Een veranderingsproces

Geertje de Vries en Hanna Ploeg-Bouwman hebben intensief samengewerkt bij een kerkelijk veranderingsproces in een middelgrote gemeente, de een als predikant, de ander als veranderkundig adviseur. Wat zijn hun ervaringen?
Veel kerkelijke gemeentes krijgen te maken met veranderingsprocessen. Daaraan kunnen verschillende motieven ten grondslag liggen. Soms gaat het om samenwerking of samenvoeging, gedwongen door financiële of personele nood. Soms wil een gemeente het roer omgooien vanuit een veranderde visie op de toekomst.
Hoe dan ook is zo’n proces spannend. Het woelt van alles om: tradities, gewoontes, verworvenheden en vanzelfsprekendheden. Alles wordt bevraagd. Voor een predikant is het een hele uitdaging om zo’n proces te begeleiden. Vaak besluit een kerkenraad een beroep te doen op adviseurs van buitenaf, die gespecialiseerd zijn in veranderkundige processen.
Hoe werk je als predikant samen met zo’n adviseur? Wat is je eigen rol als theologische professional? Hoe draag je zorg voor de cultuur van een gemeente en kun je deze benutten als factor voor verandering? En ten slotte, maar misschien ook ten eerste: hoe draag je er zorg voor dat dit alles ook een geestelijk proces is en blijft? Dat de Geest er doorheen kan waaien, naast alle zakelijkheid, de emotie en de druk?
Bewoonde herinnering
Binnen een veranderingsproces gaat altijd veel aandacht naar de organisatorische en financiële kanten van de zaak. Terecht, want dat zijn factoren van betekenis. Toch kent een kerkelijk veranderingsproces ook geestelijke aspecten. Het spanningsveld van vreemd en vertrouwd, oud en nieuw, de vraag naar wat bestendig is te midden van wat verandert, heeft bijbelse connotaties. Die kunnen een gemeente helpen om de koers te bepalen en de moed te bewaren.
De theorie van ‘bewoonde herinnering’ heeft ons daarvoor handvaten gegeven. Deze term verwijst naar de rol van de herinnering bij veranderingsprocessen (Hanna Ploeg-Bouwman, Bewoonde herinnering, Utrecht 2019). Wat zit in het hoofd en hart van mensen? Wat zit in de muren van de gemeenschap?
Een cultuur bouwt zich op aan de hand van wat we meenemen uit onze geloofs- en levensgeschiedenis. Er is een gevormde handelingspraktijk met regels, inzichten en principes die in het geheugen zijn gegrift. Waarom worden er in een kerkenraad wel vragen gesteld over de begroting maar meestal niet over de cultuur binnen kerk en kerkenraad? Dat is opmerkelijk want we weten uit onderzoek dat cultuur iets zegt over leiderschap, de wijze van samenwerking en openheid.
Zo wordt verandering minder bedreigend
Bewoonde herinnering geeft betekenis aan drie factoren die cultuur vormen. Ten eerste vormt de fysieke plaats waar we vaak zijn (het kerkgebouw) de context van de heersende beelden, letterlijk en figuurlijk, die als vanzelf binnenkomen. Ten tweede worden via jargon en kerkelijke groepstaal (de liturgie) vaste overtuigingen gevormd in ons geheugen over wat passend is. Ten slotte is er het gedrag (zo doen we dat hier), dat is gebaseerd op overgedragen waarden en normen die als ‘normaal’ worden ervaren.
Er gaat een disciplinerende werking uit van de heersende beelden, waarden, normen, betekenissen en opvattingen van de sociale omgeving. In de theorie wordt dit ‘voice of justice’ genoemd; vasthouden aan eigen waarden, vaak op grond van een rationeel te volgen overtuiging. Soms is er ook sprake van een ’voice of cynicism’: alle veranderinitiatieven afkeuren op basis van praktijkargumenten. ‘Het gaat toch niet lukken.’

Chris Franken, Keulen
Voorganger in het luisteren
Voorgangers nemen in de cultuur van een gemeente een tussenpositie in. Ze verbinden zich ermee, om goed nabij te kunnen zijn in hun werk. Maar ze bewaren ook een zekere distantie. Ze vallen niet samen met de cultuur van de gemeente, om als het moet de gemeente een (profetische) spiegel voor te houden.
In onze samenwerking hebben we gemerkt dat het belangrijk is om ‘voorganger in het luisteren’ te zijn. De verleiding is groot om een deskundigheidspositie in te nemen. Soms heb je zelf allang gezien (denk je) welke oplossing, structuur of samenwerkingsvorm er voor de hand ligt, en wil je de gemeente daarin meenemen. Maar dan loop je het risico de cultuur van de gemeente te veronachtzamen en de mensen juist kwijt te raken.
De kunst is om samen te leren luisteren. Dat gebeurt het beste weg van de vergadertafel. Een van de vormen die we ontwikkelden, waren gezamenlijke bijbelgesprekken als opening van elke vergadering. We lazen samen een stukje uit de Bijbel, met daaraan verbonden de vraag: hoe hoor je dit verhaal in het licht van wat we te bespreken hebben vanavond? De predikant legde niets uit maar luisterde en hielp de deelnemers aan de vergadering te luisteren naar elkaar en naar de Schrift. Zo lazen we over ‘lopen over water’, ‘verontschuldigingen om niet mee te doen’, ‘een thuis maken in een vreemd land’, ‘het huis met vele kamers’ … Deze bijbelgesprekken bleken van grote waarde.
Enerzijds ontdekten we schatten in de Schriften die onvermoed relevant bleken voor wat ons te doen stond. Anderzijds oefenden we ons in luisteren naar elkaar. En het gaf ons taal om te verwoorden wat er op het spel stond. Het is een vorm van ‘elkaar tot spreken horen’, een term gemunt door de Amerikaanse theologe Nelle Morton (The Journey is Home, 1977).
We daagden de mensen ook uit door korte filmpjes te laten zien over veranderen. We stuurden hen op pad om te gaan wandelen en terug te komen met een goed idee. Wat er kan gebeuren in een dergelijk proces, is dat de cultuur niet zo’n gesloten systeem blijkt te zijn als men dacht. De bewoonde herinnering blijkt ruimte te bieden aan nieuwe bewoners, en kan, ook als de meubels anders staan, toch als ‘thuis’ voelen.
Als je erin slaagt met elkaar zo naar je cultuur te kijken, wordt verandering een stuk minder bedreigend.
Leren luisteren is nodig om besluiten te nemen
Macht en invloed
Veranderbereidheid is niet vanzelfsprekend. Cultuur is ‘bewoond’ en tot op zekere hoogte gerelateerd aan macht. Macht heeft in elke cultuur in meer of mindere mate een ideologische dimensie. De concepten die gangbaar zijn, bijvoorbeeld (on)gelijkheid van man en vrouw, legitimeren machtsposities en dienen bepaalde belangen.
Uit onderzoek blijkt dat invloed afhankelijk is van de legitimatie van macht, gezag en de positie die personen innemen. Zo stelt de socioloog Norbert Elias (1897–1990) dat macht mede bepaald wordt door formele en informele spelregels en de bevoegdheden die zijn vastgelegd, zoals bijvoorbeeld in de kerkorde.
Het doet ertoe als je samen als veranderkundig specialist en als voorganger openstaat voor de realiteit van belangen en reflecteert over passende interventies. Zo is leren luisteren belangrijk om met nieuwe taal besluiten te nemen.
Avontuur
De bijbelgesprekken, wandelingen en gesprekken naar aanleiding van filmpjes vormden een heilzame aanvulling op de meer ‘zakelijke’ discussies. De vorm van een gesprek is wezenlijk anders, omdat het daarin niet gaat om overtuigen maar om luisteren. Er is plaats voor tegenstrijdigheden, paradoxen, open eindes. Dit is een goede oefening om zo naar de eigen cultuur te leren luisteren.
Deze luisterhouding speelt ook een rol in de samenwerking tussen de professionals. Het is belangrijk dat je openstaat voor elkaars specifieke deskundigheid, dat je het eens bent over wie eigenaar is van het proces. En dat je lol hebt in het avontuur. Want vanuit luisteren op weg gaan, betekent niet precies weten waar je uitkomt.
Wij hebben het vertrouwen gehad, in het proces, in de gemeente en in elkaar, dat we altijd érgens zouden uitkomen. En dat dat érgens de moeite waard zou zijn.
Geertje de Vries is predikant in de Protestantse Waddengemeente op Texel. In verschillende gemeentes heeft zij ervaring opgedaan met veranderingsprocessen.
Hanna Ploeg-Bouwman is veranderprocesbegeleider, toezichthouder en werkzaam in het publieke domein in de zorg, onderwijs en de kerk.
De auteurs hebben een werkboekje ontwikkeld met materiaal ter ondersteuning van reflectie bij verandering. Het is te bestellen via Hanna Ploeg of Geertje de Vries.