar zijn dat we erg gehecht zijn aan onze eigen voorkeuren en mening. Of aan onze eigen status, reputatie en eer. Of misschien zijn er bepaalde zorgen en angsten, die het moeilijk voor ons maken om te luisteren? Als we al onze gehechtheden overgeven aan God, dan maakt dit ons vrij om zijn wil te zoeken en te doen (vgl. 1 Petrus 4:2). Wat komt er nog meer kijken bij het onderscheiden?

Geestelijke bezinning

Het onderscheiden van Gods wil kun je typeren als een veelzijdig, beweeglijk en intensief proces van geestelijke bezinning. Middelen hiertoe zijn het samen bijbellezen, bidden en met elkaar praten. Eventueel kunnen ook andere hulpmiddelen worden gebruikt, bijvoorbeeld een vragenlijst rondom ‘waarderende gemeenteopbouw’.

Bidden is erop gericht jezelf los te maken van alles waar je aan vastzit

Wat het gezamenlijke bijbellezen betreft: helpend kan zijn om te kiezen voor een vorm van meditatief lezen, die lijkt op de aloude praktijk van lectio divina. Dat is een langzaam, enigszins gestructureerd, meditatief-biddend ‘herkauwen’ van een bijbelgedeelte. Vaak wordt hiervoor één van de evangeliën gekozen. Lucas 10:1-12 bijvoorbeeld is een rijke passage die kan helpen om meer zicht te krijgen op je missionaire roeping als gemeente. Je kunt dit evangeliegedeelte twee of meer keer hardop laten lezen. Daarna neem je tijd voor persoonlijke reflectie. En vervolgens ga je met elkaar in gesprek (zie voor een praktische handleiding voor lectio divina ook Ouderlingenblad 1143, januari 2023, p. 29-31).

Bij het bidden gaat het er niet om een zegen te vragen over de plannen die we van tevoren al hebben uitgedacht! Bidden is erop gericht jezelf los te maken van alles waar je aan vastzit. En om jezelf open te stellen voor wat God duidelijk wil maken. Bidden helpt om met nieuwe ogen te kunnen kijken naar de realiteit, en om tot nieuwe, creatieve inzichten te komen. Je kunt ook aan God vragen – zoals Paulus ook deed – om méér onderlinge liefde die wordt gekenmerkt door inzicht en fijnzinnigheid.

‘Heilige conversatie’

Kernachtig gezegd is onderscheiding het voeren van een ‘heilige conversatie’. Een conversatie omdat het om een gesprek tussen gelijken gaat. Over en weer verkennen deelnemers hun gevoelens en behoeften hun spirituele en theologische overeenkomsten en verschillen. Deze onderlinge dialoog is vol verhalen, herinneringen, pijn, verlangen en hoop. Van tevoren weet je niet precies hoe het gesprek zal gaan lopen.

Van belang is vooral dat je de ervaringen, verlangens en mening van de ander welkom heet. Dat je probeert elkaar van binnenuit te verstaan, met behoud van je eigen ‘stem’. En dat je ervoor openstaat in en door het contact te veranderen – om te winnen aan inzicht en fijngevoeligheid. De conversatie is heilig omdat het onderlinge gesprek ten diepste gaat over je identiteit als gelovige, zowel persoonlijk als gezamenlijk. Samen ben je op zoek naar betekenis en roeping, naar Gods wens voor de toekomst.

… de ervaringen, verlangens en mening van de ander welkom heten

In Handelingen 15 bijvoorbeeld gaat het om de vraag of ook de niet-Joodse gelovigen zich aan de wet van Mozes zouden moeten houden. Dit was een controversiële en gevoelige kwestie waarover al snel een ‘hevige woordenstrijd’ ontstond (vers 7). Dat was niet zo constructief. Maar de conversatie werd ‘heilig’ toen alle aanwezigen hun mond hielden en men ging luisteren naar verhalen over wat God had gedaan (vers 12). Daarna kwam Jakobus met een frisse interpretatie en toepassing van ‘de woorden van de
profeten’ (vers 15). En ook deze inbreng werd welwillend ontvangen.

Theologisch gezien is de vooronderstelling dat de Heilige Geest spreekt in en door het proces van onderlinge interactie en besluitvorming. ‘In overeenstemming met de heilige Geest hebben wij besloten…’ (vers 28).

Twintig eeuwen later horen we een echo van deze woorden bij Dietrich Bonhoeffer: ‘De gemeenschap van de kerk moet in elk besluit haar vertrouwen stellen op de Heilige Geest, en krachtig geloven dat de Geest aanwezig en werkzaam blijft in de gemeenschap.’ In de conflicten en verwarring rondom het opkomende nazisme was Bonhoeffer intens gericht op het onderzoeken (Prüfung) van Gods wil. Hij besefte hierbij hoe belangrijk het is om te luisteren naar wat er op het grondvlak in de gemeente leeft. Naast luisteren, en vertrouwen op het werk van de Geest, moeten leidinggevenden het onderlinge vertrouwen zien te bevorderen. Onderscheiding vraagt om eerlijkheid, openheid en kwetsbaarheid, ook van jou als leidinggevende.

Tot slot: wat zijn onderwerpen waarover je een heilige conversatie zou willen voeren?

Welke vragen of thema’s?

Het lijkt een open deur, maar toch wordt soms vergeten dat-ie openstaat: het heeft geen zin om Gods wil te onderscheiden als je het antwoord al weet! Een proces van geestelijke bezinning, een heilige conversatie, is niet bedoeld voor routinekwesties of zaken waarover de Bijbel uitsluitsel geeft. Bij onderscheiding gaat het om complexe issues waarover heel verschillende meningen bestaan, ook als het gaat om bijbeluitleg. Denk bijvoorbeeld aan ethische vragen rondom homoseksualiteit of genderdysforie.

Het is wijs om bij zulke gevoelige thema’s niet te vragen naar standpunten en denkbeelden (‘Hoe denk jij hierover?’). Je krijgt meer diepgang en wederzijds begrip – en minder botsende meningen – als iedereen de kans krijgt te vertellen wat haar of zijn ‘autobiografie’ is rondom het betreffende vraagstuk. ‘Wat is mijn verhaal rondom…, wat heb ik zoal meegemaakt? Hoe raakt dit mijn leven? Wat staat er voor mij op het spel?’ Een heilige conversatie kan ook nodig zijn als het gaat om de toekomst van de gemeente.

Helpende vragen hierbij zijn: Hoe zien wij God aan het werk in en buiten de gemeente? Welke gaven heeft God onze gemeente geschonken? Wat is de relatie tussen die gaven en Gods missie in de lokale omgeving?

In dit themanummer kom je vast nog wel andere strategische vragen en invalshoeken tegen. Ik wens jou en jullie als kerkenraad toe dat je mag groeien in inzicht en fijnzinnigheid, en onderlinge liefde!

Robert Doornenbal is oud-gemeentepredikant en tegenwoordig verbonden aan de Academie Theologie van Christelijke Hogeschool Ede. Namens Kerk in Actie werkt hij tevens als gastdocent aan het Luthers Theologisch Seminarie in Hongkong.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken