Vakantiestress
Dit jaar had ik mijn vakantie laat in de zomer gepland, geheel tegen mijn gewoonte in. Het is me niet goed bevallen. Meestal slaat de vermoeidheid begin juni toe, en dan zeg ik tegen mijzelf: kom, nog twee weken, dan heb je vakantie. Dat helpt meestal enorm maar dit jaar niet.
Mijn vakantie lag nog twee maanden vooruit. Eerlijk gezegd sleepte ik mij een beetje door de tijd heen. Vooral bij het denkwerk nam de concentratie af, de spanningsboog werd te kort. Ook was ik vergeten mijn ongewone vakantietijd mee te delen aan de vrijwilligers van het wijkpastoraat. Toen we in mei gingen plannen, bleken te veel dragende krachten in dezelfde periode weg te willen. Dat werd een enorm gegoochel en geschuif met data. Het is gelukt, mijn vrijwilligers zijn zo flexibel!
Aan het eind van het liedje bleek dat een dienst voor een bevriende gemeente nu midden in mijn vakantie beland was. Voordat ik op de vakantiefiets stapte, had ik toch alvast de orde van dienst gemaakt. Op de fiets zou ik wel de eerste preekvoorbereiding doen, net zoals ik wel kon mijmeren over de column die ik ergens tijdens mijn fietstocht in zou moeten leveren …
Ontspanning …
Ik moet zeggen dat ik tijdens het fietsen alles weer ben vergeten. Ik denk dat dat op zich een goed teken is: ontspanning ten top.
Mijmeren over de column die ik tijdens mijn fietstocht moet inleveren …
Fietsen langs de Nederlandse rivieren is aan te raden voor elke vermoeide ziel. Uitwaaien op de dijken, staren langs het water naar de Nederlandse binnenvaartschepen, kreunend de dijken opklimmen en zo hard mogelijk er weer af, en met zo veel mogelijk pontjes overvaren. Zo nu en dan een stadje in, waar ik mijn ogen uitkijk omdat ik al een hele tijd niet zoveel mensen hebt gezien.
En vooral in de B&B’s niet vertellen wat mijn beroep is en weinig op mijn telefoon kijken. Alhoewel, die ene meneer belt nu al voor de vierde keer. Zou er iets ernstigs aan de hand zijn? Maar dan kan hij mijn collega toch bellen of de scriba? Ontvangt hij de zondagsbrief eigenlijk wel, of weet hij helemaal niet dat ik weg ben? Zal ik dan toch … nee.
Hoe zou het met de weduwnaar zijn die vorige week zijn vrouw moest begraven? Zal ik … nee. Maar als ik thuiskom, ga ik bij hem langs en ook bij die mevrouw die midden in haar chemokuur zit. Zal ik haar nu even … nee. Vandaag wordt iemand uit mijn gemeente gedoopt in de zee bij Hoek van Holland, een unieke gebeurtenis in onze gemeente. Heb ik zijn adres wel meegenomen om een kaartje te sturen?
De penningmeester van het wijkpastoraat stuurt een whatsapp dat de bank de rekening heeft geblokkeerd. Moet ik iets doen? ‘Nee, natuurlijk niet,’ antwoordt hij: ‘Jij bent op vakantie.’ O ja.
‘Vertel nog eens iets leuks,’ vraag ik mijn fietsgenoot: ‘Iets over de geschiedenis van Xanten misschien, daar ben jij toch eerder geweest? En is het wel zo dat de Rijn bij Lobith ons land binnenkomt?’ Verbaasd kijkt ze me aan en begint te vertellen. Ik kijk om me heen en geniet van het landschap. Het is vakantie!
Katinka Broos is pastor bij de Stichting Wijkpastoraat Rotterdam West.