Menu

Basis

De Onderstroom – de spirituele weg van Ans van Keulen, een vrouw met een missie

Ans van Keulen
© Stefan Fokkink

‘In november 2014 kreeg ik van de artsen te horen dat ik niet meer beter zou worden van mijn ziekte.’ Met die indringende zin opent De Onderstroom, het boek dat Ans van Keulen schreef na de diagnose van ongeneeslijke kanker. Wat volgde, was een spirituele zoektocht, waarin zij de belangrijkste thema’s uit haar leven optekende – niet alleen voor haar twee jonge kinderen, maar ook voor haar vrienden en alle mensen die zij in haar korte maar intense leven wist te raken. Een terugblik door Marianne Vonkeman, die haar persoonlijk kende.

Ans van Keulen stierf in 2015, kort na het voltooien van De Onderstroom. Met haar boek wil ze ons vertellen hoe haar leven één doorgaand gesprek was gaan vormen met God – haar Onderstroom. Ze laat zien hoe ze zich steeds meer leerde toevertrouwen aan de zachte krachten van kwetsbaarheid, het openen van het hart en de overgave aan deze innerlijke stroom.

Van Wageningen tot Kenia: spiritualiteit in de praktijk

Ik leerde Ans kennen in 2009. Ze was toen mededirecteur bij Stem in de Stad in Haarlem, een organisatie die dak- en thuislozen en asielzoekers ondersteunt. Deze baan volgde op haar terugkeer uit Kenia, waar ze samen met een Italiaanse priester een grote hulporganisatie had opgezet voor mensen in armoede: St. Martin.

Hoewel Ans technisch opgeleid was aan de Landbouwuniversiteit van Wageningen, ging haar hart vooral uit naar het werken onder de arme bevolking in Afrika. Daar ontdekte ze hoe bijzonder het is om niet hiërarchisch, maar gemeenschapsvormend bezig te zijn.

In Nederland raakte Ans geïnspireerd door het werk van De Ark (Frans: l’Arche), een internationale organisatie die zich inzet voor het samenleven met mensen met een verstandelijke beperking. De Ark werd opgericht door Jean Vanier, wiens visie velen jarenlang inspireerde.1 Samen met haar echtgenoot Stefan begon Ans te onderzoeken of het mogelijk was om zo’n leefgemeenschap in haar eigen omgeving op te zetten. Ze verzamelde een groep gelijkgestemden om zich heen, en er kwam een voormalig klooster beschikbaar.

Juist in deze periode kreeg ze de diagnose kanker en moest ze haar levensverwachting bijstellen. Ze maakte niet meer mee hoe de Ark in Bloemendaal gestalte kreeg. Op 26 november 2015 overleed Ans, kort na het voltooien van haar boek De Onderstroom. Ze werd 49 jaar.

De ontdekking van de Onderstroom

Ans was kerkelijk opgevoed, maar God en de Bijbel bleven lange tijd op enige afstand. Door haar werk met de armen in Kenia veranderde dat. Ze werd zich bewust van een innerlijke dynamiek, een onderstroom in haarzelf. Ze schrijft:

‘Ik noem die Onderstroom: God. Je kunt hem ook je innerlijke kompas noemen, of in meer bijbelse termen de Eeuwige, of de Ene. Vraag me niet om deze God te beschrijven. Dat kan ik niet. Het is een te groot mysterie. Het heeft te maken met de alles omvattende Liefde die ik heb ervaren en die mij heel gelukkig heeft gemaakt’.

In St. Martin kwamen de Bijbelverhalen dichterbij: 

‘Als je aan het lezen raakt, staat de Bijbel vol met verhalen over de armen, zwakken en zieken en gehandicapten, en met verhalen over recht doen aan verdrukte mensen. En dat was nu juist wat we elke dag tegenkwamen in ons werk. En zo gingen geloofsverhalen uit de Bijbel en dagelijkse realiteit elkaar bevruchten. Er ontstond een uitwisseling tussen beide werelden.’

De omkering van buiten naar binnen, en van doen naar zijn

Geleidelijk aan leerde Ans om niet alleen zorg te dragen voor anderen, maar ook voor zichzelf. Wat waren haar eigen drijfveren, behoeften en schaduwkanten? Deze weg naar binnen opende zich tijdens een stilteretraite. Ze vertelt hierover:

‘Mijn eigen tekortkomingen ging ik scherper zien. Ik werkte bijvoorbeeld te vaak om erkenning, waardering en bewondering van mensen te krijgen en kon daar maar moeilijk van loskomen. Deze omkering van buiten naar binnen, die in Kenia is begonnen, is een belangrijk kantelpunt geweest in mijn leven. Stap voor stap ben ik verdergegaan op deze weg naar binnen, om mijzelf verder te leren kennen met al mijn mooie maar zeker ook mijn schaduwzijden. Het werd een weg waarbij ik meer en meer vertrouwd raakte met mijn Onderstroom.’

Niet wat je doet, maar wie je bent – dát moest meer prioriteit krijgen. En dat bleek een belangrijke les toen ze later geconfronteerd werd met haar ziekte. Ze vertelt:

‘Nu stond ik plotseling noodgedwongen aan de kant. Wat was ik dan nog waard? Toch heb ik gemerkt dat deze periode van zijn heel heilzaam voor mij is. Ik heb ervaren dat doen niet bepalend is voor wie je ten diepste bent. In mijn diepste binnenste, waar ik raak aan God, ligt ook het diepere weten dat ik goed en geliefd ben, zoals ik ben. Het is vanuit die bron dat ik liefde voel stromen, voor mijzelf en naar anderen. Toen die verbinding sterker werd, kreeg ik er vrede mee om gewoon te zijn.’

Verlangen naar gemeenschap

Haar belangrijkste leermeesters waren mensen met een verstandelijke beperking. Zij deden niet zozeer een beroep op haar verstand, maar op haar hart, op haar gevoel. Dat was voor Ans een belangrijke aanvulling. Van nature had ze een zakelijke en rationele instelling, maar deze mensen vroegen iets anders van haar:

‘Ze helpen mij om uit mijn hoofd te komen en menselijke waarden en liefde centraal te stellen.’

St. Martin was dan ook niet zomaar een hulpverleningsproject, maar veeleer een gemeenschap. Cliënten en werkers leefden met elkaar mee. Het verlangen naar zo’n gemeenschap bleef bij haar, ook nadat zij en haar man vanwege de scholing van hun twee kinderen terugkeerden naar Nederland. Het was een teleurstelling dat Stem in de Stad toch vooral een organisatie bleek te zijn met dienstverbanden en takenpakketten. Maar haar verlangen bleef. Ze vertelt:

‘Mijn ervaring met verlangens is dat een diep verlangen niet zozeer wordt vervuld, maar dat het blijvend en soms schurend aanwezig is. (-) het verlangen naar het goede leven, naar een warme en veilige plek waar je jezelf kan zijn, goed zoals je bent, waar je je ten volle kunt ontplooien en waar onvoorwaardelijk van je wordt gehouden. Ik zie dit zelf als een verlangen naar God, naar een, wat je zou kunnen noemen, een goddelijk leven of een leven zoals het bedoeld is. Ik denk dat dit een verlangen is dat in het hart van ieder mens is geplant.’

Burn-out en terugkeer naar stilte

Ans was van zichzelf een rustige vrouw. Ze reageerde heel bedachtzaam en overwoog haar woorden zorgvuldig. Toch was het vaak druk in haar eigen hoofd. Terug in Nederland raakte ze opgeslokt door het tempo van het bestaan en verloor ze het contact met haar Onderstroom. Dat wreekte zich in een burn-out.

‘Pas op het moment dat de omstandigheden mij gedwongen stilzetten, kwam er ruimte voor reflectie en maakte ik weer contact met mijn Onderstroom. Echte stilte heb ik pas ervaren toen ik ziek werd. Toen viel er heel veel ruis weg. Mijn ego werd als vanzelf kleiner en kleiner, want wie was ik nu werkelijk, nu ik geen positie meer had en niet meer kon presteren zoals ik zou willen? Toen werd het ineens soms werkelijk stil in mij, kon ik voelen wie ik ten diepste was en kon er ineens een besef of een dieper weten in mij opkomen van Gods aanwezigheid.’

Toen ze de diagnose uitgezaaide darmkanker kreeg, verdwenen alle gedachten aan ‘later’. Het hier-en-nu werd de ruimte om om te kunnen gaan met wat er werkelijk was.

‘Eigenlijk is het één grote oefening om het uit te houden in het niet-weten. En je houdt het alleen maar uit in het niet-weten als je de toekomst en jouw ideeën over hoe die toekomst eruit zou moeten zien, kunt loslaten, kunt laten voor wat hij is, namelijk nog niet. Naarmate het mij beter lukte om in het hier en nu te blijven (–) ging ik mij steeds beter voelen. Tot ik op een dag, toen ik voor het huis in het zonnetje zat, mij ineens heel gelukkig voelde. Ik had het gevoel dat dit geluk mij werd gegeven. Het welde op uit mijn Onderstroom, God zelf.’

Zachtheid: het uithouden van de naakte waarheid van deze wereld

In St. Martin stond een tekst op de muur van het gebouw:

‘Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven, ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven.’ (Ezechiël 36,26).

Die woorden spraken haar erg aan. Je hart versteent als je steeds de controle wilt houden, ook al heb je die niet. Haar ziekte leerde Ans iets anders:

‘Vooral door mijn ziekte heb ik van lieverlee steeds beter geleerd om los te laten. Ik merkte dat door los te laten er ook iets zachts in mij werd. Deze zachtheid heeft, denk ik, alles te maken met kwetsbaarheid en kwetsbaar durven zijn, het uit durven houden in de naakte waarheid omtrent jezelf en de naakte waarheid omtrent anderen en de wereld waarin je leeft. Dat het de kunst is om daarbinnen je weg te vinden, in al je kwetsbaarheid en met alle compassie die je gegeven is. Ik kan dat niet anders benoemen dan: mijzelf met hart en ziel overgeven, mij zó op deze manier toevertrouwen aan mijn Onderstroom, voor mij God zelf.’

Je hebt het goed gedaan

De kanker blijkt ongeneeslijk. Het afscheid van haar man en kinderen, haar familie en vrienden komt snel dichterbij. Het verdriet is groot. Totdat er iets gebeurt:

‘Op een bepaald moment, toen ik aan het mediteren was en het verdriet in volle kracht naar boven kwam, klonken ineens de woorden in mij: ‘Je hebt het goed gedaan!’ Deze woorden, waarvan ik niet wist waar ze vandaan kwamen, waren zo ongelofelijk heilzaam, zo helend! Ineens wist ik diep van binnen dat er innig van mij gehouden wordt, inclusief al mijn beperkingen, en dat al die kleine en minder kleine fouten of uitglijders in mijn leven er helemaal niet meer toe deden. Dat de intentie waarmee ik dingen had gedaan, veel belangrijker was. Op dat moment gleed er wat van mij af. Ik wist van binnen dat het, hoe dan ook, helemaal goed zou komen met mij.’

Meer lezen?

De Onderstroom is in eigen beheer uitgegeven. Contactadres: stefan.fokkink@gmail.com

Over de auteur

Marianne Vonkeman is emeritus predikant, redactielid van Herademing en beheert de website www.sporenvangod.nl.

  1. Jean Vanier (1928–2019) was de oprichter van l’Arche. Hoewel hij jarenlang wereldwijd werd gewaardeerd als geestelijk leider en mensenrechtenactivist, kwam na zijn dood aan het licht dat hij zich schuldig had gemaakt aan seksueel grensoverschrijdend gedrag in een religieuze context. Zijn nalatenschap wordt sindsdien kritisch herbekeken. ↩︎

Harde en zachte krachten
Herademing 2025, nr. 2

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken