Menu

Premium

Wat is wijsheid?

7e zondag van de Herfst (Spreuken 9:1-18 en Matteüs 25:1-13)

Op het eerste gezicht lijkt de interpretatie van de gelijkenis over de tien bruidsmeisjes eenvoudig genoeg. De bruiloft staat voor het Koninkrijk, de komst van de bruidegom voor de wederkomst van Christus, en de meisjes voor degenen die het Koninkrijk al dan niet zullen binnengaan. Het verhaal is dan een bemoediging en een waarschuwing. Een bemoediging om de moed niet te verliezen, een oproep om zich aan de wijze meisjes te spiegelen en een waarschuwing tegen laksheid en gebrek aan motivatie en focus.

Dit is een geldige insteek die overeenkomt met wat we aan andere vermaningen en verhalen aantreffen over het laatste oordeel, hier aan het einde van het Evangelie. Ze zijn geschreven voor een jonge kerk die worstelt met het uitblijven van de wederkomst en de groeiende afstand tussen kerk en synagoge. Een kerk waar sommigen de moed beginnen te verliezen en hun heil elders zoeken.

Kunnen wachten

Gelovigen, zo vertelt het verhaal ons, zijn mensen die lichtdragers zijn. Mensen van de lange adem die vooruitdenken, die weten dat het van (eeuwig) levensbelang is om hun kruiken gevuld te houden met Gods woord en wijsheid. Mensen die kunnen wachten, trouw aan hun Heer en sterk in hun geloof. Mensen wier huis gebouwd is rond de zeven zuilen van volmaakte wijsheid op de fundering van de Schriften (Spreuken 9:1). Thema’s die overeenkomen met wat elders in het Evangelie ook al aan de orde is geweest. In de Bergrede bijvoorbeeld, waar gelovigen worden aangemoedigd lichtdragers te zijn (Matteüs 5:16), het verhaal van de wijze en dwaze huizenbouwers (7:24-26) en het verhaal over de bruiloftsgast die zonder bruiloftskleren op het feest verschijnt (22:1-14). Een duidelijke, simpele boodschap die mensen ook nu, in een tijd waarin de kerk opnieuw onder druk staat, kan aanspreken. Maar zoals dat vaker gebeurt met een gelijkenis, is het bij nader inzien misschien toch niet zo simpel als het lijkt.

Tien meisjes wachten, in het donker, en alleen. Ze worden moe, vallen in slaap, en hun olie raakt op, hun fakkels gaan uit. Als gelovigen kunnen we ons soms zo voelen als die meisjes buiten, in het donker en alleen. Wachtend. Moe en bezig op te branden. Wat hebben we nog te delen? Waar halen we de olie vandaan die we nodig hebben om ons licht brandend te houden? We zien anderen weglopen en hun heil elders zoeken; en zelf hebben we misschien ook het gevoel dat we dwalende zijn, door de nacht, buiten, in het donker, zoekend naar inspiratie en richting voor ons geloof. De kerk is voor velen niet langer een plek waar de deur naar warmte en licht vanzelfsprekend wijd open staat. Waar het feest is en waar enthousiast en ruimhartig gedeeld wordt. Integendeel, voor velen is het een plek geworden die meer vragen oproept dan antwoorden geeft.

Kan geloof opraken?

De bruidegom verschijnt pas na middernacht. Diezelfde bruidegom sluit de deuren en ontzegt gasten en zelfs bruidsmeisjes de toegang. Meisjes die buiten hebben gewacht tot na middernacht en lang na sluitingstijd op weg zijn gegaan om olie te kopen. Een Joodse dorpsbruiloft die achter gesloten deuren plaatsvindt? Meisjes die alleen buiten gelaten worden? Onwaarschijnlijk. Het klopt niet met wat ons over die tijd en cultuur bekend is. Is dit zoals het Koninkrijk van God is? Hoe de komst van de Messias eruit zal zien? Zouden we Jezus niet eerder buiten verwachten, in het donker, bij wat verloren dreigt te raken? Of zijn er toch grenzen aan Gods genade? Is dat wat dit verhaal ons vertelt? Is er een moment waarop dwaasheid, keuzes die we maken, onomkeerbare consequenties kunnen hebben? Wat was er gebeurd als de vijf zonder olie niet weggelopen waren, maar gebleven waren, vertrouwend op genade? Zou dat verschil hebben gemaakt? En hoe zit het met de vijf die weigeren te delen? Kan geloof, kan wijsheid, opraken als je ervan deelt? Bij nader onderzoek is het verhaal vol tegenstrijdigheden en vragen.

Waar is Gods wijsheid thuis?

De realiteit van wachten, vermoeidheid, opbranden en leegraken is ons niet vreemd. Het beeld van Jezus, van God die maar op zich laat wachten, ook niet. En misschien zelfs het gevoel dat we op de een of andere manier de connectie tot de warmte en het feest binnen verloren zijn, ook niet. Maar het beeld van Jezus, van God, die ons kortaf zou wegsturen als we moe, leeg en opgebrand aankloppen is moeilijk te verteren en strijdig met de boodschap van het Evangelie elders. Gesloten deuren vinden en moe en leeg weggestuurd worden was wel en traumatische ervaring die de gemeente van Matteüs kende. De scheiding tussen synagoge en kerk was voor hen pijnlijk en verwarrend. Wie viel binnen en wie buiten Gods genadige aanwezigheid? Wie had haar kruik uiteindelijk met ware wijsheid gevuld? Waar is Gods wijsheid thuis? Wie wordt geleid door Gods licht en waarheid? En hoe kun je dat weten? Vragen die mensen ook nu bezighouden. In het verhaal komt hier pas na middernacht duidelijkheid over, met de bruidegom die onwaarschijnlijk laat komt opdagen, nadat alle licht is uitgegaan en iedereen door vermoeidheid overmand is geraakt. Vijf meisjes hebben een extra kruikje olie meegenomen. Gevuld met wijsheid, trouw, geloof, of waar die olie in het verhaal ook maar precies voor staan mag. Vijf anderen hebben geen reserves om uit te putten en lopen weg om elders bij te tanken. De deur gaat dicht. Onverbiddelijk. Een waarschuwing? Of een bemoediging? Om te blijven hopen en vertrouwen, in het donker van de nacht, voorbij de uitputting, voorbij de twijfel, voorbij de doodsslaap zelfs, op de komst van het licht. Er blijven vragen. En misschien is dat de kracht van dit verhaal.

Deze exegese is opgesteld door Anneke Oppewal.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken