Menu

Premium

Vleugel

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

veren

Aan vogels ontlenen mensen van vroeger en nu een rijke symboliek. Starend in het luchtruim waarlangs het gevogelte zich snel en gracieus beweegt, zijn wij vol bewondering. Ontroering welt in ons op bij het tafereel van de moedervogel die met haar vleugels beschermend haar jongen bekleedt. Deze en andere ervaringen geven vrij spel voor het scheppen van symboliek om zicht te krijgen op onze werkelijkheid.

Voor de bijbelschrijvers is het niet anders. De vogel die fladdert, klapwiekt, zweeft en beschermt reikt hun tal van beelden aan om een deel van hun godsdienstige beleving te verwoorden.

Grondtekst

Het bekendste Hebreeuwse woord voor ‘vleugel’ luidt kanaf, dat ca. 110x voorkomt, waarvan ongeveer tweederde in de betekenis van vleugel. Het subject van de vleugels kan zijn: vogels in het algemeen (Ps. 148:10; Pred. 10:20); speci fieke vogels, bijvoorbeeld de duif (Ps. 68:14) of de gier (Jer. 49:22); andere wezens (Ex. 25:10; Jes. 6:2; Ez. 1); natuurverschijnselen (Ps. 18:11; 139:9); de Heer (Ps. 17:8; 36:8). De Aramese tekst Daniël 7:4-6 aanschouwt de vleugels, enkelvoud gaf, van de apocalyptische dieren. Twee andere Hebreeuwse woorden voor ‘vleugel’ of ‘vlerk’ zijn ‘ever (Jes. 40:31; Ez. 17:3; Ps. 55:7) en ‘èvrah (Deut. 32:11 en Ps. 91:4 als parallel bij kanaf; Ps. 69:14; Job 39:13[16]). Het Hebreeuws voor ‘veren, gevederte’ is notsah (Lev. 1:16; Ez. 17:3,7; Job 39:13[16]). Het nieuwtestamentische woord pteryks, ‘vleugel’, verschijnt alleen in de evangeliën (Mat. 23:37 en Luc. 13:34, vleugels van de hen) en Openbaring (4:8, de zes vleugels van de vier wezens; 9:9, het lawaai van klapwiekende vleugels). Zie verder de nabijbelse geschriften Barnabas, waar 5:4 Spreuken 1:17 aanhaalt, en 1 Clemens, waar in 25:3 de mythische vogel Phoenix als bevestiging van het opstandingsgeloof dient.

Letterlijk en concreet

a.Wat het meest in het oog springt van vogels in actie, zijn de vleugels. De vleugels beschermen de jongen; de vogels slaan met de vleugels om zich heen ter verdediging; de vleugels doen de vogel door het luchtruim schieten en laten het dier zweven tussen hemel en aarde (Jer. 49:22; Job 39:26; Mat. 23:37).

b.Niet alleen lezen we in de bijbel over vleugels van vogels, maar ook over vleugels van visionaire wezens (Ez. 1) en van cultische voorwerpen (Ex. 25:20). Meestal schuilt achter deze concrete vleugels een symbolische betekenis.

Beeldspraak en symboliek

a.Meer dan eens zingen Israëls zangers (van de schaduw) van Gods vleugelen. Het is een metafoor dat zij verwerken in uitingen van grote nood of in de dankzegging na bevrijding uit de nood (Ps. 17:8; 36:8; 57:2; 61:5; 63:8; 91:4). Vaak is de metafoor verbonden met woorden als schuilen en verbergen. De vleugels van God duiden daarom de beschermende en de zorgende werkzaamheid van God. De metafoor kan afgeleid zijn van het bekende tafereel van de moedervogel die aan haar jongen beschutting biedt. Evengoed kan zij herinneren aan de gevleugelde cherubs die in het heiligdom Gods bescherming vertegenwoordigen (Ex. 25:20; 1 Kon. 6:23-28).

Wellicht is er een relatie met de asielzoeker in de tempel en met het asiel geven door de tempel. Wie schuilt onder Gods vleugels, komt op adem en weet zich aanvaard. De vleugels van de Heer verbeelden zijn moederlijke kant.

b.De bijbelse poëzie kent ook vleugel als metafoor verbonden aan natuurverschijnselen. Zo horen we de psalmist ootmoedig zingen dat er geen enkele plaats voor God verborgen is. Zelfs in de onderaardse verzamelplaats der doden of in de diepte van de oceaan kan niemand zich voor Hem verbergen. Ook als de dichter zou voortsnellen op de vleugels van het morgenrood, God zou hem weten te vinden (Ps. 139:9). Naar oud-oosterse opvatting stijgt elke morgen het licht op uit de donkere horizon en verdrijft het de duisternis. De dageraad lijkt op een vogel met uitgespreide vleugels, opklimmend naar de zon. De vleugels verbeelden de snelheid en de vlucht. De profeet Maleachi spreekt over de vleugels van de zon die genezing brengen in de benauwde gemeente van de Heer (3:20[4:2]). De genezing ligt in de vleugels van de zon. De vleugels zijn symbool voor regen en de regen symboliseert weer de goddelijke zegen. Het beeld van God die wandelt of zweeft op de vleugels van de wind (Ps. 18:11; 104:3), duidt Gods komst waarbij de natuur zijn komst begeleidt en accentueert; zo dient de wind als zijn voertuig. Zoals een vogel die dreigend door het luchtruim zweeft, zo snelt God langs het firmament om recht te doen op aarde.

c.In de visioenen van de profeten nemen wezens met vleugels een belangrijke plaats in. Jesaja aanschouwt bij zijn roeping slangachtige wezens met elk zes vleugels. Daarvan bedekken er twee hun aangezicht en twee hun voeten (schaamte) uit eerbied voor de Eeuwige; met de andere twee vleugels vliegt het wezen (Jes. 6:7). Ezechiël voert nog nadrukkelijker vier sfinxachtige wezens ten tonele, elk met vier vleugels (Ez. 1; 3; 10; vgl. Op. 4:8). Van deze kleurrijke tekeningen kunnen we de symboliek niet meer in haar geheel verstaan. Wat overblijft is het huiveringwekkende en ontzagwekkende van de godsverschijning, waarmee de roeping van de profeten gepaard gaat. De vleugels verwijzen naar de ruimte, de hemel; ze verbergen en onthullen tegelijk. Het zijn allemaal indrukwekkende plaatjes bij het woord dat de Eeuwige laat horen in de tijd. In het visioen van Zacharia verschijnen twee vrouwen met ooievaarsvleu gels. De vrouwen dragen de goddeloosheid weg naar een land waar de goddeloosheid thuis hoort, ver weg van Israël (Zach. 5:9). Voor de gemeente is dat een teken van hoop: er komt een bestaan zonder vervreemding.

d. Roofvogels die hun vleugels uitspreiden, symboliseren een aanstormende mogendheid die andere mogendheden onder de voet loopt. Zo’n overval vindt plaats in Moab en Edom (Jer. 48:40; 49:22; zie ‘roofvogel’, B-a). Jesaja tekent Assyrië als een rivier die buiten haar oevers, beeld voor andere landen, treedt en als een vogel die zijn vleugels wijd uitspreidt over Israël (8:8). Even later hekelt hij in een prachtige beeldspraak de Assyrische hoogmoed over zijn triomfantelijke aanval op de ‘vogels’, dat zijn de volken, van rondom (10:14). De hand van Assyrië grijpt naar de volken als naar een vogelnest: de moedervogel verroert haar vleugels niet en doet haar snavel niet open. De moedervogel staat voor een overwonnen volk, de roerloze vleugels en dichte snavel voor weerloze overgave.

Praxis

a.Liederen:

Liedboek: Psalm 7; 17-18; 42; 61; 63; 91; 139; Gezang 24; 43; 49; 139; 280; 383; 438; Eva II: 55; Gezangen: 400A; Laat ons: 17; Liturgie: 384; 651; Zingend VI: 28; 65; ; Zlicht: 7; Zolang: 64 (= Liturgie: 594).

b.Poëzie:

Hans Bouma, Mens in weer en wind, Kampen 1998, blz. 97: ‘Vleugelslag’. Ida Gerhardt, Verzamelde gedichten, Amsterdam 1980, blz. 64: ‘De vogel’. Wim Ramaker, Dichterbij kan ik niet komen, Kampen 1993, blz. 53: ‘Vleugellam’. Bert Schierbeek, Vlucht van de vogel, Nijkerk 19982, blz. 38-43: ‘Voor Frank Lodeizen’. M. Vasalis, Gedichten, Amsterdam 1997, blz. 95: ‘Ik droom steeds vaker…’.

c.Verwerking:

In de kunstwerken van M.C. Escher treffen we ook vogels aan, vliegende en klapwiekende vogels. Bijvoorbeeld de houtsnede ‘Dag en nacht’. Zijn verbeelding van vogels kan ons brengen bij existentiële ervaringen. De bijbelse teksten suggereren diverse thema’s, te weten: God als schuilplaats, geborgenheid, vluchtelingen en asielzoekers, de goddelijke komst naar en aanwezigheid onder mensen, machtsuitbreiding en -verlies, agressie.

Verwijzing

Het spreekt vanzelf dat vleugel niet te scheiden is van ‘vogel‘. Ter wille van de leesbaarheid bespreken we deze woorden apart, met de kanttekening erbij dat zij bij elkaar horen. Ook kunnen we verwijzen naar aparte vogels, in het bijzonder naar ‘roofvogel‘ en ‘haan‘ (hen). De beeldspraak ‘vleugels van de Heer’ heeft raakvlakken met ‘schaduw‘. Zie verder nog ‘vlieg‘.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken