Een vergrijsde kerk is een wijze kerk
In deze column reageert Tim van Iersel op het Theologisch drieluik van Hans de Waal over kerk en vergrijzing.
Deel 1: grijs spiegelbeeld
Deel 2: nuance bij vergrijzing
Deel 3: ontmoeting
Tim van Iersel
“De vergrijsde kerk heeft de roeping om te laten zien: je doet ertoe, omdat God jouw levensadem is.”
Theologisch drieluik: kerk en vergrijzing (reactie)
‘Tijdens mijn studie theologie heb ik nooit iets gehad over ouderen of vergrijzing,’ stelt een cursiste bij de nascholing over dementie, die ik geef. Zij vervolgt: “… laat staan over dementie! Terwijl het steeds meer voorkomt in mijn gemeente.” De kerk vergrijst, stelt Hans de Waal terecht vast. Daarbij merkt hij op dat dat nogal eens negatief wordt geframed: een vergrijsde kerk is een vergane kerk. Hij pleit voor meer nuance in dat beeld. Ik zou het radicaler willen zeggen: een vergrijsde kerk is een wijze kerk. Laat ouderen een voorbeeld zijn. Zij mogen zich geroepen weten; hebben een roeping. De kerk is zelfs geroepen om grijs te zijn!
“Als ik dementie krijg, hoeft het van mij niet meer.”
Ik ben werkzaam als dementiedominee (geestelijk verzorger). Dementie is nog een tandje hoger op de ladder van vergrijzing. Een schrikbeeld in de samenleving, maar ook in de kerk. Als ik een lezing in een kerk hierover houd, krijg ik standaard meerdere reacties: “Als ik dementie krijg, hoeft het van mij niet meer.” Het is immers een nare aandoening, die veel zorg vraagt. En eigenlijk ook: je bent dan niemand meer. Een nobody, een zombie. Vergrijzing in het kwadraat, die stiekem blootlegt waarom we een vergrijsde kerk problematisch vinden. Maar ook waarom ik vind dat de kerk vergrijzing als roeping mag zien.
Geen nuancering, maar een radicale omkering
De vergrijsde kerk is geen vergane kerk, maar een juweel. Het vraagt niet alleen om nuancering van het beeld van vergrijzing in de kerk, maar om radicale omkering. Ouderen hebben de roeping om hun wijsheid te delen. Wijsheid in het leren omgaan met loslaten, in de fase waarin zij zich bevinden. In het leven met verlies, waarmee zij geconfronteerd zijn. In het doorprikken van schijnzekerheden in ons leven, en de ontdekkingen delen van waar het écht om gaat in het leven.
Hans de Waal stelt: “In de kerk draait het om de ontmoeting, die staat fier in het midden: de ontmoeting met elkaar, met God en met anderen om ons heen.” Ik zou zeggen: meer dan dat: het is het leven uit de Bron; die wijsheid delen als oudere, het licht in de wereld en de kerk zijn. Ouderen hebben dus een voorbeeldfunctie, een roeping. Die roeping verkondig je door te leven.
De mooiste geloofsuitspraken vind je in het verpleeghuis.
Dat leer ik van mensen met dementie, en hun naasten. Door de dementie vallen veel schijnzekerheden weg en maskers vallen af. Mensen met dementie zijn vaak puur; zij prikken door onoprechtheid heen. Zo ook in geloven. De mooiste geloofsuitspraken vind je in het verpleeghuis, zoals een vrouw in een rolstoel me regelmatig zegt: “Het geloof houdt me op de been.” En een andere heer, wanneer we als Rooms Katholieken en Protestanten tezamen vieren: “Er is maar één God.” Of de mevrouw die dagelijks bidt: “Ik zeg dan wel tegen God: ‘Sorry hoor, dat het soms wat warrig is.’ Maar ons lieve Heertje luistert altijd!”
Het geloof van deze mensen brengt me tot de kern waar het om gaat. Ik leer van hen, terwijl ik dat niet had verwacht toen ik 12 jaar geleden in verpleeghuizen kwam werken. Leren van mensen met dementie? Je komt hen toch vooral iets brengen?
Wanneer tel je mee?
Zo wordt ook nog wel eens getwijfeld aan de waarde van ouderen, en met name iemand met dementie, of als je zelf dementie hebt: ben ik nog wel van waarde?
We leven immers in een cognitieve maatschappij. De cognitieve capaciteiten van de mens worden zeer hoog gewaardeerd. Het denken heeft een hoge plaats. De maatschappij is ingericht op deze capaciteiten van het denken: efficiëntie, doelmatigheid en functionaliteit zijn bepalend. Je moet wel kunnen presteren.
Ben je nog wel iemand als je niet meer goed kunt denken?
Als die capaciteiten echter wegvallen, zoals bij het ouder worden en zeker bij dementie gaandeweg steeds meer het geval is, roept dat de vraag op: welke waarde heb je nog, als je niet meer goed kunt denken? Zelfs de vraag: ben je dan nog wel iemand?
Gauw genoeg heerst er in kerkelijke kring verontwaardiging over deze manier van denken. Natuurlijk ben je nog van waarde als je ouder bent of dementie hebt: je bent immers kind van God. Toch leeft de maatschappelijke focus op cognitieve capaciteit stiekem ook bij ons in de kerk. Als je niet meer volledig functioneert of begrijpt wat er gebeurt, hoor je er niet meer bij. Wel een beetje, maar niet helemaal.
Is deelname te moeilijk geworden?
Zo hoor ik van mensen met dementie dat zij geen bezoek meer krijgen, misschien ook niet meer van de dominee. Wat heeft het voor zin? De man weet niet eens meer wie hij is en is zijn bezoek al vergeten, voordat de dominee weer buiten staat. Kerkdiensten zijn te moeilijk geworden; hij begrijpt er niets van en tijdens het Heilig Avondmaal stopt hij het stukje brood in zijn broekzak. Beschamend voor iedereen, ook voor de man zelf.
Juist in het ouder worden, juist in het verliezen van kracht of capaciteit, heb je een roeping. Een belangrijke roeping. Je aanwezigheid is reeds verkondiging.
Zo leren ouderen ons: God keert de wereld om
Je aanwezigheid betekent namelijk dat ieder mens oneindig kostbaar is, omdat hij geschapen is naar Gods beeld. Zelfs kun je zeggen dat we in iedere ontmoeting met de ander God kunnen ontmoeten, omdat Hij zijn levensadem in ieder mens blaast. Iedere ontmoeting is dus een heilige ontmoeting, los van welk beroep die persoon heeft, of hij status heeft of niet, of zij nog kan presteren. Als je niet meer werkt en daaruit je identiteit haalde. Of als je niet meer goed kan denken en vertellen wie je bent.
Zo leren ouderen ons dus: God keert de wereld om. God laat ons de wereld anders zien dan wij dat in eerste instantie doen. God laat de onaanzienlijken aanzienlijk zijn. Hij roept ons op om dat te doen. Om je mindset te veranderen.
De ander werkelijk als gelijke
Kijken wij omhoog naar de belangrijke man of vrouw die fit en vitaal is, die ons hopelijk meeneemt in zijn carrière of aanzien, of die de kerk jong en aantrekkelijk houdt? Of zien we de ander echt als gelijke, ook al kan die persoon schijnbaar niets voor jou betekenen? Dat betekent de ander niet zien als middel, voor liefde, voor vriendschap, voor bevestiging, voor carrière, voor aanzien, voor geluk, voor het behoud van de kerk, voor een hippe kerk, maar daadwerkelijk als doel op zichzelf. De ander als doel op zich, die jouw liefde waard is. Kunnen we dat?
Het roept je zelfs op om anders naar jezelf te kijken. Om niet primair je zelfwaardering en respect uit je prestaties of cognitieve capaciteiten te halen, maar te weten dat je Gods kind bent, hoe dan ook.
De vergrijsde kerk heeft de roeping om te laten zien: je doet ertoe, omdat God jouw levensadem is.
Juist als je ouder bent, is dat je roeping voor kerk en maatschappij. Dat je laat zien dat je ertoe doet, hoe dan ook. U, als oudere, maar daarom eveneens jij als jongere. Zo heeft de vergrijsde kerk de roeping om te laten zien: je doet er toe, omdat God jouw levensadem is. Je doet ertoe, omdat je er bent: bezield door God. Al kun je geen woord meer spreken, zoals soms door dementie. Je aanwezigheid is de puurste verkondiging.
Tim van Iersel is dementiedominee en ethicus, en gespecialiseerd in zingeving en ethiek bij dementie. Hierover schreef hij de boeken Godvergeten en Dilemma’s bij dementie.