Spirituele autobiografie: schrijven in de donkere nacht van de ziel
Het levensverhaal als spiegel van wie je bent en wat je beweegt
Handreiking voor het schrijven van een spirituele autobiografie. Dat heeft een tweeledig karakter: aan de ene kant is het een zoektocht naar wie iemand in het leven geworden is. Aan de andere kant een queeste naar de zin van het leven en naar dat wat ten diepste beweegt.
‘In de gelukkige nacht, in het geheim, toen niemand mij zag
Noch zag ik iets, zonder licht of gids, behalve dat wat brandde in mijn hart.’
Stanza’s van de ziel, Johannes van het Kruis
‘De mensen gaan er op uit om zich te verwonderen over de hoogte van de bergen, de grote golven van de zee, de brede stroming van de rivieren, de uitgestrektheid van de oceaan, de banen van de sterren, en gaan aan zichzelf voorbij.’
Belijdenissen, Augustinus
‘Heer u bent mijn geliefde, mijn hartstocht, mijn vloeiende bron, mijn zon. En ik ben uw spiegel.’
Het vloeiende licht der Godheid, Mechthild van Maagdenburg
Op kruispunten in het leven pakken veel mensen de pen op: bij ingrijpende gebeurtenissen als rouw, verlies, ziekte, of heftige gebeurtenissen en traumatische ervaringen proberen zij via het papier een weg te vinden in hun leven. Soms om de ervaringen van zich af te schrijven. Soms juist om in die ervaringen zichzelf beter te begrijpen en weer vaste grond onder de voeten te voelen. En kracht en perspectief te vinden om het leven opnieuw aan te gaan.
Zoek een rustig plekje en bedenk waar jij behoefte aan hebt als je aan ingrijpende gebeurtenissen in jouw leven denkt. Zou je het liefst alles – tot in detail – van je afschrijven, in de hoop los te kunnen laten? Of zou je juist willen schrijven om te begrijpen hoe deze gebeurtenissen in jouw levensverhaal passen? Waar komt jouw voorkeur vandaan? Schrijf deze – en de volgende – reflecties (beknopt) op.
Verandering en groei
Ingrijpende levensgebeurtenissen kunnen de existentiële grond onder onze voeten wegslaan. Ze dagen ons uit om ons opnieuw tot ons leven te verhouden. En – in termen van existentieel psycholoog Yalom – opnieuw een weg te vinden in bestaande existentiële spanningen zoals dood-leven, vrijheid-verantwoordelijkheid, isolement-verbondenheid, en zin-zinloosheid. Ingrijpende gebeurtenissen confronteren ons met andere woorden met de grote vragen van het leven: Wie ben ik? Waar sta ik? Wat is de zin van het leven? Waardoor word ik ten diepste gedreven? Waarmee voel ik mij ten diepste verbonden? Deze zogenaamde levensvragen kunnen gepaard gaan met diepe vertwijfeling en wanhoop. Ze kunnen echter ook de aanzet zijn voor krachtige transformatieprocessen: in het onder ogen komen van ons mogelijk niet-zijn, in het zoeken naar zin en betekenis, naar onze plek in het groter geheel, en naar verbondenheid met de (A)nder of het andere, kan ruimte ontstaan voor verandering en groei.
Denk opnieuw aan de ingrijpende gebeurtenissen in jouw leven. En neem opnieuw je pen ter hand. Wat deden deze gebeurtenissen met je? Wat begon te schuiven? Welke vragen begon je jezelf te stellen? Herken je vragen over leven en dood? Of over de zin van je leven? Over verbondenheid en isolement? Of vrijheid en verantwoordelijkheid? Wat kom je zo – al reflecterend en schrijvend – op het spoor? Zie je een rode draad?
Mechthild van Magdeburg en Marguerite Porete
Het schrijven van spirituele autobiografische teksten kan ondersteunen in het uithouden van de diepe twijfel en onzekerheid die levensvragen op kunnen roepen. Houvast bieden in het zoeken naar wie wij zijn. En naar wat ons – te midden van alle onzekerheid – ten diepste beweegt en draagt. De spirituele autobiografische geschriften van middeleeuwse mystieke vrouwen zoals Mechthild van Magdeburg en Marguerite Porete bijvoorbeeld, laten een vurig verlangen zien om in hun geschriften de aanwezigheid en betekenis van God te ervaren en te duiden. Maar ook om zichzelf in die ervaring te begrijpen. En spiritueel te ontwikkelen.
Wie ben ik? Waar sta ik? Wat is de zin van het leven?
In hun biografische zoektocht getuigen deze vrouwen van een krachtige innerlijke stem, en geven ze tegelijkertijd blijk van een vertwijfeld zoeken. En juist daar waar deze vrouwen in vertwijfeling lijden aan hun zoektocht, opent zich ruimte voor verandering. En zien we de ontwikkeling van een spiritualiteit waarin de momenten van wanhopig verlangen, strijd en lijden net zo betekenisvol en inzicht-gevend zijn, als de momenten waarin het verlangen naar de volheid van het bestaan wordt vervuld.
Ga weer terug naar de ingrijpende gebeurtenissen in je leven. En naar de rode draad die je daarin hebt ontdekt. Welke kwetsbaarheid herken je hierin? En welke onzekerheid? Waar verlangde je naar? Waar hield je je aan vast? Wie of wat was er voor je? Wat moest – ten koste van alles – overeind blijven?
Augustinus
Augustinus liet in zijn Belijdenissen zien dat de weg naar onszelf óók de weg naar God is. En de weg naar God óók de weg is naar onszelf. Het schrijven van een spirituele autobiografie heeft immers een tweeledig karakter: aan de ene kant is het een zoektocht naar wie iemand in het leven geworden is. En aan de andere kant een queeste naar de zin van het leven en naar dat wat ten diepste beweegt. Deze verhalen zijn in spirituele autobiografieën onmiskenbaar met elkaar verweven. En juist daarom helpen zij met het zoeken naar spirituele grond onder de voeten. Naar wie we zijn in het licht van dat wat ons ten diepste beweegt.
Ga met je gedachten opnieuw terug naar de ingrijpende gebeurtenissen, naar wat door die gebeurtenissen verschoof en kantelde, naar de kwetsbaarheid en onzekerheid die je hierin herkent. Maar ook naar je verlangens. Naar wie er voor je was. Of waar je je aan vast hield. Naar wat móest blijven. En overeind bleef. Zou je op basis hiervan onder woorden kunnen brengen wat de spirituele grond onder jouw leven is? En hoe deze grond onder je voeten je maakt tot wie je bent?
Schrijven kan ondersteunen in het uithouden van twijfel en onzekerheid
Paul Ricoeur
Spirituele autobiografische verhalen en teksten zijn niet alleen zoektochten naar een begrijpen van het zelf in relatie tot de spirituele grond onder het leven. Deze verhalen en teksten zijn ook performatief. Dat wil zeggen, ze formeren het zelf ook in relatie tot die spirituele grond onder het leven. En veranderen wie iemand is.
Voor Paul Ricoeur, de grondlegger van de narrativiteitstheorie, dient een zoektocht naar het zelf in relatie tot de existentiële grond onder onze voeten noodzakelijkerwijs tot stand te komen aan de hand van de verhalen die we over onszelf vertellen. Via het vertellen van verhalen, betoogt Ricoeur, kan niet alleen gereflecteerd worden op de dagelijkse ervaring die erom vráágt om verteld en uitgelegd te worden, maar kunnen alle afzonderlijke elementen uit de dagelijkse ervaring ook tot een betekenisvol geheel worden gemaakt. En kan het verhaal door de verteller worden geïnternaliseerd en in het geleefde leven worden waargemaakt.
Autobiografische verhalen veranderen wie iemand is
Verhalen vertellen doe je echter niet alleen. Je vertelt je verhaal altijd áán iemand en verhalen worden gevormd in reactie op, en in relatie tot de ‘ander’ of het ‘andere dan het zelf’. Je hebt deze ander nodig, betoogt Ricoeur, niet alleen om via de ander op jezelf te reflecteren en jezelf te verantwoorden. Maar ook om je verhaal uit te dragen en daadwerkelijk gestand te doen en te houden. Het zelf, betoogt Ricoeur, wordt zo gevormd in reactie op, en in relatie tot de ander.
Kijk opnieuw naar je reflecties en aantekeningen. Wat zegt dit alles over hoe je hebt leren vertrouwen; op de a(A)nder, of op het leven? Wat zegt dit over hoe jij je hebt leren verbinden, met jezelf en met de a(A)nder? En wat zegt dit over wie jij bent in relatie tot wat je ten diepste beweegt?
Schrijf nu in één A4 hoe je geworden bent wie je bent in het licht van jouw verbondenheid mét, en je vertrouwen óp wat en wie je ten diepste beweegt. Welke verwondering maakt zich nu van je meester? Wat wil je hierover delen met een ander? Met wie wil je dit delen? En wat hoop je dat dit delen met je doet? Of met de ander, of jullie relatie? Wat heb je nodig om dit ook daadwerkelijk doen?
Op deze wijze de pen ter hand te nemen levert je geen voor de hand liggende bespiegelingen op. Maar reflecties die je een spiegel voorhouden. Die je inzicht geven in wat er brandt in je hart. Die je laten kijken in de spiegel van wat je ten diepste beweegt. En die je je laten verwonderen over jezelf. Over de spirituele grond onder je voeten. Over de verwevenheid van jullie verhaal. Die reflecties helpen om deze verwevenheid uit te dragen en gestand te doen.
Lenneke Post is theologe en als docent geestelijke zorg en trauma werkzaam bij de Faculteit Religie en Theologie van de VU. Daarnaast is zij als onderzoeker verbonden aan de dienst Geestelijke verzorging van Amsterdam UMC. Haar onderzoek richt zich op (narratieve) interventies op gebied van religie, levensbeschouwing en zingeving bij ziekte. Contact: h.s.post@vu.nl