Spiritualiteit vind je ‘gewoon’ in de natuur
Franciscus van Assisi en het milieu
Voor Corinne Groenendijk is haar regelmatige ‘gewone ommetje’ veranderd naar ‘een bron van spiritualiteit’. De elementen, de natuur, het groen, de aarde dragen bij aan haar bewustwording van haar ‘schepsel-zijn’. Hoe leef je milieuvriendelijk? Franciscus van Assisi hielp haar inzien: ‘Ik mag meewerken met Gods geest, die werkt in de hele schepping.’
Als het zonnig is lopen mijn man en ik vaak langs het kanaal bij onze woonplaats. Hoewel het industrieel is, met schepen die af en aan varen, waan je je er aan het strand. Het water klotst en de zon staat boven het wijde kanaal. In coronatijd liepen we er bijna dagelijks en nog altijd wandelen we regelmatig onze rondjes. Het is fijn om in beweging te komen in dit stukje natuur. De wind in je haren, de zon op je gezicht, en al wandelend kun je van gedachten wisselen. Zo komt er ruimte in mijn hoofd en hart.
Even uitwaaien geeft me letterlijk en figuurlijk adem
Lange tijd heb ik dat wandelen als heel gewoon gezien. Misschien herken je dat wel, het hoorde gewoon bij mijn dagelijks leven. In mijn geloof of spiritualiteit draaide het meer om de ontmoeting met mensen en met God. In de kerk en elders ontmoeten we elkaar, doen we inspiratie op door te vieren en doen we gerechtigheid.
Langzamerhand is dat bij mij verschoven. Ik ontdekte dat even uitwaaien me letterlijk en figuurlijk adem geeft. Het is een bron van spiritualiteit. En dat is niet toevallig. Al doende merkte ik dat wandelen meer betekent: namelijk bewustwording van mijn schepsel-zijn. Ik werd me bewust dat duurzaamheid om meer vraagt dan wat zaken op mijn to-do-lijstje. Het vraagt om duurzaam leven. Ik ontdekte dat mijn spiritualiteit zich uitdrukt in een geïnspireerde en duurzame leefstijl. Tenslotte is natuur als inspiratieplek geen romantisch idee; van Franciscus leerde ik dat ik verbonden ben met alles wat leeft.
Milieubewust
Toen we twintigers waren leefden we milieubewust. We gingen kamperen en wandelen en we richtten ons huishouden milieubewust in. Toen we kinderen kregen betrokken we een groter huis, er kwamen een auto en vele kinderspullen. En we gingen bijvoorbeeld boerenkool met rookworst eten, en hamburgers, want dat deden alle gezinnen. Toen de kinderen een milieuopdracht hadden op school kwamen ze trots melden dat ze ‘alles goed hadden’. Zij kregen geen pakjes drinken en verpakte koeken mee. Daar zeurden ze weleens om, maar nu zagen ze dat dat goed voor het milieu was. We hadden ons huishouden wel milieubewust ingericht, maar we spraken er niet veel over.
Ik ging de verlossing meer zien als herstel van de schepping
Ook in de kerk ging het maar mondjesmaat over het milieu. Vanuit mijn belangstelling voor joods denken en geloven kreeg geloven voor mij meer aardse trekken. Ik leerde de sabbat waarderen als de dag waarop je herdenkt dat God de schepping voltooide en ‘zag dat alles goed was’. Ik ontdekte dat het ‘zitten onder je wijnstok’ en ‘genieten van een glas wijn met de vrouw die je lief is’ een wezenlijke lijn is in de bijbelse spiritualiteit. Theologisch ging ik de verlossing meer en meer zien als herstel van de schepping. Met de belijdeniscatechisanten leerden we in de tijd voor Pasen ‘nee’ zeggen tegen alles wat je afhoudt van goed en gelukkig leven en ‘ja’ zeggen tegen het geloof. We gingen de veertigdagentijd beleven als een tijd om te resetten; even breken met elke avond chips of voortdurend op social media zitten.
Samen met de schepping
Maar nog altijd draaide het in mijn spiritualiteit om de mens; om het zorgen voor elkaar en het doen van gerechtigheid. In de opleiding Geestelijke Begeleiding, waarin ik leerde coachen vanuit de mystieke traditie, maakten we kennis met wat Kees Waaijman (oud-hoogleraar en oud-directeur van het Titus Brandsma Instituut) noemde ‘het omvormingsproces’. Gods liefde werkt op je in, daardoor verander je en sta je meer open voor die liefde. En dat proces herhaalt zich. De eerste stap is dat je je realiseert dat je het leven kríjgt. Je wordt je bewust van je schepsel-zijn.
De eerste stap is dat je je realiseert dat je het leven kríjgt
Tijdens de zondagse wandelingen met man en kinderen begon dat bij me in te dalen. Dat ik leef is niet iets dat lang geleden gebeurde bij mijn geboorte; ook nu krijg ik het leven, en over vijf minuten. Leven is een groot geschenk dat God mij toevertrouwt en hij nodigt me daarmee uit er iets goeds van te maken. Zeker, ook mijn leven is niet perfect. Maar Gods liefde trekt aan mijn hart, en trekt me steeds verder. Zo kan ik worden wie ik mag zijn en kan ik meebouwen aan Gods droom voor de wereld, een wereld van vrede en gerechtigheid.
Ik begon de bomen en de weilanden als heilige ruimte te ervaren. Jezus zegt: ‘Als God de vogels en de bloemen op het veld met zoveel schoonheid bekleedt, hoeveel te meer ook jullie. Maak je dan niet (onnodig) bezorgd.’ Als ik wakker word is de dag al begonnen en ik mag me voegen in die dag. Dat besef maakt alles anders. Ik werk mee met Gods Geest, samen met de hele schepping die leeft. Ik leerde een omgekeerde kijkrichting. In plaats van de wereld te redden als christen, mag ik meewerken met Gods geest, die werkt in de hele schepping.
Ik begon de bomen en de weilanden als heilige ruimte te ervaren
Bij Titus Brandsma las ik een citaat dat me dat duidelijk maakte. Hij zag op een dag de Niagara-watervallen en schreef: ‘Ik zie niet slechts de rijkdom van de natuur van het water, zijn niet te meten potentialiteit, ik zie God werken in het werk van zijn handen en de openbaring van zijn liefde. Niettemin ook mijn oog en oor zijn geboeid en telkens keer ik terug om te zien en te horen.’
Vrolijke en duurzame leefstijl
Toen twee van onze kinderen milieuwetenschappen gingen studeren, vroegen anderen ons waarom dat was. Door die vraag besefte ik dat zorg voor de aarde belangrijker voor me was dan ik dacht. De kinderen zorgden tevens voor een nieuw milieubewustzijn. Dat was soms confronterend. Ze maakten ons duidelijk dat onze generatie heeft gezorgd voor de vervuiling van de aarde en een te groot beroep doet op de natuurlijke reserves van de aarde. En dat hún generatie de komende decennia moet werken aan de oplossing. Hoewel ik dacht ‘goed bezig te zijn’ was ik wel meegegaan in een leefstijl die de grenzen van de aarde overvraagt.
Een mentaliteitsverandering is noodzakelijk
Bij groepsgesprekken in de kerk over duurzaamheid merkte ik dat we het vooral hadden over het scheiden van afval of de aanschaf van een zonnepaneel. ‘Hoe komen we verder en wordt verduurzamen meer dan wat afvinken op je to-do-lijst?’, vroeg ik me af. Ook de milieuambtenaar van de gemeente vertelde me dat haar budget grotendeels opging aan de energietransitie, terwijl vooral een mentaliteitsverandering noodzakelijk is. Daar kan ik vanuit spiritualiteit of geloof een bijdrage aan leveren, realiseerde ik me: door mensen te inspireren tot een vrolijke en duurzame leefstijl die goed te doen is.
Inspiratie bij Franciscus
Ik vond inspiratie bij de middeleeuwse denker en doener Franciscus van Assisi, over wie de paus in zijn leerbrief Laudato si schreef. Franciscus’ spiritualiteit begint bij de vreugde over het leven dat hij ontvangt. Niet dat zijn leven perfect was. Hij had veel strijd, om te beginnen met zijn ouders en de stad, toen hij koos voor een leven in de heuvels, waar hij in Jezus’ voetspoor mensen vertelde over Gods liefde. Hij trad iedereen open tegemoet en groette met de woorden ‘vrede en alle goeds’. Hij trok zich in spannende perioden terug in de kluizen op de berg Subasio, vlak achter Assisi. We gingen met een groep mensen die berg op, een behoorlijke klim. Daar bij die kluizen, gemaakt in spelonken in de rosten, nogal oncomfortabel, tref je op de grond een beeld van Franciscus aan. Je ziet hoe hij rustig kon genieten van alles wat leeft en Gods liefde daarin ervaarde.
Weet je een onderdeel van alles wat leeft
‘Ik ben een kwetsbaar mens dat alles van God ontvangt’, realiseerde Franciscus zich. Daarom kon hij iedereen open en gelijkwaardig ontmoeten, ook bedelaars en gewonden onderweg, ook dieren. Hij ging hij hen als metgezellen ervaren en sprak in zijn Zonnelied over ‘zuster aarde’ en ‘broeder zon’. Hij maakte een wezenlijke overgang in zijn denken, van ‘de natuur die aan onze voeten is gelegd om te gebruiken’, naar ‘je onderdeel weten van alles wat leeft’.
Verbonden met de natuur
Is ‘de natuur als inspiratieplek’ een te romantisch idee? Waar hebben we het over als we ‘natuur’ zeggen? Inderdaad was de natuur in Franciscus’ dagen anders dan nu. Er waren akkers, velden en wegen. De meeste mensen beschouwden de natuur als bedreigend, afgezien van een enkele jager of stroper die wel het woud introk.
We moeten weer terug naar het goed bewaren en bewerken van de aarde
De natuur als recreatieplek is iets van onze tijd. Als stadsmens heb ik me de ogen laten openen door mijn kinderen. Waar ik een mooi weiland zag, zeiden zij: ‘Een groene woestijn, met alleen productiegras.’ En terecht. We leven in het tijdperk van de mens, waarin de mensheid 95% van het aardoppervlak in gebruik heeft om te wonen of als landbouwgrond. Als christenen beschouwen we de aarde als een plek die we mogen bewerken en bewaren als een rentmeester. In kapitalistische termen werd dat: we mogen de aarde gebruiken. En dat hebben we gedaan. Het is belangrijk om weer terug te gaan naar het goed bewaren en bewerken van de aarde.
Kluizenaars als Franciscus leefden altijd al anders. Zij leefden op stille plekken en waren daar verbonden met de natuur. Als ik in de kluizen ben of in de velden rond Assisi, ervaar ook ik hoe Gods vrede de aarde bewoont. Franciscus leert me dat de natuur er niet voor ons is, maar er gewoon is. En wij mogen meedoen.
Corinne Groenendijk is trainer in geïnspireerd verduurzamen, geestelijk begeleider en predikant. Ze schreef het cursusboek Verduur samen met Franciscus. Naar een groene en geïnspireerde leefstijl. Uitgeverij Berne Media, 2022. https://corinnegroenendijk.nl/