Symbolen en rituelen: onmisbaar als sleutel tot het symbolisch bewustzijn
De Bijbel put uit dezelfde bron als de rituelen, zij heeft de rituelen zelfs nodig om bij die bron te komen. Symbolen en rituelen zijn nodig om tot het symbolisch bewustzijn door te dringen, stelt ritueel- en liturgiedeskundige Ekkehard Muth. ‘Niet de Schrift zelf is de openbaring van God, maar de ervaring die eraan vooraf is gegaan en die naderhand op schrift is gesteld.’
We hebben de rituelen niet dankzij de Bijbel, maar we hebben de Bijbel dankzij de rituelen
In de Reformatie werden vijf van de zeven sacramenten over boord gezet. De reden? Omdat zij geen bijbelse papieren zouden hebben. Alleen doop en avondmaal hebben het gered, want die komen wel degelijk in de Heilige Schrift uitgebreid aan bod. En in één moeite door werden ook alle andere rituelen en symbolen verbannen omdat ook hun oorsprong niet in de Bijbel gevonden kon worden. Dat is natuurlijk het paard achter de wagen spannen. We hebben de rituelen immers niet dankzij de Bijbel, maar we hebben de Bijbel dankzij de rituelen. Hoe zit dat?
Johann Sebastian Bach wordt vaak de vijfde evangelist genoemd. Zijn muziek raakt zelfs bij de meest doorgewinterde atheïst nog een religieuze snaar. Wat de muziek van Bach (of van andere componisten) voor elkaar krijgt, dat doen rituelen ook. Rituelen brengen ons in aanraking met onze religieuze snaar, ook al wisten we niet dat we die überhaupt hadden. Daarom zou ik rituelen en symbolen aanmerken als ‘de zesde evangelist’.
Rituelen en symbolen wil ik aanmerken als ‘de zesde evangelist’
Stel, je hebt vrienden op bezoek. Jullie gaan aan tafel, je vraagt om een moment van stilte en je steekt een kaars aan. En stel, je vraagt achteraf: wat heb je in het licht van de kaars beleefd? Dan zul je de meest uiteenlopende antwoorden krijgen, maar de kans is groot dat alle antwoorden jullie samenzijn aan tafel in een transcendente dimensie zullen plaatsen.
Symbolisch bewustzijn
Rituelen brengen ons in contact met ons symbolisch bewustzijn. Je kunt in het menselijke bewustzijn drie lagen onderscheiden. Ten eerste het empirisch bewustzijn: daarmee nemen we alles waar wat tastbaar en meetbaar is. Ten tweede het conceptueel bewustzijn: dat is de plek waar we logisch nadenken en conclusies trekken. En ten derde het symbolisch bewustzijn. Anders dan bij de eerste twee kun je het symbolisch bewustzijn niet vanuit jezelf benaderen, maar muziek of rituelen kunnen ideeën en voorstellingen in je naar boven halen, waarvan je niet eens wist dat je die had. Je hebt symbolen en rituelen nodig om tot je symbolisch bewustzijn door te dringen.
Aan bovengenoemde tafel zou waarschijnlijk niemand van te voren bedacht hebben dat deze maaltijd überhaupt meer zou kunnen zijn dan een gezellig etentje, maar door het ritueel van de kaars stond het overstijgende opeens wel voor ieders ogen.
Symbolen en rituelen zijn nodig om tot je symbolisch bewustzijn door te dringen
Vergelijk het symbolisch bewustzijn met een ouderwetse diaprojector. De beelden en voorstellingen zitten erin, maar je kunt ze pas zien wanneer de lichtstraal op een projectiescherm valt. In ons voorbeeld is de kaars zo’n projectiescherm. Opeens wordt zichtbaar dat jullie etentje ook een overstijgende dimensie heeft. Rituelen zijn het projectiescherm waarop de voorstellingen en ideeën uit ons symbolisch bewustzijn voor ons zichtbaar worden.
Archetypen
De psychoanalyticus Carl Gustav Jung (1875-1961) identificeerde deze ideeën en voorstellingen als archetypen; oerbeelden uit onze ziel, automatische gedachten- en gevoelspatronen. De archetypen die universeel bij alle mensen te vinden zijn door alle culturen en godsdiensten heen hadden voor hem een transcendente oorsprong. In christelijke termen zou je zeggen, ze zijn ons bij de schepping meegegeven.
De scheppingsverhalen komen voort uit het symbolisch bewustzijn
Om maar bij de schepping te blijven. Niemand is er toen bij geweest. In ons repertoire van archetypen leeft echter de voorstelling dat wij niet alleen een biologische toevalstreffer zijn, maar dat ons bestaan een goddelijke oorsprong heeft. In de joods-christelijke traditie zijn wij begonnen om dit in een scheppingsverhaal tot uitdrukking te brengen. En twee variaties ervan zijn uiteindelijk terecht gekomen in Genesis 1 en 2. Is het historisch zo gebeurd? Niemand die het empirisch gezien heeft en kan navertellen. En conceptueel komen de sterrenkundigen tot heel andere conclusies. Maar wanneer het wonder van de geboorte van een kind je symbolisch bewustzijn raakt, dan weet je het wel zeker: hier is meer aan de hand dan alleen een biologisch voortplantingsproces. De notie vanuit je symbolisch bewustzijn dat dit nieuwe leven een transcendente oorsprong heeft, staat je opeens helder voor ogen. Daarvoor hoef je Genesis trouwens niet eens te kennen, maar in de beide scheppingsverhalen heeft deze archetypische notie een literaire vorm gevonden.
Niet de Bijbel moet vertaald worden naar deze tijd, maar andersom: onze tijd is al lang vertaald naar de Bijbel
De scheppingsverhalen in de Heilige Schrift komen dus voort uit het symbolisch bewustzijn. Sterker nog, we zouden helemaal geen scheppingsmythen kennen, in welke godsdienst ook, wanneer mensen niet ooit begonnen waren om de gewaarwordingen uit hun symbolisch bewustzijn met elkaar te delen en uiteindelijk op schrift te stellen.
John Dominic Crossan
In reformatorische kringen wordt eraan gehecht dat de Schrift geïnspireerd is. Ik kan me niet anders voorstellen dan dat dit proces via het symbolisch bewustzijn gegaan is. Sterker nog, door de beelden en ideeën in ons symbolisch bewustzijn inspireert God ons nog steeds, tot op de dag van vandaag. Dat betekent niet per se dat we de Heilige Schrift alsmaar verder zouden moeten aanvullen, veelmeer staan al onze voorstellingen en ideeën, alle oerbeelden uit ons symbolisch bewustzijn er al in. In psalmen, in gelijkenissen, in mythologische verhalen, in het leven van Jezus zijn ze op schrift gesteld. Vaak denken we dat de Bijbel vertaald moet worden naar deze tijd, maar het is andersom: onze tijd is al lang vertaald naar de Bijbel.
Oude volken vertelden verhalen in symbolische zin en wij zijn zo stom ze letterlijk te nemen
Het verraderlijke aan teksten die zwart op wit op papier staan, is echter dat we gauw geneigd zijn om geschreven woorden als rationele informatie te zien. Het gevaar is groot dat we genoegen nemen met wat de tekst ons empirisch en conceptueel zegt. Dan echter wordt het Woord tot woord en zien we daarin niet meer wat God ons in het symbolisch bewustzijn wil openbaren. Of zoals de Amerikaanse theoloog John Dominic Crossan zegt: ‘Waar het mij om gaat is niet dat deze oude volken letterlijke verhalen vertelden en dat wij nu zo slim zijn ze symbolisch uit te leggen, maar dat zij ze in symbolische zin vertelden en dat wij nu zo stom zijn ze letterlijk te nemen.’ (1)
Paul van Geest
‘Niet de Schrift zelf is de openbaring van God maar de ervaring die eraan vooraf is gegaan en die naderhand op schrift is gesteld.’(2) Rituelen en symbolen die de voorstellingen uit ons symbolisch bewustzijn voor ons zichtbaar maken, brengen ons dus naar dezelfde bron waaruit ook de Schrift ontstaan is. Rituelen vinden hun oorsprong dus niet in de Schrift, maar de Schrift heeft haar oorsprong in de godservaring die door rituelen en symbolen mogelijk gemaakt is.
‘De kerkvaders golden als oude sukkels’
De kerkvaders wisten er alles van. Van Augustinus is bekend dat hij zijn catechisanten eerst de rituelen liet ondergaan en pas daarna in zijn catechese voortborduurde op wat zij daarbij ervaren hadden. In een interview vertelt theoloog en hoogleraar Paul van Geest: ‘De kerkvaders golden als oude sukkels. Ze lezen de Bijbel niet op een analytische manier, stellen niet alleen een koele en klinische diagnose van een probleem. Ze zien de Schrift als een ruimte waarin ervaringen van mensen die God hebben ontmoet zijn doorgegeven. Die geloofservaringen willen zij zich toe-eigenen om weer over te dragen. Voor deze overdracht kozen zij dan ook precies de weg die de mensen die God hebben ontmoet ook gegaan zijn. Net als de schrijvers van de Bijbel die eerst hun godservaring hadden en deze dan vervolgens opschreven, moest de catechisant ook éérst die ervaring ondergaan. In de catechese van de kerkvaders was het ondenkbaar dat men vooraf aan de inwijding het mysterie aangeleerd of uitgelegd zou hebben gekregen. De catechese werd pas gegeven nádat de catechumeen ingewijd was in de mysteries van doopsel, vormsel en eucharistie. Het was een catechese die het mysterie duidde nádat het ervaren was.’
Dienst van de rituelen
In de hitte van de strijd gingen onze voorouders in de Reformatie misschien toch te kort door de bocht. De Schrift put uit dezelfde bron als de rituelen, zij heeft de rituelen zelfs nodig om bij die bron te komen. Om het spreken van de Eeuwige dan te beperken tot de dienst van het woord is eigenlijk een onnodige belemmering. God openbaart zich wellicht nog duidelijker in de dienst van de rituelen.
Ekkehard Muth (1960) is pastor van het Stadsklooster Mariken in Nijmegen. Hij schreef in 2009 het boek De rijkdom van het ritueel en geeft cursussen en workshops over rituelen en liturgie.
Literatuur
- John Dominic Crossan in Tjeu van den Berk, Op de bodem van de ziel, Zoetermeer, 2006, p. 95.
- Ekkehard Muth, De rijkdom van het ritueel, Kampen, 2009, p. 48.
- Moniek Slingerland, Een nieuw leven voor oude sukkels, Trouw 13 juni 2008, IN: Ekkehard Muth, De rijkdom van het ritueel, Kampen, 2009, p. 4