Paulus en het debat over gender (en meer)
Student in zicht
Aangemoedigd door een kerk waar ze welkom was, ontdekte Ilse Swart een andere manier om de brieven van Paulus te lezen.
Vrouwen mogen geen leiderschapsrol innemen in de kerk en je mag niet praktiserend homo zijn van de Bijbel. Doe je dat toch, dan verzoeken we je vriendelijk via de achterdeur te verdwijnen. En dat deed ik dus, verdwijnen uit de kerk. Niemand vroeg ernaar, ze dachten vast dat ik vanwege mijn studie in Leuven als vanzelfsprekend een andere kerk bezocht.
Maar zo vanzelf sprak dat niet. Als jonge theologiestudent was ik teleurgesteld in de kerk en haar omgang met vrouwen en queers. Per toeval kwam ik in Leuven een kerk tegen die zich openlijk boos maakte over die behandeling van vrouwen en queers (overigens ook over discriminatie, klimaat en armoede). Inmiddels weet ik dat die kerken niet uniek zijn, maar destijds keek ik mijn ogen uit.
In de eerste periode durfde ik niet eens alleen naar de kerk; een kerk die mij wel aanvaardde, het voelde allemaal heel vreemd en onwennig. Maar het werd de heling waarvan ik niet wist dat ik die nodig had. Ik kon leunen op het ritme van de liturgie. Wanneer ik even niet wist of ik kon geloven, sprak de persoon naast mij de geloofswoorden in de liturgie voor mij.
Roeping
In deze kleine gemeenschap werd mijn seksualiteit of gender niet alleen geaccepteerd, ze keek veel verder dan dat. Naar mijn hele persoon. Ze gaf me de ruimte om mijn ervaring van roeping tot het predikantschap te ontdekken en te verkennen.
Deze keer las ik de brief aan Filemon door die nieuwe lens
Ik liep er stage en draaide mee in de kerkenraad. In die kleine anglicaanse gemeenschap in Leuven leerde ik wat het betekent om in een liefdevolle gemeenschap te kunnen groeien en me te ontwikkelen.
Tegelijkertijd werd aan de Evangelisch Theologische Faculteit (ETF) ook een sterk academisch fundament gelegd. De Bijbel, die mij zo vaak was voorgekauwd als beperkend, ging voor mij leven. In het bijzonder raakte ik geïnteresseerd in contextuele bijbelwetenschappen en filosofie. Door de wereld achter de tekst te verkennen ging ik de teksten beter begrijpen.
Dat begon met een sociaal-retorische studie van het boek Filemon in mijn bachelor-scriptie, die ik in mijn master verdiepte middels een sociale identiteitsstudie van hetzelfde boek. Ik ontdekte dat Paulus misschien deconstructiever en transformatiever te werk ging dan mijn vooroordeel over hem deed vermoeden.
Een queer koninkrijk
Na mijn master aan de ETF die ik tijdens COVID afrondde, wilde ik verder met Paulus. Naar aanleiding van die andere Paulus die in beeld kwam door een contextuele lezing, vroeg ik me af of we Paulus niet in het geheel anders kunnen lezen. Want kan Paulus ook begrepen worden als iemand die door de bril van het koninkrijk van God de huidige wereld deconstrueert?
Uiteindelijk kwam ik uit bij een lezing vanuit het apocalyptische element van het koninkrijk van God en de sociale transformatie die ervoor nodig is dat te bereiken. Vervolgens schreef ik een PhD-voorstel om deze thema’s te verkennen. Tegelijkertijd bleef die ervaring van roeping aan me trekken. In 2022 besloot ik de predikantsmaster van de Protestants Theologische Universiteit (PThU) te doen.
Ik wil niet alleen in mijn academische werk bijdragen aan het verwezenlijken en nadenken over Gods koninkrijk, maar ook in de kerk. Uiteindelijk heb ik beide goed kunnen combineren. In mijn masterthesis deed ik namelijk een aanzet om die eerdergenoemde leeswijze toe te passen.
Wederom las ik de brief aan Filemon maar dit keer door die nieuwe lens. Aan de hand van Paulus’ apocalyptische verwachting van een ander rijk kwam er in Filemon een nieuw beeld naar voren.
Ik ontdekte dat dat koninkrijk van God, zoals verwacht door Paulus en geleefd in de personen van Onesimus en Filemon, er verassend queer uitzag. ‘Queer’ wijst op een vorm van nonhiërarchie in brede zin, maar ook op het gebied van gender en seksualiteit.
Met deze leeswijze hoop ik, naast een andere zienswijze voor de bijbelwetenschappen, een ander gebruik van de Bijbel in het kerkelijke debat rondom gender- en seksualiteitsvraagstukken te bereiken. In plaats van geïsoleerde verzen uit hun verband te halen en voor een al dan niet progressieve of conservatieve kar te spannen, wil deze zienswijze in het gepolariseerde debat de bredere verwachting van een andere apocalyptische werkelijkheid voor ogen houden.
Het koninkrijk voorleven
In mijn thesis zag ik hoe Paulus aan Filemon, en daarmee de gemeenschap achter hem, vraagt om over de strikte Romeinse tegenstellingen heen te stappen en een gemeenschap te vormen waarbinnen een slaaf en een meester elkaar kunnen zien als geliefde broeders. Daarmee moet de vroege kerk een atypische werkelijkheid voorleven.
Die apocalyptische opdracht geldt niet alleen voor de ekklesia ten tijde van Paulus
En het is precies dit voorleven, deze ‘prefiguratie’, die het koninkrijk van God hier op aarde hoopt te verwezenlijken. Een apocalyptische opdracht die, mijns inziens, niet alleen geldt voor de ekklesia ten tijde van Paulus. Ook de kerk van vandaag blijft reikhalzend uitzien naar Gods bevrijdende toekomst. Dat stelt mij voor een vraag die predikantschap en academie voor mij nauw met elkaar verbindt, namelijk: wat is de aard van deze prefiguratie?
Ik hoop over deze vraag te kunnen blijven reflecteren, aan de ene kant vanuit een kritische academische reflectie en tegelijkertijd met mijn voeten midden in de complexiteit van de geleefde werkelijkheid van het predikantschap. Helaas ben ik afgelopen jaar net buiten de beurzen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek gevallen, maar ik hoop dat ik mijn PhD toch op een andere manier kan afmaken.
Want de vraag hoe een kerk een gemeenschap vormgeeft die het koninkrijk van God prefigureert, zal in iedere tijd een van haar fundamenteelste vragen zijn. En in iedere tijd zal zij in het beantwoorden van die vraag tegemoet moeten komen aan haar specifieke context.
In onze context zal de kerk daarom een rol moeten spelen in het prefigureren van Gods koninkrijk ten aanzien van sociaal-maatschappelijke thema’s. Dan denk ik aan gender en seksualiteit, maar ook aan armoede, discriminatie, klimaat, medemenselijkheid en polarisatie.
Voor mij begint Gods bevrijdende koninkrijk in het anders lezen van de Bijbel, maar ook daarin dat ik als queer vrouw predikant kan zijn in Gods kerk. Daarmee mag ik misschien iets prefigureren waarvan ik als tiener nooit had durven of kunnen dromen; namelijk een werkelijkheid waarin Gods vrijheid, liefde en genade er in de kerk ook voor mensen als ik zijn.
Ilse Swart heeft een bachelor en master in Godgeleerdheid en Religiewetenschappen aan de ETF en een master Gemeentepredikant en Geestelijke Verzorging van de PThU. Ze werkt aan een PhD in Nieuwe Testament en genderstudies, getiteld: A Queer and Prefigurative Reading of (Deutero-)Pauline Literature.