Boekbespreking: Romeinse Kruisiging
Het TV-programma The Passion is al jaren een vaste waarde in de Nederlandse TV programmering rond Goede Vrijdag. In het programma is een centrale plaats weggelegd voor een groot kruis dat in een stoet van mensen door de stad gedragen wordt naar de plaats waar de kruisiging van Jezus volgens het TV-script van dat jaar zal plaatsvinden. De scène illustreert hoezeer het symbool van het kruis deel van de Westerse, door het christendom beïnvloede cultuur is geworden. De herinnering aan het kruis als gruwelijk martelwerktuig is misschien niet helemaal afwezig, maar is toch op z’n minst op de achtergrond geraakt.
Wat hield Romeinse kruisiging historisch gezien nu eigenlijk in? Welk licht werpen historische bronnen – zowel literaire als archeologische bronnen – op de praktijk en percepties van kruisiging? En wat impliceert dit voor hoe we kijken naar de bekendste gekruisigde uit de geschiedenis, Jezus van Nazaret? Op deze en soortgelijke vragen geeft Ruben van Wingerden antwoord in zijn boek over Romeinse kruisiging. Het boek valt te typeren als een historische studie over de praktijk van en percepties over kruisiging in het Romeinse Rijk. Het is geschreven voor een breed lezerspubliek met interesse in historische vragen. De auteur is beslist een autoriteit op het onderwerp. Dat blijkt uit een indrukwekkende reeks gepubliceerde wetenschappelijke artikelen op zijn naam en zijn dissertatie over vroegchristelijke percepties van ‘het kruis opnemen’ (Universiteit Tilburg, 2023).
Het boek heeft een heldere opbouw, met hoofdstuktitels die direct duidelijk maken wat in het betreffende hoofdstuk centraal staat. Na het eerste, inleidende hoofdstuk gaat Van Wingerden allereerst in op de achtergronden van Romeinse kruisiging. Hoe functioneerden ophanging en kruisiging in oudere culturen? Welke terminologie hanteerden de Romeinen als zij spraken over kruisiging? In feite draait het in dit hoofdstuk om de vraag naar definitie: wat bedoelen we nu eigenlijk wél en níét wanneer we spreken over Romeinse kruisiging? De volgende hoofdstukken richten zich op historische vragen: wie werden er gekruisigd (hoofdstuk 3), wat leren archeologische bronnen ons over Romeinse kruisiging (hoofdstuk 4) en hoe ging Romeinse kruisiging concreet in zijn werk (hoofdstuk 5). De volgende twee hoofdstukken richten zich op de beeldvorming over kruisiging in de toenmalige Grieks-Romeinse en Joodse culturele contexten (hoofdstuk 6) en in het Nieuwe Testament (hoofdstuk 7). Het laatste hoofdstuk beschrijft het uit gebruik raken van Romeinse kruisiging in eigenlijke zin en martelpraktijken uit latere tijd – zelfs tot op de dag van vandaag – die op Romeinse kruisiging lijken voort te bouwen.
Van Wingerden heeft een gedegen aanpak. Ter onderbouwing citeert hij ruimschoots antieke bronnen met een interpretatie die aansluit bij recente inzichten in de wetenschappelijke literatuur. Bronteksten worden in vertaling geciteerd, waarbij in een voetnoot de oorspronkelijke tekst wordt weergegeven en vertaalkeuzes worden toegelicht. Op die manier wordt een breed lezerspubliek gediend: zowel de geïnteresseerde niet-specialist als de classicus of theoloog zal met het boek uit de voeten kunnen.
Gaandeweg rekent het boek af met allerlei mythen die in de Westerse cultuurgeschiedenis rondom kruisiging zijn ontstaan. Zo werd, anders dan in het hierboven genoemde TV-programma, niet het gehele kruis gedragen, maar slechts de dwarsbalk, de patibulum (p.94-95). Een ander voorbeeld betreft het vastnagelen van de gekruisigde. Wanneer dit gebeurde, werden spijkers niet door de platte hand of voet geslagen, zoals het in de Westerse kunstgeschiedenis wordt voorgesteld, maar door de hiel (p.73-74). Ook laat Van Wingerden eerlijk zien dat er veel is dat we niet weten, zoals wat voor zweep gebruikt werd bij de martelingen die met kruisiging verband hielden (p.91-92) of wat bij kruisiging de dood veroorzaakte (p.101-103); het wijdverbreide idee dat het gaat om dood door verstikking blijkt in elk geval onverenigbaar met het beeld dat historische bronnen schetsen.
Het langste hoofdstuk van het boek gaat over kruisiging in het Nieuwe Testament. Dat is niet zonder reden: nergens anders in de Oudheid is zoveel aandacht voor kruisiging als in het vroege christendom, waarin de gekruisigde Jezus van Nazaret vereerd werd. Van Wingerden laat zien hoe de negatieve beeldvorming in de toenmalige culturen in het Nieuwe Testament werd omgevormd naar een positieve waardering van de gekruisigde Jezus. In het persoonlijk getinte nawoord spreekt de auteur hierover zijn verwondering uit en na het lezen van het boek kan ik niet anders dan die verwondering delen.
Niet in alles wist het boek mij helemaal te overtuigen. Gedeserteerde Romeinse soldaten buiten beschouwing gelaten – dat zij soms eindigden aan het kruis, staat wat mij betreft niet ter discussie –, is er inderdaad nog een klein aantal bronnen uit de eerste eeuw dat melding maakt van bepaalde Romeinse gezagsdragers die zelfs Romeinse burgers lieten kruisigen (par. 3.4). Die vermeldingen functioneren in de literatuur in kwestie echter zonder uitzondering als illustratie van hoe ongepast en schandelijk de gezagsdrager in kwestie handelde. Zelfs als het om meer gaat dan een louter retorisch in diskrediet brengen – een mogelijkheid die mijns inziens ten onrechte niet overwogen wordt – dan nog laten de bronnen zien dat het hier zozeer om afkeurenswaardige uitzonderingen gaat, dat de algemene conclusie dat soms ook Romeinse burgers werden gekruisigd wat mij betreft toch te sterk is. In het licht van het boek als geheel gaat het bij voorbeelden als deze echter om kleinigheden. Het is een kwestie van nuance die slechts een beperkte kanttekening plaatsen bij een gedegen, informatief en verrijkend boek, dat over dit onderwerp het beste is dat in het Nederlandse taalgebied verkrijgbaar is. Van harte aanbevolen.
Marco Rotman is docent Hermeneutiek en Nieuwe Testament aan de Christelijke Hogeschool Ede.
Ruben van Wingerden, Romeinse kruisiging. Walburg Press, 2024. 215 pagina’s. € 24,99.