Menu

Premium

13.1. Wie de Heilige Geest is en wat Hij doet

Zie ook

Heidelbergse Catechismus

Vraag 53: Wat gelooft u over de Heilige Geest?

Antwoord: Ten eerste dat Hij samen met de Vader en de Zoon waarachtig en eeuwig God is. Ten tweede dat Hij ook mij gegeven is om mij door een oprecht geloof deel te laten hebben aan Christus en al Zijn weldaden, mij te troosten en eeuwig met mij te blijven.

In de catechismus komen persoon en werk van de Heilige Geest ook aan de orde in vraag en antwoord 1, 8, 21, 31, 49, 65, 70, 76, 86, 115 en 116. In de Nederlandse Geloofsbelijdenis kan men terecht in artikel 8, 11, 22, 24 en 27. In de Dordtse Leerregels vindt men aandacht voor de Heilige Geest in hoofdstuk III/IV artikel 6, 11 en 16, en hoofdstuk V artikel 6 en 10.

Relatie van het thema tot het hoofdthema

Er is vaak kritiek geuit dat de HC veel te beknopt is over de Heilige Geest. Deze kritiek wordt genuanceerd als we zien dat Zijn naam 38 keer in de catechismus wordt genoemd. Dit tekent de hoeveelheid thema’s die aan de orde komen bij het nadenken over de Heilige Geest. In veel onderdelen van de christelijke leer komt de Heilige Geest ter sprake: bij de schepping en haar vernieuwing, bij de Schriften en hun verstaan, bij de verkondiging en de ambten, bij geloof, gebed en de leiding van de Heer. In de leerdiensten moeten keuzes gemaakt worden. Deze schets concentreert zich op de missie van de Geest: het gaat Hem om Jezus Christus.

De leefwereld van de hoorder

Pinksteren hoort tot de kernfeesten van de kerk. De betekenis ervan is buiten de christelijke wereld volstrekt onbekend. In 2013 bleek 58 procent van de Nederlanders niet te weten wat de betekenis van Pinksteren is. Van de overige 42 procent zijn er ook veel die er een vaag beeld van hebben. Het blijkt niet gemakkelijk om aan belangstellenden uit te leggen wie de Heilige Geest is. Er zijn minder concrete verhalen te vertellen dan over Jezus Christus.

In de wereld is weer wat meer aandacht voor ‘het religieuze’ dan in het verleden. Er wordt erkend dat er meer is tussen hemel en aarde, inclusief engelen, geesten en machten. Spreken over de Heilige Geest wordt gemakkelijk op deze religieuze manier opgevat. Dit is niet altijd bijbels, maar geeft wel aanknopingspunten. Tegelijk speelt het geestelijke in het publieke domein van wetenschap en politiek geen enkele rol.

Onder gelovigen is veel verschil van perspectief wat betreft de Heilige Geest. Waar het voor de een vaag onderdeel is van het christelijk geloof, getuigt een ander enthousiast over allerlei ervaringen met Gods Geest. Nog een stap verder gaan gelovigen die hun eigen handelen of spreken identificeren met dat van de Geest. Dat roept bij anderen weer vervreemding op.

Met het oog op de tieners

Bij tieners groeit aandacht en interesse in de geestenwereld. In veel films wordt het bovennatuurlijke gesuggereerd. Dat maakt het spreken over dé Heilige Geest er niet makkelijker op.

Er is soms scepsis als voorbeelden van het werk van de Heilige Geest worden genoemd, omdat het soms lijkt dat de Heilige Geest geclaimd wordt binnen het eigen perspectief. Jongeren maken dat niet altijd mee, of zien alleen natuurlijke verklaringen voor bepaalde gebeurtenissen.

Dat heeft ook te maken met een ‘feel good’-mentaliteit: tegenwoordig moet alles goed voelen. Dat heeft ook zijn weerslag op het geloof, in dit geval in het denken over de Heilige Geest. Tieners willen ook als het om het geloof gaat soms liefst een warm gevoel, of kippenvel en rillingen, of uit hun dak gaan. Deze gevoelens worden geassocieerd met de aanwezigheid of werking van de Heilige Geest.

Tieners horen ook over bijzondere manifestaties van de Heilige Geest in evangelische kringen. Ze vragen zich (vaak hardop) af: waarom gebeuren die bij ons niet? Of ze zijn zelf in een evangelische dienst geweest en ‘voelden’ toen de aanwezigheid van de Heilige Geest. Die zouden ze veel vaker willen ervaren en ze geven vaak aan dat te missen in hun eigen gemeente.

De diverse visies (of misschien beter gezegd: spraakverwarring) van kerken op (de gaven van) de Heilige Geest, maakt het voor tieners lastig om een eigen mening te vormen over dit onderwerp.

Met het oog op de kinderen

Het is lastig om dit onderwerp dicht bij de leefwereld van kinderen te krijgen. Enerzijds staan kinderen vaak open voor het magische en mysterieuze. Ze stellen ook nog niet overal kritische vragen bij. Anderzijds is het voor veel volwassenen al ingewikkeld om te begrijpen Wie de Heilige Geest is en wat Hij doet, laat staan voor kinderen. Kinderen zijn daarnaast nog niet in staat om abstract te denken.

Toch delen kinderen in de Heilige Geest, zoals ook blijkt uit het doopformulier. Hij verzekert ons dat Hij in ons wil wonen en ons wil schenken wat wij in Christus hebben. Daar zit geen leeftijdsgrens aan.

Uitleg

H.C. Marchant noemt in Kennen en vertrouwen (p. 178 vv.) oorzaken voor het beknopte spreken van de catechismus over de Heilige Geest. De leer over de Heilige Geest was in de tijd voor de Reformatie weinig ontwikkeld. Verder werd de werking van de Geest vooral betrokken op de verborgen bewegingen van het hart. Bovendien richt de Geest de schijnwerper op Christus. De persoon die de schijnwerper bedient, is vanzelfsprekend minder zichtbaar. In Marchants optiek is de beperkte interesse binnen de kerken voor de Heilige Geest mede oorzaak voor de monomane aandacht van veel vrije groepen voor het werk van de Geest. Hij vraagt aandacht voor de kracht van de Geest en voor het persoonlijk deelhebben aan de Geest.

Bijbels-theologisch valt op te merken dat met de komst van de Heilige Geest de laatste fase van de wereldgeschiedenis is aangebroken. Profeten en apostelen koppelen de uitstorting van de Heilige Geest aan het aanbreken van de dag van de Heer (Joël 3; Hand. 2). De gave van de Geest is te zien als een voorschot op de grote oogst: de Geest schenkt het nieuwe leven (2 Kor. 1:5; Ef. 1). Wij leven in het tijdperk van de Geest. Aandacht voor de Heilige Geest is dus niet alleen voor ‘gevorderde gelovigen’. Wie de eigen tijd wil kennen en peilen, moet aandacht geven aan de aanwezigheid en werkzaamheid van Gods Geest op aarde.

Het persoonlijke werk van de Geest verschilt in het oude en nieuwe verbond meer gradueel dan principieel. Maar in de structuur van Gods werk is een duidelijke cesuur zichtbaar. Niet alleen in de inhoud van Gods Woord (Jezus Christus en Die gekruisigd), maar ook in de reikwijdte (tot aan de einden der aarde) en in methode (geen theocratische samenleving met tempeldienst, maar te beginnen met persoonlijke vernieuwing).

G. van den Brink en C. van der Kooi schrijven in Christelijke dogmatiek (p. 445): ‘De Geest betrekt ons op het heilswerk van Jezus Christus.’ Wat in Christus is gegeven, wordt door de Geest tot volle gelding gebracht voor mens en wereld. Dit impliceert verzoening, bevrijding en liefde en geeft dynamiek in het leven van mensen. Deze beweging voltrekt zich in een soms pijnlijk proces vanwege de gebrokenheid van de wereld en de zonde van de mens.

De Geest en Jezus hebben een drievoudige verhouding. Ten eerste is het de Geest die Jezus ‘lanceert’. Hij bereidt de komst van de Messias voor in de eeuwen die eraan vooraf gaan. En Hij komt in de vorm van een duif op Jezus rusten bij Zijn openbare ambtsaanvaarding en stuurt Hem aan (Mark. 1). Ten tweede is het de Geest die op Jezus rust. Hij wordt de Gezalfde (Messias of Christus) genoemd en gaat rond in de kracht en vrede van God. Ook dit heeft een persoonlijke kant voor Jezus, doordat Hij de dienstbaarheid en gehoorzaamheid ontvangt om Zichzelf ten offer te geven. En ten slotte is het de Geest die door Jezus op de apostelen wordt gelegd en wordt uitgestort over alle mensen. Vooral in de Parakleet-teksten (Joh. 14-16) legt Jezus Zelf een intieme band met de Geest. In Zijn Geest is de Heer Zelf ons zeer nabij in de gebrokenheid van de wereld en in de ambivalentie van het bestaan.

Relevantie van het thema

Zeer bemoedigend voor de gemeente vandaag is het besef dat de Heer Zijn kerk niet alleen gelaten heeft, maar Zijn Geest heeft uitgestort. In het boek Handelingen is zichtbaar hoe de Geest Zich bezighoudt met de verspreiding van het Evangelie. Vanuit dit perspectief kan een christen vandaag alleen maar verwonderd zijn over de reikwijdte die het Evangelie heeft gekregen. In alle landen zijn christenen (in 2013: 2 miljard), de Bijbel is voor 4,9 miljard mensen in de moedertaal beschikbaar (in 2013; bron: Wycliff) en veel culturen zijn aanwijsbaar beïnvloed door het Evangelie.

Nu gaat het niet om aantallen. We hebben ook geen zicht op de ‘kwaliteit’ van het geloof. De ontwikkeling van het christendom kan bovendien omslaan (er is ons op dit punt niets beloofd). Maar de verwondering over hoe Jezus Christus gehoor vindt onder de mensen, leidt tot aanbidding van de Heilige Geest. Het eerste deel van antwoord 53 van de HC krijgt vanuit dit perspectief een blijvende waarde als erkenning van en eerbewijs aan de Heilige Geest.

De verdeeldheid onder christenen over het werk van de Heilige Geest leidt gemakkelijk tot verlegenheid of verwarring. Het gesprek tussen gelovigen uit verschillende tradities verloopt soms moeizaam. Daarom is aandacht voor de kern onmisbaar: de Geest is erop gericht om verbinding te maken met Jezus Christus. Het werkt ontspannend als dit het uitgangspunt wordt van ons kijken naar het werk van de Heilige Geest. Daarna kan en moet er verder gestudeerd worden, maar dan is in ieder geval de basis gelegd (vgl. 1 Joh. 4). Hiermee worden verschillen tussen christenen niet onbelangrijk, maar vallen ze wel binnen de aanvaarding van elkaar.

De Heilige Geest is een zelfstandige ‘persoon’. Dit heeft de kerk leren belijden. Dat betekent dat Hij aangeroepen en aanbeden wordt. Het besef van Zijn persoonlijke aanwezigheid is sterk ontwikkeld in de rooms-katholieke en de evangelische spiritualiteit. Het is goed om de waarde daarvan te honoreren, zeker in een tijd waarin meer gevraagd wordt naar beleving. In de gereformeerde traditie is Zijn aanwezigheid meer verbonden aan het Woord, in het bijzonder aan het Evangelie. Daarmee wordt recht gedaan aan Zijn missie.

Het werk van de Geest mag nooit los gezien worden van het Evangelie van Jezus Christus. Spirituele ervaringen hebben de neiging om een eigen leven te gaan leiden en een eigen kompas te vormen. Maar de verbinding tussen de Geest en de Christus houdt ons bij de les: de Geest is gericht op het geloof als de persoonlijke verbinding met de Christus, de Geest werkt door en met de Schriften als getuigenis van de Christus, en de Geest is gericht op de vorming van de gemeente als het lichaam van de Christus. Dit geeft een kader aan geestelijke ervaringen en helpt om de leiding van Gods Geest te zoeken.

Met het oog op de tieners

De geloofsontwikkeling van jongeren gaat in veel gevallen met de nodige onzekerheid gepaard: wanneer geloof ik goed genoeg (om belijdenis te kunnen doen)? Hoe komt een mens eigenlijk tot geloof? Vaak voelen tieners een onvermogen om te geloven. ‘Ik wil wel geloven, maar…’ Het lukt ze gewoon niet om het te ‘pakken’. En ze zouden graag heiliger willen leven, maar ze falen voortdurend. Kortom, ze verlangen naar méér! Een heel menselijke reactie is dan dat je er hard aan gaat werken; je best doen om ‘beter te geloven’ en ‘beter te leven’. Maar daar kun je ontzettend moe van worden.

Wat ze ontdekken, is dat ze (net als ieder ander) te beperkt en te slecht zijn om te geloven en om als christen te leven. Het lukt hun niet in hun eentje. Ze hebben de Heilige Geest nodig. ‘Ik ben onbekwaam om iets goeds te doen, tenzij… Tenzij de Geest in mij gaat werken en Hij van mij een nieuw mens maakt’ (ds. Gert Hutten in Verrast door de Geest, Heerenveen, 2013, p. 100).

De catechismus leert dat God in de Heilige Geest de gevende God is. ‘Het is God die alles geeft. Hij is de bron van al het goede. God geeft. Jij mag ontvangen. (…) Jezus leert ons dat we op het terrein tussen ons en God tot niets in staat zijn. Hij moet het goed maken. (…) Van de Geest leren we dat we ook op het terrein van ons eigen leven alles mogen verwachten van Hem. Hij wil jou en de gemeente in Jezus alles geven wat we nodig hebben. (…) God Zelf wil door Zijn Geest van jou en mij een heilig mens maken’ (a.w., p. 101).

Dus niet de aandacht focussen op het eigen geloof, maar de kern en de eenvoud van het geloof benadrukken: de Geest betrekt ons op Jezus Christus. Hij laat het Evangelie horen en brengt mensen tot aanvaarding daarvan. Geloof is persoonlijke aanvaarding van wat God in Jezus Christus belooft. Zo krijgt een mens deel aan Jezus Christus. Voor jongeren (en ouderen) betekent dat: richt je aandacht niet op je geloof, of op de gaven van de Geest, maar op je Heer.

Met het oog op de kinderen

Hoe komt het dat sommige mensen niet gelovig zijn? Deze vraag kan kinderen vanaf een jaar of zeven flink bezighouden. Ze ontdekken daardoor al dat geloven niet vanzelfsprekend is.

Ook voor henzelf is het misschien niet altijd makkelijk om te geloven. Bijvoorbeeld als ze ontdekken dat sprookjes maar fantasie zijn, maar de bijbelverhalen waargebeurd zijn. Of als ze in een klas zitten met kinderen die niet geloven of moslim zijn. Dan mogen kinderen erop vertrouwen dat wat Jezus zegt, echt is en waar. En dat de Heilige Geest dat steeds weer aan hen duidelijk maakt. Hij laat hun weten dat ze bij Jezus moeten zijn. De Heilige Geest zorgt ervoor dat zij in Hem geloven.

Relevante bijbelgedeelten

  • In Johannes 14-16 spreekt Jezus Zelf een aantal keren over de Heilige Geest als de ‘andere pleitbezorger’. In deze gedeelten wordt de missie van de Geest geschetst, maar ook de intieme verbondenheid tussen Christus en de Geest.

  • In Handelingen 2 volgt op de uitstorting van de Geest direct de prediking over Jezus Christus en de vorming van de eerste gemeente. Deze samenhang laat zich in het bijbelboek voortdurend aanwijzen.

  • Romeinen 8 is een belangrijk hoofdstuk over het werk van de Geest, waarbij ook het persoonlijke ervan aan de orde komt.

  • De brief aan de Efeziërs kent een aantal intrigerende uitspraken over het werk van de Heilige Geest: 1:13-14, 1:17, 2:18, 2:22, 3:5, 3:16, 4:3, 4:30, 5:18-19, 6:17-18.

  • Verder is het mogelijk om profetische stof te lezen over het nieuwe verbond: Jeremia 31, Joël 2, Ezechiël 37.

Aanwijzingen voor de leerdienst

Doelstelling

Na deze leerdienst ziet de hoorder in hoe de Geest gericht is op het werk van Christus; beseft de hoorder dat hij/zij leeft in het tijdperk van de Heilige Geest; stelt hij zich open voor de leiding van de Geest; en accepteert hij wat God in Jezus Christus hem toezegt.

Homiletische aanwijzingen

Een goede ingang voor de preek is de vraag waar we Gods Geest vandaag bezig kunnen zien. Veel mensen wijzen dan op bijzondere ervaringen of wonderlijke gebeurtenissen. Dat kan best van de Geest zijn, maar werkt ook vervreemdend voor wie zulke ervaringen niet heeft. Het is in elk geval niet de eerste plaats waar we de Geest in actie kunnen zien. De Bijbel leert ons dat er een diepe samenhang is tussen Christus en de Geest. De Geest is allereerst erop gericht om mensen te verbinden aan Jezus Christus. Waar mensen tot geloof komen, daar is de Geest actief. Waar het Evangelie wordt verkondigd, waar in de liefde en wijsheid van Jezus wordt geleefd, waar christelijke verbondenheid tussen mensen groeit, waar slechte structuren en gewoonten worden doorbroken, daar is de Geest werkzaam. Zo wordt iets zichtbaar van het nieuwe leven en de vruchtbaarheid van het Evangelie.

Als we in de Bijbel lezen over de activiteiten van de Heilige Geest, dan geeft dat een verrassend en breed beeld. De profetische aankondigingen van het nieuwe verbond scheppen grote verwachtingen. Ook Paulus schrijft enthousiast over de Heilige Geest. Het nieuwe verbond is een tijd van vrijheid, vernieuwing, blijdschap en liefde. Dit is niet altijd het gevoel dat christenen vandaag hebben bij het geloof of bij de kerk. Daarin kan meespelen dat we niet de goede bril op hebben om naar het werk van de Geest te kijken. De kern van het werk van de Geest is ook de kern van het nieuwe verbond: het Evangelie van Jezus Christus. De heerlijkheid van het nieuwe verbond ligt in de rijke schatten van Jezus Christus. Deze schatten laten zich benoemen met de woorden van het doopformulier: de afwassing van de zonden, de dagelijkse vernieuwing van het leven en de heerlijke toekomst die ons wacht. De rijkdom van het nieuwe verbond laat zich ook benoemen als de vrijheid, vrede en vreugde die een mens in Christus ontvangt. Uitwerking hiervan brengt ons bij hetzelfde enthousiasme als Paulus.

Het werk van Gods Geest gaat niet van een leien dakje. Hij heeft er – menselijk gesproken – de handen vol aan om mensen aan Christus te verbinden. Onze zonden, de gebrokenheid van het leven en de gebrekkigheid van ons kennen en voelen zijn sterke belemmeringen. Ook in het tijdperk van de Geest komen dorre perioden, aanvechtingen en nood voor. Het nieuwe leven is nog niet volledig gerealiseerd. Maar in deze tijd is de Geest de pleitbezorger, trooster, helper en gids. En Hij doet hetzelfde werk dat Jezus Christus deed: mensen het leven geven. Als Geest van de waarheid wijst Hij de weg. Hij richt de schijnwerper op Jezus Christus. In Hem is vergeving en gerechtigheid. Door boete, bekering en toewijding komen mensen in verbinding met Jezus Christus. Door gebed, gehoorzaamheid en gemeenschap leren mensen Jezus volgen in de wereld. Dit betekent geen rijkdom en welvaart, maar wel een leven in geloof, hoop en liefde.

Goed beschouwd is het in onze wereld een groot wonder dat mensen leven in geloof, hoop en liefde. Het zijn de pijlers onder een gelukkig leven. Ook in onze maatschappij zoeken mensen naar geloof, hoop en liefde. Het heeft grotere waarde dan succes en applaus. Door het geloof in Christus ontvangt een mens dit leven. Zie het werk van de Geest en loof God! En bid of de Geest dit nieuwe leven wil versterken en verdiepen in alle stress, zonde en gebrokenheid waarin wij ons bevinden.

Met het oog op de tieners

Als het gaat over de Heilige Geest, denken tieners snel aan de gaven van de Geest. Maar de Heilige Geest is nog zo veel meer dan Degene die gaven uitdeelt. De kerk heeft al van het vroegste begin niet de nadruk willen leggen op die bijzondere ervaringen en gaven van de Geest, maar op Woord en sacrament. En om de kerk te bewaren bij dat Woord zijn ook al snel de ambten ingesteld, ter voorkoming dat iedereen maar wat roept ‘omdat het goed voelt’. Juist die zaken (Woord, ambt, sacrament) hebben alles met de Geest te maken.

Maar het mag dichterbij komen voor tieners. Wanneer geloof je goed genoeg? En wat heb je aan geloven? Deze vragen hebben alles met de Heilige Geest te maken. ‘Want Zijn werk is juist dat je het wél gaat zien en begrijpen. Daar zorgt Hij voor. Meestal niet in één keer, maar heel geleidelijk. Hoe? Bijvoorbeeld door de preken in de kerk, of door een bijbels dagboekje. Maar ook door je in te fluisteren: “Vergeet niet in je bijbel te lezen!” Denk niet dat dit zómaar een gedachte is, dat is de stem van de Heilige Geest! Luister daarnaar. Je mag erom bidden dat de Heilige Geest ook in jou werkt. God heeft het Zelf beloofd: door Mijn Geest zullen ook tieners het geloof gaan “zien” en gered worden’ (H. van Wijngaarden, That’s it. Geloven voor tieners, Zoetermeer, 2012, dag 21, n.a.v. Joël 2:28-32).

Het punt van deze preek mag voor tieners dus zijn dat ze Hem niet in de eerste plaats moeten zoeken in spectaculaire uitingen, maar in alle ‘kleine’ dingen die hen helpen om in Jezus te geloven.

Met het oog op de kinderen

Wat hierboven met het oog op de tieners is geschreven over de ‘stem’ van de Heilige Geest, gaat ook op voor kinderen. De Heilige Geest helpt hen om in Jezus te geloven.

Pastorale aanwijzingen

De preek beginnen met het benoemen van de verlegenheid rond de Heilige Geest, sluit zeker aan bij de realiteit. Tegelijk is de vaagheid van de Geest voor trouwe kerkgangers misschien een clichéopening. Een andere mogelijkheid is beginnen met een van de bijbelse metaforen voor de Heilige Geest: lente/nieuwheid, adem/wind, water/vruchtbaarheid, vuur, dynamiek. Dit laat zich beeldend vertellen, of eventueel op de beamer visualiseren met een dia of een filmpje. De bekende aanduiding van de Geest als bruggenbouwer geeft mogelijkheden om iets van het werk van de Geest aan te duiden.

Met het oog op de tieners

Jongeren hebben meestal een vaag begrip van de Heilige Geest. Betrek jongeren voorafgaand aan deze dienst bij het onderwerp, om te ontdekken in welke mate dit speelt.

De uitbreiding van het ‘christendom’ is een zichtbare werking van de Heilige Geest, zowel in tijd als in plaats.

Tieners merken misschien niet altijd dat de Heilige Geest in hun leven werkt. Toch kunnen anderen dat misschien wel aan hen merken! Namelijk: door de vrucht van de Geest, die gericht is op de ander.

Met het oog op de kinderen

De Heilige Geest is als adem: je kunt Hem niet zien en toch heb je Hem nodig. Als je hardloopt, houd je dat niet lang vol zonder adem te halen. Als je gelooft, houd je dat niet lang vol zonder de Heilige Geest.

Liturgische aanwijzingen

Suggesties voor liederen kan men vinden in de afdeling ‘Pinksteren’ van diverse liedbundels. Onder de Psalmen is te denken aan Psalm 19, 45, 51, 67, 72, 84, 86, 87, 119, 133, 143.

Helpende vormen

In deze leerdienst kan het gebed om Gods Geest (epiclese) een extra accent krijgen. Dit gebed is onmisbaar bij elke verkondiging. Binnen de gereformeerde liturgie mag het niet vergeten worden. In deze dienst kan het werken als een praktisch voorbeeld. Dat vraagt wel om een zorgvuldige voorbereiding van het gebed. Daarbij kan geput worden uit de rijke liturgische traditie en de oecumene. Met enige toelichting geeft dit een waardevolle ondersteuning aan de verkondiging.

Met het oog op de tieners

Een speelse samenvatting van de verkondiging over de Heilige Geest is het woord Y(J)ES:

  • Y = Jezus. Hij staat centraal in het werk van de Geest. Zijn werk is het belangrijkste.

  • E = einde van de tijd. De Geest is actief in deze laatste periode van de wereldgeschiedenis en brengt die naar het eind.

  • S = samen. De Geest legt nieuwe verbindingen en is erop gericht dat de gemeente van Christus functioneert.

Met het oog op de kinderen

Een mooi beeld is dat van een vlag of vaantje. Maak vooraf een vlag met een christelijk symbool erop: een kruis, een ichthusvisje of een bijbeltekst. Neem de vlag mee de kansel op, en zorg ervoor dat er (verborgen!) een ventilator staat, die u kunt aanzetten. Een vlag op een stokje hangt slap naar beneden. ‘Het is wel een vlag, maar wat erop staat is niet te zien. Totdat er wind komt…’ Op dat moment zet u de ventilator aan, en gaat de vlag wapperen. ‘Die wind kun je niet zien, maar zonder die wind zou je niet zien wat er op de vlag staat. De Heilige Geest kun je ook niet zien, maar je kunt wel Zijn werking zien, net als bij de wind. Zonder de Heilige Geest gaat de vlag van jouw geloof niet wapperen. Zonder de Geest is je geloof dor, slap, uitgeblust. Met de Geest is het levend!’

Literatuur

  • J.H. van de Bank e.a. (red.), Kennen en vertrouwen. Handreiking bij de prediking van de Heidelbergse Catechismus. Zoetermeer, 1993, p. 178 vv. (KV)

  • G. van den Brink en C. van der Kooi, Christelijke dogmatiek. Een inleiding. Zoetermeer, 2012. (CD)

Over de Heilige Geest vanuit klassiek-gereformeerde theologie:

  • J.P. Versteeg, Christus en de Geest. Een exegetisch onderzoek naar de verhouding van de opgestane Christus en de Geest van God volgens de brieven van Paulus. Kampen, 1971.

  • Dr. L. Floor, De doop met de Heilige Geest. Kampen, 1982.

  • Dr. A.N. Hendriks, Die Here is en levend maakt. Schriftstudies over de Heilige Geest en zijn werk. Kampen, 1984.

  • Dr. L. Floor, Persoon en werk van de Heilige Geest. Kampen, 1988.

  • Dr. J.W. Maris, Geloof en ervaring. Van Wesley tot de pinksterbeweging. Leiden, 1992.

  • Dr. A.N. Hendriks, Die in de waarheid leidt. Bijdragen over de Heilige Geest en zijn werk. Heerenveen, 2002.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken