Menu

Basis

Vonken van hoop

Kampvuur
(Beeld: Andris Barbans via iStock)

Met uitspraken als ‘alles gaat voorbij’, ‘ook als het niet goed komt, komt het goed’, en ‘elk nadeel heeft zijn voordeel’ willen we elkaar bemoedigen en hoop bieden. ‘Achter de wolken schijnt de zon’: een zin die talloze malen is uitgesproken, maar haar kracht nooit verliest. Het is een fluistering van verlangen, een belofte die de horizon openhoudt, zelfs wanneer wolken het uitzicht verbergen.

In het verhaal van Jona horen we dezelfde belofte. Jona vlucht voor Gods stem en zoekt zijn toevlucht op zee. Maar de storm steekt op, de golven beuken, de zeelieden smeken om redding. Jona weet wat er moet gebeuren: ‘Gooi mij overboord, dan zal de storm bedaren’. En zo gebeurt het. De zee komt tot rust, de vissers zijn gered. Voor Jona wacht de buik van een grote vis. Drie dagen en nachten verblijft hij daar, gevangen en toch beschermd. Dan, alsof de schepping hem uitspuwt, staat hij op het strand: herboren, klaar om zijn roeping te vervullen.

Een nieuwe morgen

‘Achter de wolken schijnt de zon’ gaat over ondergang en nieuw begin, over duisternis die niet het laatste woord heeft. Zoals ook Jezus na drie dagen opstond uit het graf, wijst dit gezegde naar de hoop dat er méér is dan dit bestaan alleen, dat er achter de dood een andere morgen wacht.

Het leven verloopt eigenlijk nooit in een rechte lijn van donker naar licht. Hoop kan worden onderbroken door pijn, depressie of verlies. Dan lijkt de zon voorgoed verdwenen. Maar juist in die momenten kan een enkel woord, een gebed, een wijs gezegde of de stem van een ander ons optillen. Dit zijn vonken die het smeulende vuur van de hoop opnieuw doen oplaaien.

Vertrouwen

Hoop is het weefsel dat de mens draagt. Soms luid en vurig: een hunkering naar nieuw leven, naar zin, naar een toekomst die openbloeit. Soms stil en haast onzichtbaar: een verlangen naar rust na een lange strijd, naar vrede na een ziekbed. Voor velen heeft hoop te maken met vertrouwen – vertrouwen in een liefdevolle God. Nadat zij was misbruikt, veranderde een vriendin van mij haar naam in Hope (‘hoop): hoop op leven, op geloof, op wat ons overstijgt. Ze tatoeëerde die naam op haar arm, om de hoop nooit meer te vergeten. Ze blijft voor mij een krachtig mens, een getuigenis van veerkracht.

In welke vorm hoop zich ook toont, zij wijst altijd naar het licht. Soms naar de hemel, vaak geworteld in ons eigen geloof. Zij herinnert ons eraan dat niets voorgoed verloren gaat, dat zelfs na de donkerste nacht een morgen wacht. En dat er woorden bestaan – eenvoudig, eeuwenoud – die ons op het juiste moment weer tot leven brengen. De zon zal weer schijnen, en dit te weten brengt mij, zoals de meeste mensen, hoop. Altijd.

Claudia Sarti studeerde Theologie & Religiewetenschappen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. De afgelopen jaren werkte ze als geestelijk verzorger en studentenpastor. Claudia is redactielid van Open Deur.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken