Menu

None

Preekschets Psalm 104, Romeinen 8:19-23 en Kolossenzen 1:15-20

Zie ook


Thema en achtergrond

  • Bijbellezingen:

    − Psalm 104: Vertelt levendig over Gods hand in de schepping.

    − Romeinen 8: 19-23: Beschrijft hoe de schepping nu lijdt, maar later helemaal vernieuwd zal worden

    − Kolossenzen 1:15-20: Paulus vertelt over hoe Jezus kwam om de hele schepping met zich te verzoenen

  • Thema: ‘Zorgen moet je doen!’

  • Deze preekschets is onderdeel van het themapakket ‘Dag Schepping?! – Zorgen voor Gods wereld in een tijd van klimaatverandering’, een project van de programmagroep Kerk, Geloof en Levensstijl, van het Christelijk Ecologisch Netwerk (CEN).

  • Oorspronkelijke uitgever: Evangelische Alliantie (nu: Missie Nederland). Het hele themapakket (met liturgiesuggesties, verwerkingen en bronnen) is te downloaden via www.michanederland.nl. Daar is ook meer materiaal rond schepping, duurzaamheid en kerk te vinden.

Klimaatverandering is ‘hot’?!

Het milieu is hot. We worden overspoeld met rampberichten over het klimaat dat verandert, ijsberen zonder ijsschotsen, olie die opraakt, slurp-tax, oerwoud dat (via het veevoer) in onze biefstuk verdwijnt… Iedereen begint zich druk te maken over wat er aan het veranderen is en wat voor gevolgen dat heeft voor de toekomst, veiligheid en portemonnee. Maar hoe zit dat voor mensen die geloven in God? Wordt het dan makkelijker? Of juist moeilijker? Wat zijn de gevolgen als je gelooft in een God die de aarde gemaakt heeft en jou deze aarde toevertrouwde? Laten we het hele verhaal bekijken, van de het begin tot het oneindige. We beginnen bij de schepping, kijken wat daarna is fout gegaan, hoe het opgelost werd, wat wij kunnen doen en hoe dit binnen Gods ‘grote plan’ past. Voordat we er helemaal induiken, willen we benadrukken dat het heel belangrijk is om hoop en blijdschap te houden, juist als we over dit onderwerp nadenken. We mogen weten dat God zijn koninkrijk ook door ons wil stichten. We hoeven daarom niet in zak en as om de schepping te rouwen (alhoewel, voor even kan dat geen kwaad), maar we mogen blij en hoopvol aan het werk!

Gods prachtige kunstwerken

Psalm 8:4-7:

‘Zie ik de hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren door u daar bevestigd, wat is dan de sterveling dat u aan hem denkt, het mensenkind dat u naar hem omziet? U hebt hem bijna een god gemaakt, hem gekroond met glans en glorie, hem toevertrouwd het werk van uw handen en alles aan zijn voeten gelegd’.

Ooit maakte God de hemel en de aarde. Het doet er nu even niet toe of je denkt dat dit 7×24 uur of miljarden jaren duurde. Uit de hele bijbel blijkt dat God zelf de schepping heeft ontworpen en gemaakt, met zijn eigen handen. Het ontwerp dat Hij maakte en de overgave en liefde waarmee Hij het uitvoerde maakten het erg persoonlijk. Er staat in de bijbel dat Hij daarna ziet dat het goed is (Genesis 1). Blijkbaar dus precies zoals Hij wilde.

Op het moment dat je denkt dat het af is, heeft Hij nog een laatste onderdeel in gedachten. Dit onderdeel van zijn werk lijkt het meeste op hem. Het is de mens. Het unieke aan de mens is dat hij niet statisch is. Hij heeft hem een eigen wil gegeven. Hij kan er zelfs een relatie mee hebben! En kan ermee door de rest van zijn werk wandelen.

En dan komt er een rare wending in het verhaal: Hij vertrouwt de mens zijn schepping toe, het werk van zijn handen, waarvan Hij zei dat het goed was! Wat een geschenk! Hij vertrouwt ons iets toe wat Hij met liefde heeft gemaakt, waar Hij energie in heeft gestoken, zoveel van zichzelf in heeft gestopt. Dat is echt een prachtig toonbeeld van liefde; om iets waar je zielsveel van houdt toe te vertrouwen aan een ander. Wat een mooie kans voor ons dus om deze input in de relatie te beantwoorden. Om hem te laten zien dat we blij zijn dat Hij ons heeft gemaakt, dat we bij Hem horen, dat we een band met Hem hebben.

Zinloosheid

Romeinen 8:19-20:

‘De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn. Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen.’

Eerst gaat het allemaal prima. Adam en Eva werken in Gods schepping en genieten volop van het betere leven. Maar op den duur gaat het toch fout: God heeft de mens mogelijkheid gegeven om zelf te kunnen kiezen, en het blijkt dat ze verkeerd kiezen. De zondeval is een feit. De schepping, die eens zo mooi was, krijgt te lijden onder onze zonde. Opeens moet er gezweet worden tussen de doorns en distels om in leven te blijven en wordt de zwangerschap een zware last. Maar het hield niet op bij de zonde van Adam en Eva. Wij maken er keer op keer net zo’n potje van. Doordat wij ook steeds weer doen wat tegen God ingaat, gaan Gods schepping, de natuur en de mensheid door ons toedoen steeds verder achteruit.

De mens is op aarde om voor Gods schepping te zorgen en hem te eren. Door ons doen en laten is dat mislukt en wordt het alleen maar erger. Er verdwijnt jaarlijks een stuk oerwoud ter grootte van Portugal! Onder andere hierdoor sterven er iedere dag allerlei dier- en plantensoorten uit. De smeltende poolkappen vormen een bedreiging voor de ijsberen op de Noordpool, maar zorgen ook voor torenhoge concentraties gifstoffen in de poolzeeën, die er door de mens in terecht zijn gekomen. En hierbij houdt het niet op; onze uitbuiting en vervuiling van de schepping heeft ook effect op andere mensen overal ter wereld. Vooral op mensen die meer dan ons afhankelijk zijn van hun leefomgeving en dus veel kwetsbaarder zijn voor veranderingen in die leefomgeving. Deze omgeving wordt in veel gevallen ook door ons gebruikt en bedreigd. Denk maar aan de gevolgen van watervervuiling, energiegebruik, klimaatverandering, overbevissing, en het exploiteren van hout- en olievoorraden of andere natuurlijke hulpbronnen. De meeste grondstoffen halen we uit Verweggistan en daardoor zien we niet wat voor gevolgen dat heeft voor die mensen. Meestal zijn het de financieel armere mensen die de gevolgen van ons misbruik van de aarde op hun bordje krijgen. Houtkap leidt tot erosie en verwoestijning in Afrika, stijging van de zeespiegel tot meer overstromingen in Bangladesh, landbouwgrond wordt opgeofferd voor platina- en kopermijnen die nodig zijn voor onze spullen.

Blijkbaar is zorgen voor de schepping geen losstaande opdracht, maar heeft het direct raakvlak met andere mensen die ook gebruik maken van deze schepping, mensen die onze naasten zijn. Door heel de bijbel heen zien we dat God verdrietig en boos is over het onrecht dat mensen de schepping en anderen aandoen. In Amos bijvoorbeeld worden de rijken gewaarschuwd omdat ze zich gedragen als koeien die de berg van Samaria kaalgrazen, de zwakken onderdrukken en de armen mishandelen (Amos 4:1). Ook verder in het Nieuwe Testament wordt heel duidelijk dat God wil dat we naar Hem luisteren en zorgen voor anderen en voor wat God ons heeft toevertrouwd.

Ondanks de opdracht aan de mens is er geen plekje op aarde meer te vinden waar wij geen slechte invloed op hebben gehad. Het is goed om dit te beseffen. Als het aan ons lag zou de aarde op den duur door ons toedoen niet meer leefbaar zijn. De schepping, inclusief onze medemensen, lijdt onder zinloosheid. Onze zinloze zucht naar meer beschadigt de schepping keer op keer.

Jezus als Redder van de schepping (en dus ook de mens)

Romeinen 8:21-23:

‘Maar ze heeft hoop gekregen, omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt. Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. En dat niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn, de verlossing van ons sterfelijk bestaan.’

Gelukkig dat niet alles in onze handen ligt! Jezus kwam als mens op aarde, stierf en werd weer levend. Dit houdt niet alleen in dat wij straks opgenomen worden naar de hemel om daar voor eeuwig te praisen! Nee, Jezus kwam niet vertellen hoe we de meeste kans maken op een plekje in de hemel, maar Hij vertelde dat we Hem kunnen volgen en zijn Koninkrijk mogen zoeken. Hij maakte duidelijk dat we het niet met onze eigen regeltjes en gebruiken redden, maar dat we moeten erkennen dat we Hem nodig hebben. Het mag duidelijk zijn dat Jezus niet alleen kwam om onze ziel te redden, maar dat Hij ons en de schepping heeft gered, zodat de schepping vernieuwd kan worden en wij, als onderdeel van zijn schepping, mogen meedoen aan zijn Koninkrijk (Kol 1:15-20).

Er gaat zoveel moois gebeuren; de hemel en de aarde worden vernieuwd! Hoe we ons dat moeten voorstellen? Geen idee, maar het zal schitterend zijn, daar mogen we van uitgaan. De schepping ziet ook reikhalzend uit naar dat moment, zij is nu onder de druk van ons gedrag, en daar knapt de schepping – ondanks onze opdracht – niet echt van op. Gelukkig weten we de uitkomst al. Uiteindelijk zal het goed zijn! De schepping zal delen in de vrijheid die we tegemoet kunnen zien. Het is dus niet zo dat God alleen ons redt, maar Hij verlost ook de schepping van onze oude egoïstische ikjes. Daarna mag de schepping delen in de vrijheid en schoonheid die aan ons geschonken wordt. De schepping en wij worden vrij en mooier dan ooit. Met deze toekomst in het vooruitzicht mogen we nu leven. Maar hoe leven we hier nu naartoe? Wat is onze rol nu nog? Wat moeten wij nu met de schepping?

Genesis 1:26 & 27:

‘God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen.’

Mooi! Wij én de schepping zullen gered worden! Betekent dat dan dat wij achterover kunnen leunen en wachten tot God komt om alles goed te maken? Nee, absoluut niet! Maar hoe moeten we ons dan wel, bewust van onze zonde, maar ook van onze redding, opstellen ten opzichte van de rest van schepping? Dat klinkt als een moeilijke vraag. Maar God geeft ons in het eerste hoofdstuk van de bijbel het antwoord al: heers over mijn schepping. En dat geldt nog steeds. Door de rest van de bijbel heen leert God ons duidelijk hoe je dat heersen doet. Uit de liefde en overgave waarmee hij voor ons zorgt, mogen wij leren hoe we voor zijn schepping mogen zorgen. Dat is niet een heerschappij van onderdrukking, uitbuiting en eigen gewin. Dat is een liefdevolle zorgzaamheid die gericht is op het goede voor de ander. Dat Hij de aarde zal vernieuwen maakt dit niet minder belangrijk. Stel je voor dat iemand een behandelbare ziekte heeft. Er is dan geen dokter die nu niet behandelt omdat God uiteindelijk eeuwige genezing zal geven. Dat de aarde vernieuwd zal worden betekent dus niet dat wij er nu geen rol meer in hebben. Wij mogen juist nu ons nog inspannen voor Gods schepping, gewoon omdat dat onze taak is en omdat we mee mogen werken aan zijn toekomstplannen.

Vergelijk het met de dienaar die het geld van de toekomstige koning in Lucas 19 moest beheren (Lucas 19: 11-27). Hij had er goed voor gezorgd, en zijn werk werd daarom gewaardeerd: hij kreeg zelfs nog meer van zijn koning. Wat wij doen voor Gods koninkrijk wordt gewaardeerd en vergroot! Of kijk naar het wonder van de vijf broden en twee vissen. Het kleine wat de mens in geloof te bieden heeft, vergroot God. Ons werk heeft zin. Het kan zo zinloos lijken, want jouw spaarlamp is maar een druppel op de gloeiende plaat. Maar voor God is het kleine wat wij doen wel waardevol. Wij kunnen de wereld niet redden. Maar God wil wel door ons heen de wereld redden. Hiervoor moeten we wel helemaal Jezus volgen. Jezus volgen is niet altijd gemakkelijk. Het kan pijn doen om afstand te doen van onze ‘aardse schatten en begeerten’. Maar dat is waarvoor God zijn Geest heeft gegeven; om ons te ondersteunen en te sterken, zodat we hier en nu aan de slag kunnen voor zijn Koninkrijk. Dat is ook waar we hoop en kracht uit mogen putten. En vergeet daarnaast vooral niet te genieten van al dat prachtige wat God heeft gemaakt! Je kunt veel over hem leren, over zijn kracht, grootheid en liefde, als je je laat meeslepen in zijn kunstwerk.

We hebben dus duidelijk een rol in de schepping. De geschiedenis en huidige staat van de schepping laten ons zien dat we deze taak niet altijd goed vervullen. Wat is nu de oorzaak van ons tekort schieten in het zorgdragen voor Gods meesterwerk? De hoofdoorzaak is al eerder aan het licht gekomen. De mens is zondig. Dit heeft zijn uitwerking op de schepping. Maar wat voor zonden houden ons nu af van zorgzaamheid? Is het onwetendheid van de problematiek, stress om ons dagelijks bestaan, de hebzucht naar steeds meer, onwil of onverschilligheid, geld, boosheid, of één van de vele andere mogelijke redenen die ons ervan weerhouden? Het is goed voor jezelf te analyseren wat jou er van afhoudt meer van Gods werk te genieten en hiervoor te zorgen. Als je weet wat je tegenhoudt, dan kun je hiermee naar God gaan. Je klein maken voor God en Hem vertellen wat je weerhoudt om te doen wat Hij vraagt. Wetend dat Jezus ook voor jouw zonden is gestorven, mag je vergeving vragen voor deze zonden, en geloven dat Hij je gebed met liefde verhoort. Ook mag je weten dat God zijn Geest wil geven om ons te helpen om weer vol goede moed zijn schepping te onderhouden en ervan te genieten. Ook wil hij door zijn Geest ons helpen in de strijd met deze zonden. Weet je dus altijd gesterkt door de Geest, die heeft Hij niet voor niets gegeven!

De schepping is een feest!

In het begin van de overdenking hebben we benadrukt dat het juist bij dit onderwerp belangrijk is om hoop en blijdschap te houden. Laten we dat niet vergeten. Het lijkt nu zo lastig allemaal, al die zonde en zinloosheid. Het is moeilijk om niet de hoop te verliezen en met een gevoel van machteloosheid en schuld naar huis te gaan. Maar God wil niet dat we in een hoekje gaan zitten treuren, Hij wil dat we gelukkig zijn doordat we leven naar zijn wil. Hij heeft niet voor niets zijn Zoon en zijn Geest gegeven! We mogen hoop houden en weten wat we in zijn Koninkrijk aan de slag mogen! Juist voor christenen is het zo mooi om voor de schepping te zorgen, het geeft een extra dimensie. Het liefdevol beheren van de schepping is geen last, maar een prachtige weg om Jezus te volgen. Na het belijden van zonde moet er bekering volgen: dat we ervoor kiezen om Gods weg te gaan. De juiste weg. Laten we gaan genieten van wat we hebben gekregen, genieten van genoeg, en onder de indruk blijven van al het mooie dat God gemaakt heeft.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken