Waken in het middelpunt van de wereld
Vanouds kennen kloosters de praktijk van het waken. Benedictus van Nursia zegt in zijn Regel uit de zesde eeuw: ‘Laten we dus eindelijk wakker worden uit de slaap. Laten we onze ogen openen naar het van God gegeven licht en ons oor te luisteren leggen bij de goddelijke stem die ons elke dag toeroept en waarschuwt’ (Regel van Benedictus, Proloog, 8-9). De nachtwake, een liturgische viering waarin men deze aansporing letterlijk neemt, is hier een praktisch gevolg van.
Wanneer je je leven tot wake maakt, gaat liturgie continu door. Tot op de dag van vandaag worstelen kloosterbewoners met de zware taak om ook op onmogelijke momenten – midden in de nacht – in de kerk aanwezig te zijn. ‘Je went er nooit aan’, zegt een broeder na decennia nacht voor nacht gewaakt te hebben. Waken spoort niet met je natuurlijk neiging. Het betekent veel meer dan ‘de nacht tot dag te maken’ wat in onze feestcultuur veel realistischer klinkt dan een kerkdienst op een nachtelijk uur. Kloosterlijk waken is ook geen wake in de zin van een vreedzame demonstratie waarmee mensen op een politiek precaire plek een statement willen maken. De enige doelen zijn aanwezigheid, wakkerheid en openheid. Wie zijn ogen en oren maar opent, heeft het doel al bereikt, het ‘zoeken naar God’, zoals Sint Benedictus zegt (RB 58,7). En je kiest de plek niet: het gebeurt allemaal binnen een en dezelfde afgesloten ruimte, de letterlijke betekenis van het woord ‘klooster’ (claustrum). Dat spreekt de flexibiliteit van wat wij vandaag gewoonlijk doen, qua vorm en inhoud, behoorlijk tegen. We hebben bijna altijd een aanleiding en een concreet doel wanneer we in actie komen. Waar dit gebeurt, hangt van de aanleiding af. Mis je dan met je kloosterlijke waakzame leven niet de boot? Gaan het leven en de noden van de mensen in je omgeving dan niet aan de kloosterling voorbij? Niet zelden wordt dit soort vragen gesteld wanneer het om de maatschappelijke relevantie van een contemplatief levenspad gaat.
Thomas Merton
De Amerikaanse trappistenmonnik Thomas Merton heeft hiermee zijn hele leven geworsteld. Op een gegeven moment zag hij de flexibiliteit en het permanente activisme niet meer zitten. ‘Het klooster is het middelpunt van de wereld’, schreef hij. Dat betekent natuurlijk niet dat hij niet meer in het leven buiten de kloostermuren geïnteresseerd was. Maar zijn waken was niet meer op het veroveren van terrein gericht. Het ging nu alleen nog maar om contemplatie. De politieke wake werd tot een liturgisch waken, de statements tot psalmen die de mens open maken voor God. Hij werd daarvoor fel bekritiseerd. Ging hij zijn verantwoordelijkheid niet uit de weg? Volgens Merton was het permanente waken van een monnik hét politieke statement bij uitstek, al had het schijnbaar geen effect. Hij schreef: ‘Door mijn monastieke leven en geloftes zeg ik NEE tegen alle concentratiekampen, bombardementen, geënsceneerde politieke processen en moorden. Ik maak de monastieke stilte en protest tegen de leugens van politici en propagandisten’.
Liturgisch waken is in het klooster geen middel om een politiek doel te bereiken. Het dient alleen maar de centripetale beweging naar je eigen middelpunt van de wereld. Daar is het namelijk mogelijk om je oren en ogen voor God te openen. Maar tegelijk kan deze beweging een grote politieke relevantie hebben. Je bent solidair met allen die onrecht lijden. Waken in het middelpunt van de wereld blijft dan iets paradoxaals. Je vlucht uit de wereld (fuga mundi) om de wereld te veranderen. Merton is zijn leven lang trouw gebleven aan het liturgische waken, en met hem ontelbaar veel mensen die in het klooster hun leven tot liturgie maken. Zou het niet ook een uitdaging kunnen zijn om mensen daaraan deel te laten hebben die in nood zijn? Vluchtelingen zouden daarbij welkom kunnen zijn. Alleen, dat zou aan het eigenlijke doel van het kloosterleven geen afbreuk mogen doen: opstaan uit de slaap, ogen en oren openen, opdat ons hele leven een zoektocht is naar God – in ons eigen midden en in de noodlijdende ander.
Thomas Quartier (1972) is monnik van de Sint-Willibrordsabdij in Doetinchem (NL) en directeur van het Benedictijns Centrum voor Liturgische Studies aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Onlangs verscheen van hem: Heilige woede. Monnik zijn, een radicale keuze (Adveniat 2018).