Menu

Basis

De cirkel van Wijsheid als ruimte van liefde bij Hildegard van Bingen

Cirkels en mandala’s: het universum als harmonisch geheel

Hildegard van Bingen gebruikte de cirkel als beeld voor de harmonie en de ordening van de schepping. De cirkel (vergelijk de mandala) is een heelheid waarin alles en iedereen een plaats heeft en die door God wordt omvat. Caritas (de verpersoonlijking van de goddelijke liefde) wordt tot uitdrukking gebracht in de cirkelende beweging van vrouwe Wijsheid.

Altijd Aanwezige cirkel en kern van mijn leven,
Jij trekt aan en omhult.
Ruimte van liefde, nodig mij uit om binnen te gaan.

Simone Huisman

In dit gedicht spreekt de auteur over de cirkel en de kern van haar leven, die op een of andere manier met elkaar verbonden zijn in een harmonisch geheel. Simone Huisman werd gefascineerd door de ‘mandala’: een cirkel om een middelpunt dat het centrum vormt van een kosmische ruimte. De mandala is ontstaan in het hindoeïsme en Tibetaans boeddhisme en heeft zich de afgelopen decennia ook verbreid naar het westen. Velen zijn ermee bekend.

God heeft alles met liefde en goedheid geordend

Het christendom is niet zo vertrouwd met het beeld van de cirkel. In de Bijbel komt de cirkel nauwelijks voor. De weinige plaatsen waar de cirkel genoemd wordt, is de bijbelse wijsheidsliteratuur, met name in de wijsheidsboeken Spreuken en Wijsheid van Jezus Sirach.

De wijsheidsliteratuur was in de Middeleeuwen enorm populair en veel geestelijke auteurs hebben daaruit geput. Een van hen is Hildegard van Bingen (1098-1179). Deze veelzijdige vrouw gebruikte het beeld van de cirkel om de harmonie en de ordening van de schepping uit te drukken (een afbeelding staat op de website van de rechthebbenden.

Deze bijdrage begint met de bijbelse wijsheidsliteratuur en vervolgt met de geschriften van Hildegard van Bingen. Ik begin met een van haar bekendste liederen: O virtus Sapientiae: over de kracht van Wijsheid, en vervolg met enkele passages uit haar visioenenboek: Liber Divinorum Operum: Boek over Gods werken. Als afsluiting citeer ik een passage uit een brief van Hildegard.

Mandala
Ook in het Westen is het tekenen en kleuren van mandala’s bekend.
(beeld: Anke Sundermeier, Pixabay)

De cirkel van Wijsheid in de bijbelse wijsheidboeken

Alles heeft een plaats

De wereld waarin wij leven heeft een bepaalde ordening, een samenhang waarin alles en iedereen is opgenomen. Het is niet altijd gemakkelijk om de harmonie te zien, en de ordening van de wereld te begrijpen, zeker niet als vragen naar het waarom van het kwaad aan de orde van dag zijn. In de bijbelse wijsheidstraditie heeft deze ordening te maken met Gods zorg voor zijn schepping en ook met zijn voorzienigheid: Gods trouw tot in eeuwigheid. Met voorzienigheid wordt dus niet bedoeld dat alles al is vastgelegd. Bij de ordening van de schepping gaat het om Gods onzichtbare hand die betrokken is en blijft op de schepselen. De Schepper die alles en iedereen in het leven heeft geroepen en een plaats heeft gegeven. Daarover staat geschreven in het boek Wijsheid van Salomo, waarin wordt verteld over de ordening van de schepping die fundamenteel gericht is op God:

‘Maar U hebt alles naar maat en getal en gewicht geordend.’ (Wijsheid van Salomo 11:20)

God heeft alles met liefde en goedheid geordend. Deze ordening betekent dat alle levende lichamen een plaats hebben in het universum: planten, dieren en mensen.

De cirkel die alles en iedereen omvat

In het wijsheidsboek Spreuken komt de onmetelijke ruimte van het begin tot uitdrukking in de cirkel. Deze cirkel tekende de Schepper op de oervloed, toen alles nog woest en leeg was. Bij dit scheppingswerk was Wijsheid aanwezig. Wijsheid duidt niet op inzicht, levenskunst en praktische kennis zoals wij wijsheid verstaan. In Spreuken wordt Wijsheid voorgesteld als een persoon:

‘De Eeuwige heeft mij vóór al het andere verworven,
toen hij zijn scheppingswerk begon, schiep hij eerst mij.
Ik werd uitgegoten, nog voor alles er was,
nog voor de aarde vorm kreeg.
Toen er nog geen oceanen waren, ben ik onder weeën voortgebracht,
nog voor de bronnen met waterstromen (…).
Ik was erbij toen hij de hemel zijn plaats gaf
en een cirkel op het water trok.’ (uit: Spreuken 8:22-27)

Vrouwe Wijsheid was betrokken bij het scheppingswerk dat de Eeuwige verrichtte. Voordat ik inga op de cirkel die God trok bij zijn scheppingswerk, wil ik eerst stilstaan bij de unieke beelden die in dit fragment aan God worden toegeschreven. Eerst vertelt Wijsheid hoe ze werd gevormd: ‘Ik ben uitgegoten.’ God creëerde haar als een kunstenaar. In het Hebreeuws wordt het woord nasakh gebruikt dat ‘metaal uitgieten’ betekent. In het vervolg vertelt Wijsheid dat ze als een kind uit God werd geboren. Onder weeën werd ze voortgebracht (in het Hebreeuws staat het woord chil, dat ‘weeën hebben’ betekent). Als een vrouw baarde God haar kind Wijsheid.

God bracht samen met Wijsheid zijn scheppingswerk tot stand

In het boek Spreuken gaat het scheppingswerk anders dan in het boek Genesis. In laatstgenoemde wordt verteld dat God zich met een wervelende geest aan het werk zette om de schepping tot stand te brengen. In Spreuken wordt echter verteld dat God een cirkel trekt en daarin werden al zijn werken geordend. In aanwezigheid van Wijsheid riep hij alle dingen tot leven en gaf ze een plaats: in de hemel en op aarde, in de wateren en de wolken. Bij dit scheppingswerk was Wijsheid als zijn troetelkind aan zijn zijde (Spreuken 8:30). Zij speelde voor zijn aangezicht en maakte muziek en danste. Samen met haar ordende God de dingen. Dat betekent echter niet dat ze zijn hulpje was. Nee, integendeel, Wijsheid functioneerde als Gods partner. Haar relatie met God was harmonieus. Zij stemde met God overeen. Haar muziekspel en dans harmonieerde met God toen hij zijn scheppingswerk verrichte. Zo bracht God – samen met Wijsheid – zijn scheppingswerk tot stand.

Mandala met veel verschillende kleuren
(beeld: Gordon Johnson, Pixabay)

Vrouwe Wijsheid doorloopt het universum

Bovenstaande schildering van het troetelkind Wijsheid die betrokken was bij Gods scheppingswerk (Spreuken 8:22-31) ligt ten grondslag aan de beschrijving van vrouwe Wijsheid in het boek Wijsheid van Jezus Sirach (Sirach 24). Daarin wordt zij beschreven als een vrouw die zichzelf prijst in de hemel en op aarde. Over haar oorsprong vertelt ze dat ze voortgekomen is uit de mond van de Allerhoogste. Zij vertelt over haar zwerftochten:

‘Ik heb de hemelboog alleen doorlopen en ben de diepte van de afgrond doorgetrokken.
Over de golven van de zee, over heel de aarde,
over alle volken en naties kreeg ik macht.’ (Sirach 24:5-6)

De omzwervingen van Wijsheid worden uitgedrukt in werkwoorden van beweging: zij beweegt zich door de hemel, de aarde en de afgronden. Ze vindt uiteindelijk een plek om te wonen in Jeruzalem, op de berg Sion. Voortbordurend op Spreuken, waarin God de cirkel trok in de nabijheid van de persoon Wijsheid, doorloopt Wijsheid de hoogte, de breedte en diepte van het universum. Op deze wijze raakt zij betrokken op alles en iedereen die leeft in het universum. In het vervolg zullen we zien dat Hildegard van Bingen deze universaliteit gebruikt om de alomvattende kracht van Wijsheid in een cirkel uit te drukken.

Hildegard van Bingen
Hildegard van Bingen

Wijsheid en Caritas bij Hildegard van Bingen

Wijsheid bezongen in een lied

Deze wandeling van vrouwe Wijsheid door heel het universum brengt Hildegard van Bingen tot uitdrukking in het door haar gecomponeerde lied: O virtus Sapientiae (o kracht van Wijsheid). U kunt dit lied vinden op youtube, in verschillende uitvoeringen. Mijn voorkeur heeft de uitvoering van het ensemble Sequentia, een ensemble dat zich gespecialiseerd heeft in de liederen van Hildegard:

O virtus Sapientiae 
que circuiens circuisti,
comprehendo omnia in una via, 
quae habet vitam.  
Tres alas habens, 
quarum una in altum volat
et altera de terra sudat
et tertia undique volat.   
Laus tibi sit, sicut te decet, 
O Sapientia          

O kracht van Wijsheid
die cirkelend is rondgecirkeld
alles omvattend in één weg,
die het leven omvat.
U hebt drie vleugels
waarvan er één omhoog vliegt
een andere uit de aarde opwasemt
en de derde vliegt overal.
Lof zij U, zoals het u past,
O Wijsheid.

Met haar aanroep ‘o’ laat Hildegard deze klank opstijgen tot in de hemel. Op deze wijze roept ze de alomvattende kracht van Wijsheid aan. Haar kracht vloeit uit in een cirkelende beweging die alles omvat in één weg en die het leven draagt. Met haar vleugels schept ze verbinding tussen hemel en aarde. Met haar ene vleugel reikt ze naar de hemelen en met haar andere daalt ze af naar de diepten van de aarde, om mensen met het leven zoals het eigenlijk bedoeld is in contact te brengen. Haar inspanning om ons op haar weg te zetten brengt Hildegard tot uitdrukking in het ‘zweten’. Het kost haar blijkbaar veel moeite! Met haar drie vleugels bewerkt ze een verbinding tussen alles wat leeft in het universum.

Een cirkel omvat datgene, wat in hem verborgen is

Dit lied roept associaties op met vrouwe Wijsheid die hemel en aarde heeft doorlopen en door de diepte van de afgronden is getrokken (Sirach 24:5-6). Met haar niet te doorgronden kracht brengt Wijsheid een intense betrokkenheid teweeg op ieder bestaan.

Zon die door de bomen schijnt
‘Gods gelaat was van zo’n grote schoonheid en helderheid, dat ik gemakkelijker de zon dan deze mens zou kunnen aan kijken.’
(Beeld: Ben Kerckx, Pixabay)

Visioen over Wijsheid en Caritas bij de ordening van de schepselen

In haar werk Liber Divinorum Operum (Boek over Gods werken, LDO) vertelt Hildegard over de samenwerking tussen Wijsheid en Caritas (LDO I). Caritas duidt op een persoon die de goddelijke liefde vertegenwoordigt. In onze tijd heeft caritas een andere betekenis gekregen en duidt dit begrip op naastenliefde en liefdadigheid. In een visioen wordt Caritas in de gestalte van een mens aan Hildegard getoond:

‘En ik zag in het geheim van God (…) een mooi en wonderbaarlijk beeld, als het ware de gestalte van een mens, wiens gelaat van zo’n grote schoonheid en helderheid was, dat ik gemakkelijker de zon dan deze mens zou kunnen aan kijken. (…).

Op deze wijze beschrijft Hildegard de openbaring van de gestalte Caritas. Wat opvalt is de schoonheid van Caritas en haar helderheid waarmee ze zich aan Hildegard toont. In het vervolg komt de persoon Caritas zelf aan het woord:

Ik ben de hoogste en vurige kracht, die alle levende vonken heeft aangestoken en niets dodelijks heb ik uitgeademd. Maar ik beslis dat zij zijn: rondvliegend om de cirkel met mijn hogere vleugels, dit is met Wijsheid, heb ik de cirkel juist geordend.

Caritas functioneerde bij de wording van de schepping als de vurigste kracht. Haar liefde duidt op het ‘vurige leven van het goddelijke leven’. Haar vuur is brandend, eeuwig werkende energie die zich onophoudelijk beweegt in de Godheid, en verwijst naar de goddelijke presentie. Met haar vurige kracht ontstak Caritas de vonken in de schepselen met als gevolg dat haar kracht werkzaam is in ieder schepsel. Met haar presentie besliste zij dat de schepselen er zijn. Hun bestaan is geen toeval. Caritas heeft hen gewild en heeft hen lief.

De vurigste kracht van Caritas krijgt gestalte in de ordening die zij samen met Wijsheid verrichtte. Deze ordening krijgt vorm in de ‘cirkel’, waarin aan ieder schepsel een plaats is gegeven. Aan de beschrijving van de cirkelende cirkels ligt een fragment uit het  wijsheidsboek Jezus Sirach ten grondslag dat we hierboven al gezien hebben (Sirach 24:5-6).

De cirkel is geen lege ruimte maar één al volheid

In het boek Wijsheid van Jezus Sirach 24 wordt Caritas echter niet genoemd. In Hildegards visioen worden aan Caritas hogere vleugels toegekend. Op deze wijze wordt aangegeven dat zij het goddelijke handelen vertegenwoordigt in de samenwerking met Wijsheid. In hun samenwerking werd het universum als een harmonisch geheel (cirkel) geordend.

Ordening in liefde

In het hierop volgende visioen (LDO 2) toont de gestalte Caritas zich opnieuw. Hildegard schouwt in een visioen hoe zij in haar hart een rad draagt waarin het universum is geordend. Caritas omvat deze cirkel met haar armen. Op deze wijze wordt uitgedrukt dat Caritas de kosmos draagt:

Want de gestalte van de wereld bestaat in het onvergankelijke weten van de ware liefde, die God is: onophoudelijk cirkelend en wonderbaarlijk voor de menselijke natuur, zodat zij door geen ouderdom aangetast, maar niet door vernieuwing vermeerderd kan worden. Zoals zij aan het begin door God werd geschapen, zo zal zij tot aan het einde der tijden blijven. Want de Godheid is in haar ‘vooruit weten’ en in haar werk volkomen als een rad en op geen wijze te splitsen. Ze heeft noch een begin noch een einde, noch kan ze door iemand begrepen worden, omdat ze zonder tijd is. En zoals een cirkel datgene omvat, wat in hem verborgen is, zo omvat de heilige Godheid onbegrensd alles en overtreft alles. Want niemand kan de Godheid in haar vermogen verdelen noch overtreffen noch tot een einde brengen.

Waar de goddelijke liefde van Caritas werkt, krijgt alles een plaats in de cirkel die het geheel omvat. Caritas vertegenwoordigt de dragende kracht van het gehele universum, die tot uitdrukking is gebracht in de cirkelende beweging van Wijsheid.

Brief over de cirkel en de punt

In een brief aan Odo van Soissons, een hoogleraar aan de Universiteit van Parijs, schrijft Hildegard over God als vader en over de goddelijke liefde. Deze hoogleraar had Hildegard benaderd over de Godsvraag vanuit de scholastieke filosofie. Daarin moest het Gods-bestaan langs rationele weg bewezen worden. Vanuit Hildegards visie zijn God en de schepping met elkaar verbonden in een eenheid. In deze eenheid staat God die is (Exodus 3:14; Openbaring. 4:8) in relatie tot Caritas: de goddelijke liefde die alles omvat. Deze relatie brengt ze tot uitdrukking in de beeldspraak van een punt en een cirkel. Deze cirkel is geen lege ruimte maar één al volheid. In de woorden van Hildegard:

Wie namelijk zegt, dat het Vaderschap en de goddelijke liefde niet God zijn, tekent een punt zonder cirkel; en wie een punt zonder cirkel wil, ontkent Hem die eeuwig is. En wie ontkent dat het Vaderschap en de goddelijke liefde God zijn, ontkent God omdat hij wil dat er op de een of andere manier een lege ruimte in God is. Dit is niet waar. Integendeel, God is volledig gevuld en wat in God aanwezig is, is God.

De cirkel die alles omvat en God als de oorsprong is van alles van leeft, horen onlosmakelijk bij elkaar.

Ring van licht
De cirkel die alles omvat.
(beeld: AstroGraphix, Pixabay)

De cirkel als ruimte van goddelijke liefde

Dit artikel ben ik begonnen met het gedicht ‘Altijd Aanwezige cirkel’. In de genoemde passages uit de wijsheidsliteratuur en de werken van Hildegard krijgt de ordening door vrouwe Wijsheid gestalte in de cirkel. De goddelijke liefde wordt vertegenwoordigd door Caritas die de dragende kracht is van het geordende universum, uitgedrukt als cirkel. Deze cirkel is een heelheid waarin alles en iedereen een plaats heeft en die door God wordt omvat.

Literatuur

Hildegard von Bingen, Das Buch vom Wirken Gottes, Liber divinorum operum. Vertaald door M. Heieck, Augsburg, 1998.

Hildegard von Bingen, Im Feuer der Taube, Die Briefe. Vertaald door Walburga Storch, Augsburg, 1997.

Hans Wibrink, Leven en werk van Hildegard van Bingen, Heeswijk,, 2018.

H. Wilbrink (red.), Zicht op Hildegard, leven, Visioenen, Geneeskunst, Muziek, Heeswijk, 2020.

Sequentia, Hildegard von Bingen – Saints – Ordo Virtutum – Canticles of Ecstasy – Symphonia and more, Barbara Thornton & Benjamin Bagby, Cologne, Germany, 1995.

Dr. Kitty Bouwman werkt aan een onderzoek naar de begrippen Caritas en Wijsheid bij  Hildegard van Bingen. Als onderzoeker is zij verbonden met het Titus Brandsma Instituut (Nijmegen) en het Ruusbroecgenootschap (Antwerpen). Ze is werkzaam als geestelijk begeleider en docente spiritualiteitstudies aan verschillende opleidingen, en is hoofdredacteur van Herademing.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken