Haaretz, Het Land
Het Israël van vandaag gezien in het licht van de eigen traditie
Gelezen op 25 november 2024: Israëlische regering boycot kritische krant Haaretz, nieuwe stap in inperken van persvrijheid. (NOS Nieuws – Eliane Lamper, redacteur Buitenland.) Na al het verbijsterende nieuws over de vreselijke actie van Hamas op 7 oktober 2023, de daaropvolgende buitenproportionele oorlog in Gaza en Libanon en over het gewelddadig schenden van alle rechten op de Westbank, kan dit er ook nog wel bij.
De krant wordt geboycot en het is voor ambtenaren verboden om contact te hebben met journalisten van de krant.
‘Haaretz is de oudste krant van het land en een van de weinige media die kritisch verslag doen van de oorlog in Gaza en de militaire bezetting op de Westelijke Jordaanoever. De krant wordt in Israël niet veel gelezen, maar is internationaal gerespecteerd om zijn diepgravende journalistiek. Haaretz schrijft geregeld scherpe commentaren over premier Netanyahu en zijn ultrarechtse ministers’, aldus Lamper.
Dat de persvrijheid nu wordt ingeperkt is in mijn ogen (GvB) onvoorstelbaar omdat het zo haaks staat op een oude eigen traditie. Ik ken geen andere traditie dan die van de Hebreeuwse Bijbel waarin een volk zo kritisch naar zichzelf wist te kijken. Zelfkritiek werd niet geschuwd. We zien het bijvoorbeeld als een refrein van het boek Rechters, waarin we herhaaldelijk lezen dat het volk uitsluitend deed wat goed was in eigen ogen en kwaad in de ogen van JHWH – en we zien het ook duidelijk bij de Profeten. Maar, God betere het, zelfkritiek wordt nu geschuwd en zo met voeten getreden.
Het Land
De naam van de krant, Haaretz, betekent letterlijk ‘Het Land’. Over dat land is oneindig veel te zeggen, maar hier in Schrift loont het zich de moeite om nog eens te kijken naar de inname van dat land zoals dat beschreven is in het bijbelboek Jozua (5:10-6:27). Deze tekst staat natuurlijk in een veel bredere context, maar hier beperk ik mij vooral tot het inname-verhaal. Na een lange uittocht, Exodus, staat het volk Israël voor het bolwerk Jericho – en ‘bolwerk’ moet hier dan vooral literair verstaan worden.
Jericho
Jericho behoort tot de oudste steden der wereld. Al duizenden jaren voor de tijd van de Israëlieten had het dikke massieve muren en imposante vesting-torens. In die zin komt het overeen met de tekst in Jozua. We lezen: “Er kon niemand in of uit” (6:1). Alleen zullen de Israëlieten de stad niet zo hebben gezien. Toen zij ervoor stonden was het nog maar een slap aftreksel van wat het in het verleden ooit was geweest. Bij opgravingen is er namelijk nooit iets gevonden van de val van de muur.
Dat maakt al duidelijk dat het Jozua-verhaal niet gelezen moet worden als een geschiedenis zoals wij die kennen, maar als profetische literatuur. Er wordt profetisch gesproken over de God die ruimte schept en die Israël op de drempel opnieuw voor de keuze stelt om voor die ruimte te kiezen.
Waar blijft de herbezinning die meer dan nodig is om niet in een nog grotere chaos te belanden?
Geen geavanceerde strategie – geen militaire kracht
De inname van Jericho heeft niets te maken met een grootschalige militaire aanval. Het lijkt meer op een godsdienstige processie. Zes dagen lang moet er eenmaal om de stad heengetrokken worden. En op de zevende dag zevenmaal. Alsof het om een code gaat om een goed gesloten brandkast te openen. In die ‘code’ staat het getal zeven centraal. Zeven priesters, zeven ramshoorns, zeven dagen en dan, dan valt de stad. Niet doormiddel van krachtig of buitensporig geweld. Het bolwerk waar niemand in of uit kon is gevallen. Niet door menselijke kracht veroverd, maar door de beslissing van JHWH gegeven.
Tegelijkertijd echter lezen wij ook – moeilijk te verteren voor hedendaagse lezers – over het wegvagen van (bijna) alle inwoners en dieren en over een ongekende plundering, waarbij de buit onvoorwaardelijk voor de Heer is die de stad deed vallen. Deel blijkbaar van een oud veroveringsscenario, maar literair ook van belang om later een zekere Achan op te kunnen voeren. Over hem verder hieronder meer.
Na de val van de stad is er land in zicht en dat land zal over de stammen van Israël worden verdeeld als land van God (Jozua 13-24). En herverdeeld als het volk door jaren heen dat besef (dat het land waarop we leven van God is) weer eens was kwijtgeraakt. Die herverdeling vindt na 50 jaar plaats – zeven keer zeven plus een. Een jubeljaar met natuurlijk de ramshoorn er weer bij (Leviticus 25:8 e.v.), want alles staat in het licht van bevrijding in de breedste zin van het woord: religieus, sociaal en economisch.
Ingeklemd
Het boek Jozua staat niet voor niets ingeklemd tussen de boeken Deuteronomium en Rechters. In Deuteronomium vinden we de spelregels voor een goed leven en in Rechters zien we hoe vaak dat ook fout kan gaan als iedereen (zoals al gezegd) slechts doet wat goed is in eigen ogen en kwaad in de ogen van JHWH.
Natuurlijk niet, maar dat ‘gisteren’ linksom of rechtsom wel degelijk doorwerkt in de situatie van vandaag, dat is aantoonbaar
De vertelling over de inname van Jericho staat ook ingeklemd – en in dit geval tussen twee personen. Voor de inname horen we van een zekere Rachab en na de inname van een zekere Achan. Over Rachab horen we al in hoofdstuk twee. Zij heeft de verspieders van het land gered en haar komt dus een bijzondere plaats toe. Zij is de enige die tot dan toe mét Jozua met name is genoemd. En zij verdient (ook als hoer!) die eer omdat ze van buitenstaander medestander is geworden. Haar naam betekent: breed; uitgestrekt. Hier is een zwart-witdenken doorbroken. Het gaat niet uitsluitend om het eigen volk. Er is hier geen reden tot vreemdelingenhaat te vinden. Geen nationalisme. (Deze Rachab deelt in de bevrijding van Israël en krijgt uiteindelijk zelfs een plaats in het geslachtsregister van Jezus – Matteüs 1:5).
Achan, (zijn naam betekent ‘ongeluk’) komt op het toneel na de inname (Jozua 7). Deze man van het eigen volk (uit de stam Juda) vergreep zich aan de goederen die onvoorwaardelijk aan de Heer gewijd waren. Dat wordt niet door de vingers gezien omdat hij eigen was. Integendeel, de Heer ontstak in woede tegen het volk van Israël en dat zal Achan zijn leven kosten.
Rachab en Achan, twee personen tussen wie er geen simpele, a priori gegeven scheidslijn ligt. Een al te eenvoudig wij-zij-denken is er niet als het gaat om goed en kwaad.
Actualiteit
Heeft het boek Jozua nog betekenis voor vandaag? Je hoeft niet blind te zijn om de verschillen te zien tussen het land in de bijbel en het land vandaag. Misschien denkt iemand: je kunt vandaag niet vergelijken met gisteren. Natuurlijk niet, maar dat ‘gisteren’ linksom of rechtsom wel degelijk doorwerkt in de situatie van vandaag, dat is aantoonbaar. Gaat het om de specifieke vraag hoe het land bewoond wordt, dan verwijs ik graag naar wat ik eerder over (de nog tamelijk jonge) geschiedenis van Israël schreef:
“In het boek ‘Exodus’ van Leon Uris (1958), over het ontstaan van de staat Israël, zegt een van de romanpersonen: ‘Niets dat wij, goed of kwaad, ooit zullen doen, kan ooit worden vergeleken met datgene wat het Joodse volk is aangedaan’. Dat klinkt als het excuus van een slachtoffer dat eindelijk in staat is te antwoorden met geweld dat eerst nog alleen bij een dader hoorde. Zoiets als een privilege. Dat is het wat Netanyahu herhaaldelijk zegt om zich met zijn regering te verantwoorden. Zijn naam betekent in het Hebreeuws: ‘Door God gegeven’. Dat moge zo zijn, maar dan toch niet als politicus die zijn eigen traditie niet begrepen heeft.
Blijkbaar heeft hij wel het boek ‘Exodus’ van Uris gelezen, maar geen teksten van Elie Wiesel (1928 – 2016), die in zijn boekje ‘Célébration biblique’ (1975) schreef: ‘Het lijden verleent, in de joodse traditie, geen enkel privilege’.” (Schrift 271 – 2014, blz. 72)
Wiesel nam de traditie van de bijbel serieus en achtte die van betekenis voor ons leven hier en nu. Dat hij in 1986 de Nobelprijs voor de vrede kreeg, moet ook in dat licht worden gezien. Helaas staat vrede vandaag wereldwijd zwaar onder druk en op al te veel plaatsen is vrede of al totaal verdwenen of nog vreselijk ver weg. Noem het uitzichtloos.
Ik sluit af met het laatste nieuws dat ik las over Israël: ‘Joodse kolonisten staan klaar om Gaza te bezetten en krijgen steun uit de regering-Netanyahu’. (Jan van Benthem, Nederlands Dagblad, 29 november 2024) Zo zijn we weer terug bij het begin. Hoe neem je een land in? Of, als je de bijbel nog serieus neemt: hoe doe je dat niet? Niet door uitsluitend te doen wat goed is in eigen ogen. Niet door een deel van het land eerst volslagen plat te gooien om het je vervolgens gewoon toe te eigenen.
Gerard van Broekhuizen is theoloog en kunstenaar.