Menu

Premium

Over de ‘goede overheid’ het gezond verstand en het geweten

Laat ik beginnen met een op het eerste gezicht simpel geval dat ik enkele jaren geleden in mijn praktijk meemaakte: Op een druk punt in Rotterdam, waar twee snelwegen bij elkaar komen, geeft een chauffeur – type ‘law abiding citizen’ – op de snelweg rechts stevig gas om veilig in te weven in een gat op de snelweg links. Nadat hij is ingevoegd, rijdt een motoragent hem achterop en maant hem tot stoppen, omdat de chauffeur volgens de agent 146 km per uur heeft gereden. De chauffeur protesteert en zegt dat de agent dat niet geconstateerd kan hebben, aangezien hij slechts zeer korte tijd achter hem heeft gereden. De chauffeur rijdt in een Mercedes en is bovendien zelf bijzonder opsporingsambtenaar. De agent wordt daarop boos en zegt: ‘We gaan het anders oplossen.’ Vervolgens schrijft de politieagent een mutatierapport, waarin hij de rijgeschiktheid van de chauffeur in twijfel trekt, dat wordt doorgeleid aan het CBR. Het CBR besluit vervolgens dat nader onderzoek moet worden ingesteld naar de geschiktheid van de chauffeur. Hij moet opnieuw rijexamen doen. Dat is in strijd met de regels omdat een eenmalige snelheidsovertreding daarvoor onvoldoende is. Het CBR en de Rechtbank Rotterdam wijzen niettemin en in strijd met de regels zijn protest af in bezwaar en in beroep. De chauffeur zakt de eerste keer voor zijn rijexamen, neemt rijles en slaagt de tweede keer wel. Ruim een jaar later komt de zaak bij de Raad van State, die orde op zaken stelt; er had geen onderzoek naar de rijgeschiktheid gelast mogen worden. Het CBR weigert vervolgens de schade te vergoeden (van de rijlessen en de rechtsbijstand) en moet daartoe via de civiele rechter worden gedwongen; uiteindelijk houdt de man zijn oude rijbewijs en wordt alle schade vergoed. Inmiddels zijn we dan wel drie jaar na het incident.

Lees het hele artikel

Wellicht ook interessant

kast vol met potjes jam
kast vol met potjes jam
Basis

Vijfenveertig soorten jam: over vrijheid in de Hebreeuwse Bijbel

Toon Hermans schreef ooit een liedje waarvan het refrein eindigde met de volgende zinnen:

‘Maar we staan met z’n allen in de file en ze slaan je op je bakkes in de tram. Staat je auto in de stad, wordt je radio gejat, maar we hebben vijfenveertig soorten jam.’

Het liedje gaat over de vrijheid die de moderne consumptiemaatschappij ons belooft. Het is een vrijheid die vooral draait om keuzevrijheid: we hebben ogenschijnlijk oneindig veel mogelijkheden om te doen en te laten wat we willen. Maar, zo dichtte Hermans ironisch, wat betekent die vrijheid als we geconfronteerd worden met vrijheidsinperking, of als geweld, oorlog, haat en demonisering de kop opsteken?

Nieuwe boeken