Menu

Basis

Te goed voor deze wereld

Bijbel verstaan

Gods genade wordt door Jona niet als een goede eigenschap gezien. Zijn verhaal geeft ook deze tijd inspiratie om anders te kijken en anders te handelen. Wat weten we van Gods liefde in deze wereld?

‘Ik wist het wel: U bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en bereid het onheil af te wenden. Laat mij maar sterven, Heer: ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven.’
Jona 4:2b en 3

Zondag 8 oktober, de dag na de gruwelijke aanslagen van Hamas in Israël, vierden we in de Oosterkerk te Zeist het Heilig Avondmaal. We hadden gelezen uit het bijbelboek Jona, hoe de profeet het liefste Nineve helemaal verwoest zag. Maar de mensen uit Nineve hadden berouw, bekeerden zich, en God bedacht zich. Geen wraak, geen oordeel, maar genade.

Jona heeft het daar erg moeilijk mee; hij is kwaad en vol bitterheid. Nu zijn vijanden toch mogen blijven leven, wil hij zelf liever dood zijn. Laat mij dan maar doodgaan: ‘Ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven.’ Jona wil bloed zien … desnoods zijn eigen bloed.

Confronterende lezing

Is dat ook niet wat de Palestijnen, de inwoners van Gaza, de Hamas-strijders zeggen: zo valt niet meer te leven, in deze gevangenis, tussen deze muren … laat ons dan maar doodgaan. Om vervolgens uit te roepen, ook tijdens hun moordaanslagen: ‘Allahoe akbar – God is groot.’

Ja, God is groot. Groot is zijn trouw. Groot is zijn liefde. En dat is precies wat Jona Hem verwijt. Ik wist het wel, U bent veel te goed voor deze wereld: ‘U bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en bereid het onheil af te wenden.’

Het was een confronterende lezing die ochtend, na alle berichten en beelden van het bloedbad door Hamas aangericht. En daar kwam de verwachting bij dat Israël nu hard terug zou slaan; noem het zelfverdediging, noem het wraak, noem het onderdrukking, noem het een rechtvaardige actie, noem het … ja wat?

Vraag

En ik vroeg me af die zondag, en vroeg het ook de mensen in de kerk: wat als God vandaag een Jood in Jeruzalem zou vragen om naar Gaza te gaan en daar Hamas op te roepen zich te bekeren? En ook: wat als God vandaag een Palestijn zou roepen en zou vragen om naar de regering in Israël te gaan en op te roepen te stoppen met de bezetting?

Dat is precies wat Jona God verwijt

Wat als er in plaats van een grondoffensief een liefdesoffensief zou komen? Geen wraak maar verandering? Geen nieuw geweld maar een nieuw begin? Wat als die belofte, ooit aan Abraham gedaan, werkelijkheid zal worden: het volk Israël gezegend, om tot zegen te zijn voor álle volken?! Het was een naïeve vraag van mij, zou je kunnen zeggen.

Ja, Israël is uitgekozen, uitverkoren, met de bedoeling om de hele wereld bij God terug te brengen; alle volken op aarde gezegend. Maar het lijkt wel of het tegenovergestelde gebeurd is. Aan het gebeuren is. Komt het ooit nog goed? Om met Reve te zeggen: ‘Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?’ Is er nog hoop voor deze wereld?

Jona die levend uit de vis stapt al biddend tot God.
Als het teken van Jona
Jan Brueghel de Oude Ca. 1595-1596, Alte Pinakothek, München.
Wikimedia Commons

Keuze

Het boek Jona vertelt over een God die verdriet heeft, een God die niet onbeweeglijk is maar van gedachten verandert, een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw. We zijn intussen weer weken verder, en weten hoe Gaza is veranderd in een bloedig strijdtoneel, hoe de mensen daar op de vlucht zijn, van het noorden naar het zuiden, en ook daar niet veilig. We moeten bedenken of we voor Israël of voor Palestina zijn. Of kan het ook beide?

We sturen elkaar ontroerende filmpjes van moslims en joden die samen zingen. We zien bij Buitenhof een rabbijn de hand schudden van een imam, en elkaar later ook omhelzen. We horen bij de klimaatmars de oproep ‘From the river to the sea, Palestine will be free’ en zien hoe ook daar de verdeeldheid in de samenleving mensen van elkaar verwijdert. Is er nog hoop voor deze wereld, hoop op vrede?

Wens

Op zondag 8 oktober hebben we ten slotte samen avondmaal gevierd. We wensten elkaar de vrede van Christus, nu meer dan anders, met tranen in onze ogen. En nog niet eerder sprak ik zo sterk, vol verlangen, met verdriet én hoop, deze bede uit: ‘Maranatha, Heer Jezus, kom spoedig!’

We aten het brood, gebroken zoals het lichaam van een Man die God zijn Vader noemde. Hij stierf aan een kruis: laat mij dan maar sterven, Vader, in uw handen beveel ik mijn geest. Als Jona kwam hij terug, na drie dagen en nachten in het binnenste van de aarde. Als de levende Heer, herkenbaar aan de littekens. Het teken van Jona.

Dat we als kerk bij elkaar komen, rond het Woord, bij brood en wijn, zingend en biddend, huilend en lachend, dat is eigenlijk absurd. Tegen de klippen op, tegen de keer, tegen de draad, tegen de dood en de haat zeggen en zingen: God is goed en genadig, liefdevol, trouw en geduldig, bereid het onheil af te wenden. Het lijkt niet zo, maar ik weet het wel, ik wist het wel en ik zal het weten. Heer, kom spoedig. Maranatha!

Irma Jansen-Kleinjan


Vrede!?
Woord & Dienst 2023, nr. 12

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken