Tot slot: de kern…
Mw. drs. E. Hoebe-de Waard is als gemeentepredikant verbonden aan de Protestantse Gemeente Wageningen. Zij is lid van de redactie van Ouderlingenblad
Het allerbelangrijkste blijft, zo zien we terug in alle artikelen, verbinding. Blijf met elkaar verbonden, blijf in gesprek, blijf elkaar ontmoeten en in de ogen kijken. Communicatie, verbaal en non-verbaal, is van grote waarde.
Het tweede dat van groot belang is, zeker binnen een gemeenschap, is de aandacht voor de indirect betrokkenen. Heb daar echt oog voor! De indirect betrokkenen worden (te) vaak vergeten en niet betrokken bij de oplossing, waardoor conflicten slechts tijdelijk uit het zicht raken om later weer in alle hevigheid, schijnbaar onverwachts, op te duiken. Aan de hand van onderstaande casus zal ik dit illustreren.
Pieter en Judith – jeugdwerk en kerkenraad
Judith is voorzitter van de kerkenraad, zij heeft verschillende functies binnen de kerk gehad en kent ontzettend veel mensen. Pieter is jeugdwerker in de gemeente. Hij heeft een aanstelling voor drie jaar en heeft het jeugdwerk nieuw elan gegeven, tot grote vreugde van velen.
In de kerkenraadsvergadering van oktober wordt de begroting voor het komende jaar besproken. Pieter legt uit waarom het jeugdwerk fors meer geld vraagt: er komen steeds meer jongeren naar activiteiten en er zijn grootse plannen om nieuwe initiatieven te ontwikkelen. De kerkenraad is enthousiast, maar beseft ook dat er onvoldoende ruimte op de begroting is om deze plannen te realiseren. Tijdens het gesprek lopen de emoties hoog op.
Pieter heeft het idee dat zijn plannen niet gedragen worden, dat de kerkenraad zijn werk en daarbij de jeugd, niet op waarde schat. Aan de andere kant hebben kerkenraadsleden het gevoel dat Pieter de jeugd zó belangrijk vindt, dat andere groepen binnen de kerk wel minder geld kunnen krijgen. Ze vinden dat juist híj anderen niet op waarde schat.
Judith besluit als voorzitter om de discussie af te ronden en spreekt af dat zij met Pieter op een ander moment in gesprek gaat en voor een oplossing zal zorgen.
Die avond, na de vergadering, praat Judith na met enkele kerkenraadsleden. Zij vinden allemaal – ook Judith – dat Pieter écht te ver is gegaan. Ook thuis vertelt Judith aan haar man hoe Pieter reageerde. Haar man heeft het er later ook weer over met enkele anderen.
Pieter gaat teleurgesteld naar huis. Daar appt hij de werkgroep jeugd en vertelt hen dat de kerkenraad hen als groep niet belangrijk genoeg vindt om in te investeren. In de appjes die over en weer gaan, laat hij zich onvriendelijk uit over Judith, omdat zij niet de kant van de jeugd koos.
Drie dagen later hebben Judith en Pieter een gesprek. Samen buigen ze zich over de plannen van de jeugd. Pieter legt uit waarom hij geld nodig heeft. Juíst omdat hij weet dat zijn contract volgend jaar eindigt, wil hij nu nog wat zaken goed regelen. Daar is geld voor nodig. Judith laat zien welke mogelijkheden er financieel zijn. Ze blijken samen hetzelfde doel voor ogen te hebben: zorgen voor een kerk waar ieder zich gezien en gekend weet, van jong tot oud. Ze gaan vol energie en met nieuwe plannen uit elkaar.
Ze vergeten echter om hun achterban – de leden van de jeugdgroep, de kerkenraad, het thuisfront – te vertellen van hun gesprek. Ze laten na te vertellen welke oplossing zij samen hebben gevonden én hoe ze tot die oplossing kwamen. Ook zeggen ze niet dat ze in hun gesprekken en appjes met derden de waarheid niet helemaal recht hebben gedaan, maar zaken hebben achtergehouden, of bepaalde gebeurtenissen nét even iets hebben aangedikt…
Een jaar later is er een gemeenteavond, waarop Judith vertelt dat het contract van Pieter eindigt. De mensen van de jeugdraad zien er een complot in: ‘De kerkenraad zet Pieter op straat! Dat werd vorig jaar al duidelijk toen Judith onze plannen boycotte!’ De kerkenraadsleden zeggen daarentegen: ‘Fijn dat hij weg gaat! Dat heeft Judith mooi geregeld. Hij had alleen maar oog voor zijn eigen werk, maar wilde ons werk zo snel mogelijk afbreken’.
Pieter en Judith hebben het nagelaten om gezamenlijk de indirect betrokkenen, hun achterbannen, in te lichten. Zij zijn niet direct betrokken bij het conflict, maar horen er wel over. Je kunt ze vergelijken met het grote deel van een ijsberg dat onder water zit. Je ziet hun betrokkenheid niet direct, maar ze zijn wel degelijk partij. Pieter en Judith vertelden hun achterban wel over hun ergernis, hun frustratie en hun boosheid… Dat deden ze – zoals we dat al snel doen – niet op een helemaal eerlijke en objectieve manier. Hierdoor kregen de indirect betrokkenen een gekleurde én onvolledige kijk op de zaak. Ideeën en vooroordelen werden versterkt, waardoor er maar iets hoefde te gebeuren of de achterban dacht: ‘zie je wel, nu doet hij of zij het wéér!’
Dus…
Blijf communiceren naar je achterban. Doe dat altijd en juíst extra zorgvuldig als het gaat om conflicten.
Communiceer gezamenlijk én zakelijk. Doe dat niet eenmalig, maar meerdere keren, want mensen zijn slechte lezers en hoorders. Beperk je daarbij tot de feitelijke afspraken die gemaakt zijn. Alleen zo kun je voorkomen dat oude zaken keer op keer de kop blijven opsteken…
En heel belangrijk: zoek tijdig hulp als je er met elkaar niet uitkomt. Doe dat op tijd. Bel je classispredikant, of vraag een gesprek aan met iemand uit het college voor de visitatie. Zij helpen om zicht te krijgen op het conflict en ze kunnen betrokken zijn bij het zoeken naar een oplossing. ■