Veelkleurig of verschillig

Mensen zijn zich steeds meer bewust van de eigen ‘kleur’. Maakt dat een gemeente veelkleurig? Of is er nog iets meer nodig?
‘We zijn een veelkleurige gemeente’; op de website van de gemeente waar ik predikant ben, staat het ook. Maar hoeveel kleuren zijn er echt te zien? Of verhullen we met die beschrijving dat we de verschillen die er zijn, liefst onbesproken laten? We zijn toch al veelkleurig, dus hoeven we het er niet meer over te hebben.
‘Ik daag je uit om een regenboogvlag over de liturgische tafel te leggen!’ zei een gemeentelid laatst tegen me, in een gesprek over inclusiviteit. Want word ik als queer persoon niet vooral geduld? Hoeft er vervolgens geen echte aandacht aan besteed te worden? Veel mensen denken dat zo’n regenboogvlag niet meer nodig is. Maar is dat ook zo?
Ik merk dat ik voorzichtig ben, te voorzichtig, om verschillen te benoemen. En om te benoemen hoe mensen als groep in de marge belanden, of als ‘anders’ bekeken worden. Ik schrik terug om bloot te leggen bij mezelf, dat ik vooroordelen koester en mensen uitsluit. Ik houd meer van het idee dat ik ‘veelkleurig’ denk en kijk. Maar is dat ook zo?
Wit
Laten we veelkleurigheid inwisselen voor verschilligheid. Waar we denken veelkleurig te zijn, mogen we verschillig worden. Wat bedoel ik daarmee?
Het risico is dat verschillen onder het tapijt worden geveegd
De Oecumenische Vrouwensynode, waar ik voorzitter van mag zijn, koos voor dit thema bij haar vorige ontmoetingsdag. Als netwerk van vrouwen hebben we veelkleurigheid in onze missie staan. Maar er ontbreken nogal wat kleuren in ons palet. We zijn vooral met witte, vrijzinnige vrouwen op leeftijd.
Onze eigen witheid is een gegeven waar we kritisch over willen nadenken. Wie mag onze agenda bepalen, de onderwerpen die aan bod komen, en wie er aan het woord komen? Wie beschouwen we toch, onbewust, als ‘de ander’ die ‘wij’ aan het woord ‘laten’?

Genderneutraal
Maar ook de vraag naar genderneutraal taalgebruik leverde discussie op. Als er alleen nog genderneutraal gesproken mag worden over mensen, doen we de verschillen dan echt recht? Genderneutrale termen kunnen maken dat de ander zich gezien weet. Maar het risico ervan is dat verschillen tegelijk onder het tapijt worden geveegd: verschillen in macht, in status en acceptatie.
Net als veelkleurigheid kan genderneutraal spreken ingegeven zijn door de behoefte geen risico te lopen en geen fouten te maken. Maar het is ook gemakzuchtig. De vraag is, of degene die over het hoofd gezien wordt, daarmee gediend is.
Is God neutraal? Is Jezus neutraal? Wat doet Jezus anders dan steeds weer kiezen voor degene die over het hoofd wordt gezien of buiten de kring wordt gehouden? Jezus is het voorbeeld van verschilligheid. Hij kiest, is solidair, komt op voor de buitenstaander.
Beter kiezen we voor verschilligheid, waarbij we steeds weer nieuwe verschillen en kleuren durven te ontdekken. Haal bewust mensen met verschillende geaardheid en diversiteit aan kleur op het podium en laat hun verhalen klinken. Maar maak geen van hen daarbij tot ‘de ander’ die het ‘normale’ verhaal mag aanvullen (en daarmee bevestigen).
Er is een eindeloze variatie aan verhalen en perspectieven. Die steeds weer blijven opdiepen is de uitdaging van een kerk die veelkleurig wil zijn.
Rebecca Onderstal is predikant te Houten.