Menu

None

Je krijgt er zo veel voor terug

Theologisch drieluik

Dit is de reactie van Irma Pijpers-Hoogendoorn op het drieluik over kindertheologie.

Lees het drieluik van Maartien Hutter hier: samen ontdekken (dl. 1); de theorie (dl. 2) en de praktijk (dl. 3).

Irma Pijpers-Hoogendoorn

“Laten we minder snel naar panklaar materiaal voor momenten met kinderen en jeugd grijpen, en de ontmoeting aangaan.”

Theologisch drieluik: kindertheologie (reactie)

Afgelopen weken hebben veel mensen dankzij Maartien Hutter kennis kunnen maken met het fenomeen kindertheologie. Al een tijdje is dat geen onbekende materie. Toen ik rond 2008 bij JOP, de Jeugdorganisatie van de Protestantse Kerk, werkte, leerde ik, via Henk Kuindersma (die samen met Maartien Hutter het boekje Nooit meer een kleurplaat schreef, dat zeker een aanrader is om ter hand te nemen voor als je meer van kindertheologie weten wil), wat kindertheologie inhoudt.

Het mooie, en wellicht meest vernieuwende punt van kindertheologie, is dat het kind en diens vragen centraal staan. Daarmee sluit de kindertheologie aan bij de tijd waarin we leven. Meer dan vroeger worden kinderen gezien als volwaardige gesprekspartners die ouders, verzorgers en jeugdwerkers evengoed aan de hand kunnen nemen om hen zo met nieuwe ogen naar de wereld om hen heen te leren kijken. Hierop gaat Maartien in haar tweede blog op in, als zij spreekt over de wederkerige ontsluiting.

Kindertheologie sluit met het centraal stellen van de vragen van het kind, aan bij de tijd waarin we leven

Gelukkig zijn er steeds meer activiteiten in de kerk die als doel hebben kinderen centraal te stellen en zo ruimte te geven voor de inbreng van kinderen zelf, bijvoorbeeld de interactieve vertelmethode Godly Play en Kliederkerk.

Het verloren schaap

Zelf heb ik het meest aan den lijve kunnen ondervinden hoe kinderen op hun manier het bijbelverhaal ervaren tijdens een Kerk op Schoot-viering. Met een aantal peuters verkenden wij het verhaal van het verloren schaap. De kinderen aaiden de vacht, konden zich verkleden als herder en konden op een knopje drukken om het geluid van een schaap te horen – wat natuurlijk een zeer populair onderdeel was.

Maar het meest indrukwekkende gedeelte was nog wel het moment dat we de schaapjes gingen tellen en er ééntje zoek was. Het ene kind was buiten zichzelf van verdriet omdat er een schaapje weg was en rende door de kerk terwijl zij “Schaapje kwijt! Schaapje kwijt!” riep. Een ander kind ging voortvarend op zoek en vond in de hoek de doos met de reserveschaapjes. Weer een ander kind vond het schaapje dat we ècht verstopt hadden en danste door de kerk heen. De schaapjes gingen mee naar huis en ouders vertelden later nog hoe de schaapjes thuis verstopt en weer gevonden werden. Een enkel kind hoorde ik – toen ze de volgende keer in de kerk waren – nog weer beginnen over het schaapje.

Geen tenenkrommende kindermomenten meer

De gezamenlijke ervaring reikte mij als professional, maar ook de ouders voldoende aan om opmerkzaam te zijn voor de kinderen èn hun belevingswereld. De viering reikte tevens de kinderen het bijbelverhaal van het verloren schaap aan en in die viering ontstond  een mooie wederkerige ontsluiting die alle aanwezigen niet snel zullen vergeten.

Niet alleen in de sfeer van het gezin, maar ook in de kerk is de toegevoegde waarde van kindertheologie groot

Hierdoor is deze viering één van de gouden momenten geworden waar samen ontdekt, geleerd en getheologiseerd is. Alleen daarom al is het zeer aan te bevelen dat veel (jeugd)professionals in de kerk de gelegenheid krijgen zich meer te bekwamen in kindertheologie. Als iedere predikant zou leren hoe je de vragen kan stellen om tot wederkerige ontsluiting te komen, dan zouden er geen tenenkrommende ‘momenten met de kinderen’ meer zijn in de eredienst. Samen met een kind aftasten wat de betekenis is van (geloofs)traditie en Bijbelverhalen in hun dagelijks leven is, kan mooie, waardevolle momenten opleveren. Niet alleen in de kring van het gezin, maar ook in de kerk.

Waar kindertheologie wel en niet past

Toch zou ik kindertheologie niet snel inzetten tijdens het ‘moment met de kinderen’, tijdens de kerkdienst. Zoals Maartien in haar derde blog al schrijft, is één van de belangrijkste vereisten om kindertheologie te bedrijven, een vertrouwde, veilige en open sfeer. En die vind je niet voorin de kerk, op het liturgisch centrum met de ogen van de hele gemeente in je rug (en een lachsalvo als ‘beloning’ op het antwoord dat gegeven wordt).

Daarnaast moet je als (jeugdwerk)professional goed weten wie de kinderen zijn die je voor je hebt. Dat is ook vaak in de dynamiek van dat specifieke moment in de liturgie niet het geval. En zoals de pedagoog Wim ter Horst al zei: niet ieder ‘gouden moment’ kan automatisch in elke situatie gekopieerd worden. Een gouden moment ontstaat pas als zowel de opvoeder (of professional) als het kind daarvoor dezelfde passie delen.

De noodzaak van een veilige, open sfeer en aandacht voor het kind, maken kindertheologie lastiger toepasbaar in de liturgie

Panklaar materiaal in de prullenbak

Veel meer zou ik daarom de vrijwilligers van de kindernevendienst, de kindercatechese of andere jeugdwerkers willen toerusten om kindertheologie in hun activiteiten toe te passen. Dat vergt veel van die vrijwilligers: een open blik, om te zien wie zij voor zich hebben. Iets dat soms best moeilijk is, aangezien veel gezinnen niet (meer) wekelijks in de kerk komen. Het kost dan tijd om de kinderen goed te leren kennen, en ook om (vanwege de telkens wisselende samenstelling van de groep) een open en veilige sfeer te creëren.

Daarnaast vergt het ook aandacht om goed te luisteren naar wat er gezegd wordt en goed door te vragen. Dat kan betekenen dat de agenda’s van de (soms goed voorbereide) bijeenkomsten dan soms terzijde geschoven moeten worden. Er zal dan een groot beroep worden op het improviserend vermogen, aangezien de beproefde methodes waarmee veelvuldig gewerkt wordt meer bezig zijn met geloofsoverdracht dan ruimte geven aan de eigen inbreng van de kinderen.

Dat alles maakt dat panklaar materiaal zoals we het vroeger kenden misschien in deze tijd naar de prullenbak verwezen kan worden en dat geen een bijeenkomst hetzelfde zal zijn (of herhaald kan worden in een nieuwe setting). Maar als het lukt om met kindertheologie het gemeentewerk vorm te geven, dan zal het voor iedereen een enorme verrijking zijn.

Irma Pijpers is predikant bij de PKN in Zutphen en heeft langere tijd bij JOP, de Jeugd Organisatie van de PKN, gewerkt.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken