Menu

Premium

Preekschets 1 Thessalonicenzen 1:10

Voorlaatste zondag van de voleinding

…en om zijn Zoon te verwachten uit de hemel: Jezus, die Hij uit de dood heeft doen opstaan en die ons zal redden van het komende oordeel.

1 Tessalonicenzen 1:10

Schriftlezing: 1 Tessalonicenzen 1

Zie ook

Het eigene van de zondag

De zondagen van de voleinding zijn gericht op de toekomst. Na een heel kerkelijk jaar waarin gevierd is wat God gedaan heeft en hoe Hij in Christus naar de wereld gekomen is, wordt onze aandacht gericht op datgene waar al Gods handelen op uit moet lopen: de voltooiing van zijn werk. Op deze zondagen wordt de gemeente bepaald bij de verwachting die ze mag hebben en daarbij gaat het om het komen van de Heer.

In de Eerste Brief aan de Tessalonicenzen staat de verwachting van de komst van de Heer centraal. De apostel herinnert de gemeente aan die komst en maakt duidelijk wat het leven in verwachting betekent. Daarom past het op deze zondagen gedeelten uit 1 Tessalonicenzen te lezen. Dit kan op de voorlaatste zondag gecombineerd worden met de evangelielezing van deze zondag Lucas 20:27-38.

Uitleg

Paulus begint zijn brief zoals gebruikelijk met een dankzegging en die is in het eerste hoofdstuk van 1 Tessalonicenzen zeer uitgebreid. In die dank speelt de trits geloof, hoop en liefde een belangrijk rol, al is de volgorde hier net even anders. Hij denkt aan het daadkrachtig geloof van de gemeente, haar zich moeite getroostende liefde en haar volhardende hoop op de Heer Jezus Christus. Zo zijn geloof, liefde en hoop de kenmerken van de gemeente van Tessalonica, die de apostel tot grote dankbaarheid stemmen. En deze kenmerken heeft de gemeente, omdat het evangelie van Jezus Christus in haar midden niet slechts een zaak van woorden gebleken is maar van kracht en van de Heilige Geest. In wat de gemeente doet uit haar geloof, haar liefde en haar hoop is gebleken hoe werkzaam het evangelie is. Zelfs in de verdrukking hebben zij het Woord van God aangenomen.

Hun geloof is een voorbeeld geworden voor de andere gemeenten in Macedonië en Griekenland die verhalen hoe de Tessalonicenzen zich bekeerd hebben van de afgoden om de werkelijk levende God te dienen en zijn Zoon uit de hemel te verwachten; Jezus die Hij uit de dood heeft doen opstaan en ons redt van het komende oordeel.

Dit is een fundamentele omkeer. Zij hebben zich afgewend van de afgoden, de alles bepalende machten van hun dagen, van wie zij de dienst hebben opgezegd met alle maatschappelijk consequenties van dien. Vanaf dat moment stelden zij zich in dienst van de God van Israël, de werkelijk levende God. In tegenstelling tot de afgoden, die nietsen zijn, is de God van Israël de werkelijk levende God van wie iets uitgaat. Dat heeft bij de Tessalonicenzen geleid tot hun daadkrachtig geloof, hun zich moeite getroostende liefde en hun volhardende hoop.

De apostel voegt daaraan toe wat de evangelieverkondiging bij de Tessalonicenzen teweeggebracht heeft, namelijk hun verwachting. Dit laat zien hoe het leven van de gemeente een eschatologisch karakter heeft. Hun daadkrachtig geloof, hun zich moeite getroostende liefde en hun volhardende hoop worden bepaald door hun verwachting van Jezus. Dit is de enige tekst bij Paulus waar in een eschatologische context over de verwachting van Gods Zoon gesproken wordt. Het ligt voor de hand dat Paulus hier de verwachting van de Mensenzoon, een Joodse uitdrukking, opnieuw formuleert in een voor heidenen meer verstaanbare uitdrukking Zoon van God.

De verwachting betreft die van Gods Zoon uit de hemel. Daarbij moeten we niet denken aan het luchtruim maar aan de aanwezigheid van God. De verwachting van de apostel is gericht op de Zoon van God, die uit Gods verborgenheid aan het licht zal treden.

Die te verwachten Zoon van God wordt nader aangeduid als degene die God heeft opgewekt uit de dood. Dat God Jezus heeft opgewekt uit de dood betekent dat Hij Hem aan zijn rechterhand heeft gesteld. Van daaruit kan Hij opnieuw verwacht worden.

Wat Jezus doet is ons redden van het komende strafgericht. Daarbij gaat het om de eschatologische toorn, zoals we die ook in de Joodse apocalyptiek tegenkomen. Wat is de verbinding tussen de verwachting van Gods Zoon en dat komende strafgericht? De apostel gebruikt hier traditionele taal en algemene termen die hij niet nader invult. Opvallend is het gebruik van ruomai (redden, bewaren), dat Paulus verder niet gebruikt. De achtergrond van het woord komt uit het Eerste Testament, waar het betrekking heeft op het reddend handelen van God en met name op de bewaring in de eindtijd voor het weggerukt worden uit het door God beloofde eeuwige heil. Het is geen futurum zoals de Nieuwe Bijbelvertaling aangeeft maar praesens. De Heer redt in het heden, want het komende strafgericht zal de gelovigen niet raken.

Aanwijzingen voor de prediking

Een bij deze tekst passend thema voor de preek is: Leven in verwachting. En daarbij kan de vraag gesteld worden: leven wij wel in verwachting? Ook gelovigen leven dikwijls bij de dag. Het heden is belangrijk en daarin komt al zoveel op ons af, waarin we een weg moeten vinden, dat we daaraan al genoeg hebben. Wel is er in de gemeente sprake van zorgen om de toekomst. In wat voor wereld met zijn maatschappelijke problemen komen we terecht? Wat voor toekomst hebben jongeren? Welke toekomst is er voor de kerk, wanneer steeds meer gelovigen afhaken?

Wat is in deze situatie leven in verwachting? Dit heeft allereerst te maken met de omkeer van de afgoden naar de werkelijk levende God. Bij die afgoden gaat het niet om primitieve afgodendienst maar om de machten van vandaag die ons leven willen bepalen. En daarbij valt te denken aan de macht van materiele zaken, van vreemdelingenhaat, van onverschilligheid e.d. Verwachting is je open stellen voor de werkelijk levende God, de God van Israël die wij kennen als de Vader van Jezus Christus. Je omkeren naar die God is alles van Hem verwachten. Je kunt de vraag stellen of de gemeente zich werkelijk omgekeerd heeft naar die God en uit die verwachting van Hem leeft.

De verwachting richt zich concreet op het verwachten Gods Zoon uit de hemel: Jezus die Hij uit de dood heeft doen opstaan en die ons redt van het komende oordeel. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Voor veel gelovigen staat die ver weg. Denk aan het gedicht van Okke Jager, waarbij verschillende gelovigen wel bidden om de komst van de Heer maar eerst nog iets anders moeten zodat Hij nog even moet wachten. Daarbij zien ze het waarschijnlijk ook als een wereldvreemd gebeuren. Hoe kan de verwachting van Jezus het leven van de gemeente kleuren?

Het is de verwachting dat Jezus vanuit Gods verborgenheid aan het licht treedt. God heeft Hem opgewekt uit de dood en dat maakt Hem de levende. En als de levende Heer wil Hij in ons midden verschijnen en daarin zijn bevrijdende kracht laten werken. Hij is het immers ook die ons redt van de komende toorn. Dat wil zeggen dat we niet angstig en benauwd hoeven te leven maar opgewekt en vol vertrouwen onze weg mogen gaan. Leven in verwachting is je laten inspireren door het verhaal van Jezus, die mensen bevrijdt uit een doods bestaan en hen als nieuwe mensen doet leven.

Dit leven in verwachting behoort tot de kenmerken van het gemeente-zijn. Het is belangrijk voor de samenleving met zijn moeiten en zijn strijd dat er een groep mensen is die leeft in die verwachting en daarvan blijk geeft in een leven van liefde en vrede en die bij alle hopeloosheid vasthoudt aan de hoop van een nieuw leven. Dat geldt zelfs in het aangezicht van de dood, omdat Jezus in het evangelie verwijst naar de God van het leven. Hij is een God van levenden en niet van doden.

Leven in verwachting is je laten leiden door een daadkrachtig geloof, een zich moeite getroostende liefde en een volhardende hoop. Een gemeente die zo leeft, laat de kracht van evangelie zien.

Liturgische aanwijzingen

  • De Schriftlezingen voor deze zondag zijn: 1 Tessalonicenzen 1 en Lucas 20:27-38.

  • Voor het gesprekje met de kinderen kan aangesloten worden bij het leven in verwachting. Wat verwachten zij?

  • Mogelijke liederen zijn: Psalm van de zondag Ps. 9:1,4,5. Verder NLB 213, 451, 605, 657, 747, 760, 767.

Geraadpleegde literatuur

Belangrijke commentaren zijn:

  • M.H. Bolkestein: De Brieven aan de Thessalonicenzen

  • E.Best: The First and Second Epistle to the Thessalonians

  • E. Verhoef: De Brieven aan de Thessalonicenzen

  • J.A.D. Weima: 1-2 Thessalonians

  • G.M. Soares-Prabhu: 1 Tessalonicenzen in Internationaal Commentaar op de Bijbel, redactie Erik Eynikel, Ed Noort, Tjitze Baarda en Adelbert Denaux

  • R.H. Nieuwenhuis: Leven in verwachting. Een onderzoek naar de uitleg en het gebruik van Paulus’ teksten over de (weder)komst van Christus in 1 Tessalonicenzen in preken. Dissertatie aan de Universiteit van Amsterdam

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken