Menu

Basis

De start van een leven in hoop

Rode besjes onder de sneeuw
(Beeld: Николай Оберемченко via Pixabay)

Dromen van, of werken aan een andere, betere wereld is vaak vechten tegen de bierkaai. Marten van der Meulen gaat te rade bij de theoloog Jürgen Moltmann: heeft hij een hoopvol antwoord?

Er is een manier van leven met de toekomst, die verrassend radicaal en persoonlijk is. Het is tegengif tegen hopeloosheid, zonder dat we de droevige werkelijkheid van klimaatdoem hoeven te ontkennen.

Leven zonder hoop

Op LinkedIn trok een artikel van Zoe Cohen mijn aandacht. Zij is een Britse activist voor Extinction Rebellion en beschrijft hoe de samenleving als een bus in volle vaart op de afgrond afrijdt, terwijl het gaspedaal vastgelijmd zit. Het is volgens haar tijd om ‘alle hoop te laten varen’. Ze schrijft (vertaling door auteur): Ik denk dat hoop ons doodt. […] Het ontneemt ons de mogelijkheid om door te gaan met het echte werk: overleven, samen. We zijn alleen, want niemand komt ons redden.

In het tweede deel van het artikel beschrijft ze hoe we als mensen zonder hoop moeten leven: Dit is niet de tijd om in depressie en wanhoop naar binnen te kruipen, dit is juist het moment om ervoor te kiezen met heel ons hart te leven en een leven te leiden vol betekenis, doelgerichtheid en verbondenheid.

Er gebeurt hier iets opmerkelijks. Terwijl Cohen zegt dat we de hoop moeten laten varen, stelt ze ook iets voor wat eigenlijk heel hoopvol is. Kiezen om met heel je hart te leven is namelijk een belangrijk onderdeel van wat in de christelijke theologie ‘hoop’ genoemd wordt.

Gods toekomst

De Duitse theoloog Jürgen Moltmann (1926–2024) heeft uitgebreid geschreven over hoop. Als je zijn theologie in één zin zou moeten samenvatten (onmogelijk natuurlijk, maar goed), zou je dit kunnen zeggen: liefde voor het leven in het licht van Gods toekomst. Moltmanns denken kan een nieuw perspectief bieden voor onze huidige tijd, ook aan mensen die hun hoop aan het verliezen zijn. Het is bovendien verrassend persoonlijk en radicaal.

Moltmann schreef in de jaren zestig al over de theologie van de hoop. Hij keert de manier waarop we over de toekomst denken om. In plaats van dat wij de toekomst maken, geloven christenen dat de toekomst van God is. Dit is een heel andere manier van denken dan gebruikelijk is in onze moderne samenleving. Onze samenleving is gebouwd op het idee dat je controle hebt of moet hebben over de toekomst. ‘Waar wil jij over vijf jaar staan?’ is een vraag die in zelfhulpboeken en jaargesprekken regelmatig aan de orde komt. Het is uitdrukking van de fictie dat je controle hebt over je toekomst. Maar het blijft een fictie. Ik bedoel: wie had vijf jaar geleden gehoord van COVID-19 of maakte zich druk over een derde wereldoorlog?

Moltmann keert de manier waarop we over de toekomst denken, om

Hoop heeft een andere benadering. Wij ontvangen de toekomst en leren alvast te leven op een manier die past bij wat God bij die toekomst voor ogen heeft. Die hoop is geen loze hoop, maar is gebaseerd op onze eigen, concrete ervaringen. Moltmann haalt Romeinen 4:17 aan, waar in één vers de opstanding en de schepping aan elkaar gekoppeld worden. God is degene ‘die de doden levend maakt en in het leven roept wat niet bestaat’.

Het simpele feit dat er een schepping is en wij elke dag leven, de zon op onze armen kunnen voelen, de vogels kunnen horen fluiten en lucht kunnen inademen, zou ons hoop moeten geven dat iets of iemand sterker is dan de dood. Of op zijn Moltmanns (deze zin moet je even op je laten inwerken): Als we een God hebben die de dingen die niet zijn, tot leven roept, dan worden de dingen die nog niet zijn, die toekomst hebben, ook ‘denkbaar’ omdat er op gehoopt kan worden.

Met ons hele hart

Waarom is dit een nieuw perspectief voor onze tijd? Mensen verliezen nu hun hoop omdat ze merken dat hoe hard ze ook werken, er geen verandering komt. Dat is wat Cohen heeft ervaren. De tegenstand is te groot, de veranderingen zijn te klein en te laat. En ze heeft gelijk. Moltmann voegt echter iets toe aan de hoop, waar Cohen niet over rept. Moltmann zou zeggen dat kiezen om met je hele hart te leven het werk van de Geest is. Het is niet een machteloze en krachteloze wereldmijding omdat we niet anders kunnen, maar juist de manier waarop de toekomst van God inbreekt in het nu.

Met ons hele hart (en onze hele ziel, ons hele verstand en al onze kracht) leven ís Gods toekomst. Het is de start van een leven in hoop. Deze andere manier van kijken naar de toekomst bestaat niet alleen uit vrome woorden. Het heeft verrassende radicale en persoonlijke conse quenties. Het is radicaal omdat het licht van Gods toekomst ons dagelijkse leven in perspectief zet. Als het goed is dat de aarde, de lucht en de hemel wémelen van levende wezens (Gen. 1), kunnen we dan meewerken aan de vernietiging van de wereld? (Dat is een retorische vraag.) Zo denken over de toekomst scherpt ons maar vraagt niet iets onmogelijks waar we de moed van verliezen.

Overtuigd zijn dat je níet weet wat er komt

Het is ook persoonlijk. ‘Je bent niet zo goed in geduldig zijn,’ zei iemand onlangs tegen mij. Leven in het licht van Gods toekomst gaat ook over hoe jijzelf in het leven staat. Leven in vertrouwen, niet grijpen wat je nog niet toekomt, ervan overtuigd zijn dat je níet weet wat de toekomst brengt en daarom een zekere ontspannenheid oefenen, onderscheiden waar het goede opkomt en dat koesteren – het zijn hele eenvoudige maar krachtige manieren om een goed leven te leiden, kome wat komt. En wie weet wat het allemaal teweegbrengt? Vast meer dan we nu hopen of denken.

Marten van der Meulen is universitair docent Godsdienstsociologie aan de Protestantse Theologische Universiteit in Utrecht.

Het artikel van Zoe Cohen is op LinkedIn te vinden: ‘Telling the truth and acting like it’s real: What’s the story in October 2024?’ LinkedIn (blog), 22 oktober 2024.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken