Privacy en voorbede
Mw. drs. M. de Graaff is als predikant verbonden aan de Protestantse Gemeente ET-10 op Terschelling. Zij is lid van de redactie van Ouderlingenblad
In een gemeente in den lande ligt een aandachtsboek ten behoeve van voorbeden in de hal. Kerkgangers kunnen door de week of op zondagmorgen bij binnenkomst in de kerk een gebedsintentie in het boek schrijven. Voorafgaande aan de dienst ontvangt de voorganger van dienst het geschrevene.
Zo wordt er wekelijks gebeden voor wat er direct leeft in de gemeente en in de harten van mensen. En werd er op die bewuste zondag ook voorbede voor iemand in de gemeente gedaan. Niemand wist wát er met degene, die op dat moment niet in de kerk was, aan de hand was. Meelevende gemeenteleden belden na afloop van de dienst degene voor wie voorbede gedaan was op, om te vragen wat er was en hoe het ging. Anderen wipten even langs. Allemaal goed bedoeld. Alleen, degene om wie het ging wist zélf helemaal niet wat er aan de hand was en ging door het lint toen hij hoorde dat er met naam en toenaam voorbede voor hem gedaan was. Ja, hij was even bij de dokter geweest? So what? Kennelijk had daardoor iemand gedacht dat het geen kwaad kon om eens voor hem te bidden en had een intentie opgeschreven.
Natuurlijk ging men na afloop met betrokkenen het gesprek aan. Maar ja, over zoiets als het gebed wil je natuurlijk geen ‘kwesties’ hebben.
Een gebedenboek met namen heeft alles met iemands privacy te maken en is dus kwetsbaar. Een gebedenboek zonder namen verliest alle richting en is niet persoonlijk. Niet zelden raakt het gebedenboek daardoor weer even snel in onbruik als dat het in gebruik raakte.
Op een gemeenteavond werd het onderwerp in de betreffende gemeente met elkaar gedeeld. Een ouder gemeentelid stond op en herinnerde de gemeente aan het ‘stil gebed’, waarin we alle namen en alle gebeurtenissen voor Gods aangezicht kunnen brengen ‘en God weet, ziet, kent en gedenkt’, zo besloot hij zijn spreken. Is het gebed daarmee onpersoonlijk geworden? Nee, helemaal niet want zo kan alles en iedereen genoemd worden in de veilige en stille ruimte van de binnenkamer, zoals het gebed is bedoeld. De voorganger kan afstemmen met betrokkenen of het wel wenselijk is dat de namen genoemd worden. Zo blijft het gebed een voorbede zoals bedoeld en geen (ongewenst) nieuwsblad.