Menu

Basis

Stem en spreker

Column

Portret Jaap Goorhuis

Na haar indrukwekkende boek Ik ga leven schreef Lale Gül een tweede boek: Ik ben vrij. Daarin rekent ze af met de onderdrukkende god van haar jeugd, Allah in haar geval, en bevrijdt ze zich van het dwangbuis van alle regels, voorschriften, gebruiken en rituelen waarmee haar leven werd vergald. Nu is ze zonder enig geloof, maar dat vindt ze eigenlijk ook niks. Want hoe weet je dan waartoe wij op aarde zijn, wie je gemaakt heeft, waar je heen gaat? Of er iets is na de dood, goede mensen worden beloond en kwade gestraft? Is alles stom toeval?

In een indrukwekkend vraaggesprek in Trouw (4 januari 2025) stelt ook Natascha van Weezel de vraag aan God. Waar was hij in Auschwitz? ‘Als God almachtig is, waarom laat hij dan toch zoveel mensen lijden?’ Zij verklaart zich agnost, ze weet niet of God bestaat.

Ik word hier zo moe van. Waarom is het theïsme, de gedachte dat God bestaat als ‘iemand ergens’, zo hardnekkig? Sinds de Verlichting (op zijn laatst) weten we toch dat dat onzin is? En uit de Schriften, al veel eerder, weten we: allemaal heidendom. Goden van hout en steen, door mensen gemaakt, voor almachtig versleten, en daar knielen we dan voor neer. Blik op oneindig, verstand op nul. De Schrift leert: ‘Een woord hebt gij gehoord, een gestalte hebt gij niet gezien’ (Deuteronomium 4).

Wat gebeurt er eigenlijk op catechisatie? Worden de catechisanten met dit vrome kluitje het religieuze riet in gestuurd?

Is alles stom toeval?

In een van zijn laatste preken schreef de in 2005 overleden kerkelijk hoogleraar te Leiden Bert ter Schegget: ‘Met de oude God, de garant van de wet, van de waarden en normen, is het gedaan. Niemand van ons, die oprecht is en eerlijk, kan meer in hem geloven. We zijn door de wetenschappelijke en technologische vooruitgang eigenlijk allemaal atheïstisch geworden, zonder uitzondering.’

Dietrich Bonhoeffer, de aan het einde van de Tweede Wereldoorlog op last van Hitler vermoorde Duitse theoloog en verzetsman, schreef: ‘Einen Gott den es gibt, gibt es nicht’: een God die bestaat, bestaat niet.

Gerrit Manenschijn schreef 25 jaar geleden een boek met de titel: God is zo groot dat Hij niet hoeft te bestaan.

Jan Hein Donner, de schaakgrootmeester, zei eens tegen Miskotte: ‘Nu ik begrijp dat God niet bestaat kan ik in Hem geloven.’

Gijs Dingemans schreef over God als de stem van de roepende.

Waar komt die stem vandaan? In 2018 speelde Helmert Woudenberg de eenakter ‘Mozes’. Mozes hoedt de kudde van zijn schoonvader Jetro en komt bij de Horeb, de berg Gods. ‘Hij gaat zitten op een grote steen. Hij schroeft de dop van zijn veldfles af en zet die aan zijn lippen om eruit te drinken. Springt ineens op, gooit de veldfles van zich af en verheft zijn stem. Hij wordt aangesproken door zijn eigen stem, maar is zelf de spreker niet.’

Briljant. Lale en Natascha zouden ermee geholpen zijn denk ik.

Jaap Goorhuis is dominee en woont in Smalle Ee.


Makkelijk mooi
Woord & Dienst 2025, nr. 2

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken