In dit huis word ik niet veroordeeld

Op verschillende manieren zijn kerken aanwezig in het red light district of in het leven van vrouwen die dat willen verlaten. In het Rachamhuis te Den Haag – een puur particulier initiatief – bieden Marieke en Hans ruimte aan zes vrouwen die uit de prostitutie komen. Margot Berends bracht het een bezoek.
Tijdens het praten houden Marieke en Leah langdurig elkaars hand vast. Het tekent de wederkerigheid in het Rachamhuis, waar de echtelieden Marieke en Hans ruimte bieden aan zes vrouwen die de prostitutie de rug hebben toegekeerd. Elke vrouw heeft er een eigen studio. Het bijzondere – uniek in Nederland – is dat Hans en Marieke zelf hier ook wonen. Hun huisgenoten mogen altijd bij hen aankloppen.
Leah is een van die huisgenoten. ‘Ik ben jullie zo dankbaar,’ zegt ze. ‘Zonder het Rachamhuis zou ik nergens zijn.’ Waarop Marieke zegt: ‘Wat je hebt bereikt, heb je zélf gedaan. Wij faciliteren. Bovendien leren we van elkáár: de bewoners van ons en wij van de bewoners. Mijn leven zou een stuk saaier zijn zonder dit huis.’
Op haar achttiende gaf Marieke als vrijwilligster een kom soep aan een vrouw op de Rotterdamse tippelzone. ‘We keken elkaar aan en ik dacht: ooit ga ik iets voor dit soort vrouwen doen. Ze verdienen beter.’ In haar latere vrijwilligerswerk, waarin ze vrouwen bezoekt die in de prostitutie werken, merkte ze hoe moeilijk het is om uit die wereld te stappen.
Blik op de toekomst
Leah’s verhaal getuigt daarvan. Zij ontvluchtte een mensonterend leven en kwam in Nederland terecht. De enige manier om geld te verdienen leek haar de prostitutie. ‘Als ik van het bestaan van uitkeringen had geweten, was ik meteen gestopt. Oh God, ik wilde alleen maar stoppen. Maar dan had ik geen geld én geen woonruimte.
Ze merkte hoe moeilijk het is om uit die wereld te stappen
Er is wel opvang maar daar slaap je met vier vrouwen op één kamer. Er is geen privacy, er wordt gestolen, er zijn ruzies. Sommige vrouwen daar gaan gewoon door met het werk. Daardoor blijf je in die sfeer.’ In het Rachamhuis (racham is het Hebreeuwse woord voor barmhartig zijn) is de blik gericht op de hoopvolle toekomst. Het schilderij aan de muur in de woonkeuken symboliseert dat: vrouwen die het verleden de rug toekeren, lopen op bloemen en rozenblaadjes, fier rechtop met gouden kroontjes op het hoofd.
Leah: ‘Anderen die ik hulp vroeg, keken vies naar me als ze over mijn verleden hoorden. Ik voelde dat ik werd veroordeeld. Dat is in dit huis nog nooit gebeurd. Er wordt hier eindelijk echt naar mij geluisterd.’ Ze heeft intussen van alles geleerd: een bankrekening openen, geld overmaken, niet in paniek raken van officiële brieven. Als ze nu post krijgt, bekijkt ze die samen met Hans. Ze heeft geleerd om van zichzelf te houden én ze zegt dat ze ‘veel liefde heeft te geven’.
Haar hart ligt bij het verzorgen van mensen met dementie en alzheimer. Ze heeft daar inmiddels een opleiding voor gevolgd en er werk in gevonden. Marieke: ‘Leah heeft in één jaar ontzettend veel bereikt. En dat terwijl ze een shitleven heeft gehad, een ander woord is er niet voor.’
Eindelijk concreet
Hans vertelt: ‘Gastvrijheid en omkijken naar mensen die het minder hebben is een onderdeel geworden van ons huwelijk en gezin. We hebben veel aan pleegzorg gedaan. Wees welkom, je mag er zijn; dat is ons motto. We fantaseerden altijd om iets structureels te beginnen. Toen zeiden onze volwassen dochters: jullie zitten steeds te dromen, wanneer worden jullie nou eens concreet?
Geadviseerd door allerlei mensen hebben we plan na plan geschreven, tot we dit concept hadden. Met behulp van fondsen en vrijwilligers hebben we een groot pand gekocht en verbouwd. In 2021 konden we de eerste bewoonster verwelkomen.
‘Zonder dit huis zou mijn leven veel saaier zijn’
De vrouwen hebben elk een eigen voordeur, waardoor huurtoeslag mogelijk is. Ze leven zelfstandig, maar kunnen altijd bij ons terecht. We denken met ze mee. We hebben een groot netwerk waardoor we net wat sneller iets kunnen bereiken.’
Marieke: ‘Iedere vrijdag eten we samen aan onze grote keukentafel. We lachen dan, huilen, gillen, bidden, discussiëren. We bespreken de afgelopen week. Het voelt als familie.’ Leah: ‘Als je geen zin hebt om iets te zeggen, kan dat ook. Of als je liever boven blijft, krijg je het eten van beneden. Het is hier geweldig.’ Ze veegt langs haar ogen. ‘Dit is niet meer van pijn of verdriet, hoor. Dit zijn tranen van geluk.’
Margot Berends is theoloog en freelance journalist.