Menu

Basis

Een praktijkverhaal over zielsverwantschap buiten en binnen de kerk

Glas in lood ramen
(Beeld: Pedro Costa Simeao via iStock)

Soms doen we, op onverwachte momenten, ineens een ervaring van zielsverwantschap op met een ander. Ervaren we een intense verbondenheid in een ontmoeting met ‘zomaar iemand’. Het wordt ons gegeven, of beter: aangereikt door de Geest. We kunnen het ook zoeken, of zelf organiseren. Daarvan getuigt dit praktijkverhaal.

Inleiding

Terwijl ik met een gemeentelid in gesprek ben, wandelt er zomaar een derde mee. Die derde is haar hartsvriendin, die ze drie jaar geleden heeft begraven. Ze belde iedere dag met haar. Soms zelfs twee keer. En als het maar even kon, liepen ze als twee oudjes samen gestaag de lange weg naar het tuincentrum. Langs de begraafplaats waar ze elkaar voor het eerst echt hadden ontmoet. Ieder gebogen over het graf van haar echtgenoot. Dat verlies verbond hen in zielsverwantschap. Het is er nog, zegt ze al terugkijkend, maar het blijft wennen om alleen achter te blijven. In het afsluitende gebed bij dit bezoek bedank ik de Derde die onverwacht verschijnt in mensen die met ons verbonden blijven. In leven en zelfs de dood voorbij.

Na dit bezoek blijft ze nog even bij mij hangen. Dit gemeentelid en haar levensverhaal. Haar behoefte aan nabijheid en haar verlieservaringen zijn exemplarisch voor de zoektocht van veel gelovigen. Soms is er die warme verbondenheid met anderen en dan ineens weer de koude rilling van de diepe eenzaamheid.

In dit praktijkverhaal beschrijf ik ervaringen van binnen en van buiten. Van samen en alleen. Van zielsverwantschap en de werking van de Geest.

Er wandelt zomaar een derde mee, de overleden hartsvriendin

Alleen buiten

Op een zonnige dag wisselen we elkaar af in het mooie Hollandse duinlandschap. De wandelaar met het verweerde gezicht neemt het aanbod graag aan. Hij had het, net als ik een half uur daarvoor, op het bankje gemunt met het mooiste uitzicht. Toch blijven we allebei eerst nog even staan en ontstaat er onverwacht een mooi gesprek over de betekenis van het pelgrimeren. Want net terwijl ik opsta van het bankje en hij juist wil gaan zitten, zie ik in een flits de Jacobusschelp op zijn rugzak.

We wisselen pelgrimservaringen uit en vooral herkenning. Over vernieuwd vertrouwen in mensen die soms zomaar onverwacht op je pad komen. Over ontvankelijkheid voor wat een ontmoeting je toevallig brengt. Hij vertelt hoe hij als voormalig rechercheur bij het pelgrimeren een nieuwe kant in zichzelf heeft ontdekt. Want eenmaal onderweg op zijn Camino naar Santiago leert hij met andere ogen kijken. Hij ontdekt tot zijn eigen verrassing dat de weinige eigendommen van zijn medepelgrims in de herbergen onderweg niet gestolen worden. Zijn waarschuwing, om persoonlijke bezittingen toch vooral op te bergen voordat iemand anders ermee vandoor gaat, is overbodig. Hij ontmoet vertrouwen en dat is wennen als je beroepshalve gericht bent op de schending daarvan.

Hij ontmoet vertrouwen en dat is wennen als je beroepshalve gericht bent op schending daarvan

We nemen afscheid met een pelgrimsgroet. Ik loop lichter verder. Even ben ik terug bij de weidsheid van mijn laatste buitenlandse pelgrimstocht. De wandelaar met het verweerde gezicht heeft me er, hier in het Hollandse duinlandschap, weer opnieuw mee in contact gebracht. Even waren we verwant, hij en ik. Zomaar aan elkaar gegeven door de behoefte aan een zonnige rustplaats met een mooi uitzicht.

Samen binnen

Stilte. Een verademing na de hectiek van de heenreis. De eerste kilometers van de dag zitten er op. De uitgebreide kennismaking met de mensen die ons ontvingen in de kerk ligt achter ons. Nu gaan we samen geestelijk op weg. Niet met onze voeten, maar met onze ziel. De gastvrouw neemt ons mee in een aandachtsoefening.

De stilte in het mooie kerkje van Hemmen raakt een snaar bij me. De prachtige gebrandschilderde ramen en de warme gloed van het kleurrijke glas in lood komen beeldend tevoorschijn in mijn licht gesloten ogen. Het roept verwondering op. Over hoe we hier samen zitten. Hoe we ons zomaar laten leiden door een zielsverwantschap, die er kort daarvoor nog niet was. In de stilte voel ik de dankbaarheid om wat me gegeven wordt. Ik verwonder me over het toeval van deze ontmoeting.

Na de meditatie maken we een foto voor de deur van de kerk. Een foto van onze groep en het echtpaar dat ons zo hartelijk ontvangen heeft. Alsof we allebei die ervaringen willen vastleggen. Gesterkt door deze ontmoeting trekken we daarna verder op deze vierde etappe van de Wegen met Zegen in de Betuwe. Zijn het de herfstkleuren van dit bijzondere landgoed die ons raken of is het de diepere laag die onverwacht werd aangesproken? Onderweg wisselen we ervaringen uit. Vooral de geestelijke verwantschap heeft diepe sporen in onze ziel achtergelaten. Het is moeilijk uit te leggen aan onze medewandelaars die pas later die dag aansluiten. Maar ze geloven ons en waren er graag bij geweest.

Terugblik

In de veelheid van het leven in een geloofsgemeenschap kun je met gemak langs elkaar heen leven. Buitenstaanders ervaren sommige groepjes als een muur. Ze komen er niet doorheen en vinden weinig aansluiting.

Thuis zitten gemeenteleden soms wekenlang tevergeefs te wachten op bezoek. Anderen komen al jaren niet meer in het kerkgebouw, maar weten zich er nog altijd innig mee verbonden.

Bij kringen over christelijke meditatie sluiten soms mensen aan die er alleen dan zijn. Niet op zondag in de dienst bijvoorbeeld. Een enkele keer melden mensen, die al uitgeschreven waren, zich toch weer opnieuw bij de administratie van de kerk. Want ze voelen zich aangetrokken door de verrassende werking die uitgaat van allerlei vormen van geestelijke begeleiding. Ze gaan mee op een kloosterweekend, sluiten aan bij een korte wandeling en een langere pelgrimage of gaan het individuele gesprek aan met iemand met wie ze zich verbonden voelen.

Ze reageren vooral op die activiteiten en evenementen die zich kenmerken door een cirkel van vertrouwen. Een cirkel die niet overal even wijd is, maar toch altijd op de één of andere manier verbonden met het geloofsgeheim. Dat raakt aan de werking van de Geest die mensen er steeds weer bij weet te betrekken.

Paradox

Zo kan de vrouw waarmee ik dit praktijkverhaal opende zich, ondanks toenemende ervaringen van eenzaamheid, gezien en gehoord voelen. Ook door al die andere geloofsgenoten die ze niet meer dagelijks ontmoet. Ze heeft haar eigen geloofspraktijk ontdekt.

Zijn het de herfstkleuren die ons raken, of de diepere laag die onverwacht werd aangesproken?

Net als de wandelaar met het verweerde gezicht die ik in de duinen ontmoette. Ik heb geen idee of hij zichzelf als gelovig zou omschrijven. Daarvoor spraken we elkaar te kort. Maar ik voelde een diepe onderlinge verbondenheid. Omdat zijn levenservaringen voor mij een religieuze lading hadden en vernieuwend werkten.

De pelgrimage met een groep gemeenteleden zorgt er steeds weer opnieuw voor dat we allemaal uit onze comfortzone raken. Want eenmaal buiten en onderweg ontberen we onze vaste plek in de kerk. We doen nieuwe ervaringen op. Al gaandeweg en zonder vaste kaders. Wel vanuit het geloof dat we samen op tijd halthouden. Op pleisterplaatsen waar we stil zijn, zingen of luisteren naar woorden die Gods aanwezigheid hier en nu weerspiegelen. En niet in de laatste plaats in ontmoetingen die ons bijblijven. Omdat ze ons gegeven worden, ook al moeten we ze soms zelf organiseren. Het is alsof ze ons ook aangereikt worden door de Geest. Ze vergezellen ons op de terugreis en blijven ons bij. Ze roepen op, steeds opnieuw, om op weg te gaan. Om te blijven bewegen, lichamelijk en geestelijk.

Carla Schoonenberg-Lems is als gemeentepredikant verbonden aan de Protestantse Gemeente te Pijnacker en Delfgauw, en ook geestelijk begeleider.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken