Kracht in relatie
Tot deze zomer was Anne-Claire Mulder docent Vrouwen- en genderstudies aan de Protestantse Theologische Universiteit. In haar nieuwe boek onderzoekt ze de relatie tussen het denken over God en het goede leven.
In tien hoofdstukken neemt Anne-Claire Mulder de lezer/es mee langs de ontdekkingen die ze deed tijdens haar vele ontmoetingen met mensen en teksten. Steeds begint ze ‘bij het begin’. En het begon voor haar met het onderzoek van de Britse sociologe Ann Oakley naar de manier waarop full time huisvrouwen in die tijd naar hun werk keken (1978). Haar trof het verlangen dat zij uitspraken, om zich te ontplooien, om te bloeien.
Vlees
In het eerste hoofdstuk, haar ‘kleine spirituele biografie’, laat ze zien hoe haar spiritualiteit gegroeid is. Waar anderen kerk en geloof verlieten, maakte zij kennis met feministische theologie. Ze komt uit bij een ‘spiritualiteit die God en het goddelijke ervaart in het lichamelijke en nabije, aanwezig in de ontmoeting met de ander, kracht in relatie’.
Het tweede hoofdstuk gaat over het gedachtegoed van de filosofe Luce Irigaray waarop Mulder gepromoveerd is. Irigaray brengt het zintuigelijke, het vlees, in verband met de parousia, in de Bijbel de belofte van de komst van Christus. Voor Irigaray is de parousia de manifestatie van het goddelijke in het hier en nu: radicaal immanent.
In het volgende hoofdstuk komt een nieuw woord langs: waardigheidsbekleedster, vertaling van het Duitse Würdeträgerin van de Zwitserse theologe Ina Praetorius. Het woord haakt aan bij de ‘inherente waardigheid van alle leden van de mensengemeenschap’ uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, maar ook bij het christelijke begrip dat de mens een beeld van God is.
Anne-Claire Mulder ziet hier een perspectief bij de strijd tegen het wereldwijde geweld jegens vrouwen. Zulke woorden kunnen mensen sterker maken, helpen herinneren aan wie ze zijn, of wie ze kunnen worden.
Het hoofdstuk over de tussenruimte sluit daarbij aan. Hoe zorg je dat je ‘mens-in-relatie’ blijft, dat je de verschillen erkent en niet wordt opgeslokt door het ‘wij’ van de gemeenschap?
Een theologisch perspectief ontdekken in het gedicht ‘Hemel’ van Wisława Szymborska was een opdracht aan haar studenten. Wanneer ze zelf de opdracht maakt, proef je de verwantschap tussen Mulders eigen denken en de verwondering die het gedicht oproept.
Uitgedaagd
Andere hoofdstukken gaan over economie (‘Geroepen om te delen’), over zorg, over Vrouwe Wijsheid (Sophia) en over macht. Bijzonder is het zesde hoofdstuk: ‘Over goddelijk worden, bloeien en disability.’ Je merkt dat juist hier haar denken uitgedaagd wordt door inzichten uit de disability studies. Welk beeld heeft Mulder van ‘bloeiende mensen’. Zijn dat alleen degenen die gezond, gelukkig en productief zijn? ‘Bloeien’ blijkt een ambivalent begrip.
Ook het godsbeeld verandert: een disabled God. En mensen met een handicap kunnen God representeren: ‘Zij representeren God bijvoorbeeld ook in hun creativiteit, of in hun uithoudingsvermogen, of noem een andere menselijke kwaliteit die we het predicaat “goddelijk” geven.’
Zulke woorden kunnen mensen sterker maken
Nog een paar citaten. Over zorg schrijft Mulder: ‘Ik stel voor om de zorg voor het eigen lichaam en dat van anderen –mensen, dieren, planten, de aarde – in het centrum van het waardesysteem te zetten, en als beginpunt van het denken over het goede leven te nemen.’ En over macht: ‘Het is belangrijk om te beseffen dat het een relationeel begrip is.’
Het boek bevat een duidelijke lijn van de ontwikkeling van Mulders denken, hoewel de hoofdstukken eerder als losse artikelen verschenen zijn. Maar dat laatste is ook winst. Het maakt Opdat wij bloeien een uitstekend boek om in een gesprekskring te behandelen.
Joanne Seldenrath is theoloog.
Anne-Claire Mulder, Opdat wij bloeien. Bespiegelingen over God en het goede leven, Uitgeverij Van Warven, Kampen 2024, 108 p. € 19,95