Het wenen van Jozef
Als Jozef alleen is met zijn broeders begint hij luid te wenen (Hebr.: bakhah). Dan vraagt hij aan zijn broeders: ‘Leeft mijn vader nog?’ (Genesis 45:3). Deze vraag is opmerkelijk, aangezien Jozef dat al weet. Hij heeft dat kunnen opmaken uit het pleidooi van Juda (44:18-34) die zegt: ‘Wij hebben een oude vader’ (44:20). Juda noemt wel het sterven van zijn vader, maar doelt daarmee op wat zou kunnen gebeuren als hij zonder Benjamin, de jongste broeder, zou terugkeren (44:22.31).