Menu

Basis

Kwetsbare kerk

Kleine kerk op een heuvel
Beeld: 🌼Christel🌼 via Pixabay

Er wordt veel gesproken en geschreven over ‘de krimpende kerk’. We zoeken naar oorzaken én oplossingen. Of we de échte oorzaak op het spoor zijn, is maar de vraag. De auteurs van dit artikel gaan te rade bij Andrew Root, die denkt vanuit ‘ervaringen met resonantie’. Wellicht wijzen die ons hoe we in alle bescheidenheid God ter sprake kunnen brengen.

Een kind kan last hebben van groeistuipen. In de Bijbel lees je dat de jonge kerk die ook had. Tweeduizend jaar later kunnen we ons daar in Nederland niet zoveel meer bij voorstellen. Wij krijgen eerder kramp van de krimp in de kerk. Kunnen we daaruit wegblijven? En wat doen we in hemelsnaam fout, waardoor de goede boodschap niet meer wordt begrepen? In dit artikel verkennen we deze vragen. Maar om te beginnen een paar voorbeelden.

Wensdenken

Een polder, ergens in Nederland. Hier gaan in de komende jaren een paar duizend huizen gebouwd worden. Die zijn hard nodig. Tijdens de vergadering van de kerkenraad brengt iemand dit in als goed nieuws. Hij verwacht dat er daardoor ook veel meer mensen naar de kerk zullen komen. Dat is óók hard nodig, want de laatste jaren loopt het aantal leden achteruit. Hij krijgt bijval van anderen die hier hoop uit putten. Maar er is ook iemand die twijfelt of er niet te makkelijk vanuit gegaan wordt dat een nieuwe wijk ook nieuwe kerkgangers oplevert. Haar geluid sneeuwt echter onder in de positieve sfeer. Na veel uitstel is er inderdaad gebouwd in de polder, veel minder dan gepland. En het heeft nog veel minder nieuwe kerkleden opgeleverd. In de kerkenraad zijn ondertussen steeds weer nieuwe ideeën besproken om de krimp te keren. Voorlopig zonder resultaat.

De één na de ander stopt ermee en er staat geen rij van nieuwe vrijwilligers te wachten

Allemaal

Een dorp, ergens in Nederland, waar je door de vele bomen het bos niet ziet. In de kerk is een strakke organisatie van het bezoekwerk. Met verschillende secties die elk een aantal straten onder hun hoede hebben. Elke sectie heeft een coördinator en een aantal bezoekmedewerkers. Sommigen doen het al tientallen jaren en hebben goede contacten opgebouwd. Een waardevol systeem. Dat echter kraakt in zijn voegen. Want de meeste medewerkers hebben inmiddels de leeftijd van degenen die bezocht worden. De één na de ander stopt ermee. En er staat geen rij van nieuwe vrijwilligers te wachten. Ze zien zelf dat het roer om moet en denken met elkaar na over een oplossing. Die denken ze te vinden in de omslag van ‘verzorgingskerk’ naar ‘participatiepastoraat’. Van georganiseerd bezoekwerk naar meer informeel omzien naar elkaar, waarbij in principe iedereen betrokken is. Geen gek plan, maar in de praktijk blijkt het toch lastig om het van de grond te laten komen.

Geen oplossing

Twee voorbeelden uit de praktijk die je in veel kerken in Nederland tegenkomt. Misschien wel herkenbaar. Vanuit die praktijk schreven we het boekje Krimp. We bedachten er ook een geinige ondertitel bij: ‘ Waarom de kerk naar de haaien gaat, maar wij toch hoopvol zijn’.

Je houdt het niet vol om met minder handen alle ballen in de lucht te houden

Ons idee was om recht te doen aan wat veel mensen die werken in de kerk, vrijwillig of professioneel, ervaren. Namelijk, dat het steeds minder wordt. Steeds minder mensen. Steeds meer grijze koppen. In Driebergen stopte dit jaar de scriba van de Algemene Kerkenraad. Bij de overdracht aan de nieuwe zei hij, dat hij blij was met de verjonging. Hij is 85 en zijn opvolger 75. De kerk mag dan misschien naar de haaien gaan, we hebben gelukkig nog wel een beetje humor.

Om maar direct duidelijk te zijn: ons boek biedt geen oplossingen. Toch zijn we wel iets tegengekomen, dat een antwoord kan geven op de vraag waarom de kerk naar de haaien gaat. En in dat antwoord ligt ook de hoop verscholen die we ondanks alles hebben. Maar het is nuttig en nodig om te beginnen met goed te kijken naar wat er aan de hand is in de kerk. En te erkennen dat er veel vragen en problemen zijn. Want in veel kerken vallen steeds meer gaten. Immers, hoe vitaal oudere kerkleden ook zijn, ze kunnen niet alles doen.

Kerk-zijn in 2024 vraagt steeds meer om keuzes te maken. En je kunt niet alleen een euro, maar ook een uur maar één keer uitgeven. Misschien is geld nog niet eens het grootste probleem, maar menskracht.

Een jonge dominee verzuchtte onlangs dat ze zo moe wordt van het steeds maar weer de gaten in het kerkenwerk dichtlopen. Het is herkenbaar: er zijn minder mensen, dus zetten degenen die over zijn er nog een tandje bij. Op de korte termijn misschien fijn, maar op de lange duur funest. Want je houdt het niet vol om met minder handen alle ballen in de lucht te houden. Maar welke ballen laat je dan vallen?

Onze samenleving is seculier geworden – dat maakt het lastig over God te spreken

Te snel

‘Jullie gaan te snel’, zei een adviseur tegen de mensen uit het bomendorp. Te snel van het probleem naar de oplossing. Daardoor vergeet je te vragen wat het probleem nu precies is en nog belangrijker, waarom je vindt dat er een oplossing moet komen. Waarom is er bezoekwerk in de kerk? Wat is de visie op pastoraat? Dat klinkt direct duur en sommige mensen krijgen jeuk van dit soort jargon. Maar dat neemt niet weg dat het goed is om je af te vragen waarom je dingen doet, ook in de kerk. Vaak wordt iets ‘al jaren zo gedaan’. Dan kan het al lastig zijn om de manier van doen te veranderen. Maar nog moeilijker is het om je voor te stellen wat er zou gebeuren als je iets niet meer zou doen.

Toch is dat een wezenlijke vraag. Bijvoorbeeld als het gaat om pastoraat. Wat is dat eigenlijk en waarom doe je het? Is een verjaardagskaart afgeven aan de deur bij een kerklid pastoraat? Of is pastoraat: op bezoek gaan bij iemand die ziek is, of oud, of allebei? Of is een ontmoeting pas pastoraal als het over de kerk en het geloof gaat?

God wordt voelbaar in ervaringen van resonantie, het gevoel dat je deel uitmaakte van iets groters

Crisis van de kerk

Hier raken we aan de kern. De vraag is namelijk of de krimp van de kerk wel het echte probleem is. Het is zeker zo dat de kerk leden verliest en dat zorgt voor veel kopzorgen. Maar volgens de Canadese filosoof Charles Taylor draait de crisis in de kerk om iets anders. Hij stelt dat onze samenleving seculier geworden is. Eeuwen geleden was geloof in hogere machten vanzelfsprekend, of je nu wel of niet naar de kerk ging. In onze moderne samenleving zijn we dat geloof kwijtgeraakt. Dat heeft veel goeds opgeleverd, maar het heeft ook een schaduwkant. Geloof en God zijn een optie geworden. Het geloof is kwetsbaar. Het is bros en breekt daardoor makkelijk stuk. Niet geloven in God of zelfs niet ‘dat er iets is’, is tegenwoordig heel normaal. En dat maakt het ook in de kerk zo lastig om over God te spreken. Want waar zien we iets van God? Kunnen we nog iets van de werking van God ervaren? Maar… in de kerk gaat het toch juist altíjd over God en Jezus? Zeker, en tegelijk nemen we vanuit onze seculiere samenleving ook de onzekerheid over God mee de kerk in. Bewust en, vaker, onbewust.

Resoneren

De vraag waar het om zou moeten gaan in de kerk is niet hoe we de krimp keren, maar hoe we als ‘brosse’ gelovigen in onze seculiere tijd God ter sprake kunnen brengen. Zou het kunnen dat de verlegenheid met die vraag maakt, dat mensen zachtjes naar de uitgang van de kerk schuiven en verdwijnen? Volgens de Amerikaanse, Lutherse theoloog Andrew Root is dit de hamvraag. Root raakt de laatste tijd in Nederland meer in zwang. Onlangs verscheen zijn boek When Church Stops Working (in vertaling Wachten op God). Wat ons betreft een aanrader. Niet omdat er praktische tips in staan over hoe je de kerk weer vol krijgt, maar omdat het de vraag stelt hoe we, juist in onze seculiere tijd, nog kunnen spreken over God en hoe we God kunnen ervaren.

Volgens Root wordt God voelbaar in ervaringen van resonantie. Resonantie betekent eenvoudig ‘trilling’, en tegelijk is het ook een complex begrip. Root volgt hier de Duitse socioloog Hartmut Rosa. Resonantie is de ervaring van een diepe verbondenheid met de werkelijkheid waarin je bent. Een ervaring die je niet kunt maken, maar die je overkomt. Een gevoel dat alles op zijn plaats valt, waarbij de tijd wel lijkt stil te staan. En je als het ware één wordt met je omgeving, met de mensen en de dingen om je heen.

Opnieuw

Ik begrijp dat dit vaag en zweverig klinkt, maar ga even bij jezelf na of jij weleens een ervaring hebt gehad, waarin je het gevoel had dat je deel uitmaakte van iets groters, een gevoel van volheid, van voluit leven. Toen je boven op een berg stond bijvoorbeeld, of toen je bij een concert was, of voor het eerst je kind in je armen nam. Volgens Root en Rosa kennen we allemaal van dat soort ervaringen. Zit God daar dan altijd in? Nee, natuurlijk niet. Maar dit soort ‘resonantie’-ervaringen helpen wel om in onze nuchtere, materialistische maatschappij in alle bescheidenheid God ter sprake te brengen.

Hierin schuilt voor ons ook de hoop. Niet omdat hierdoor de krimp gekeerd gaat worden. Maar wel omdat we blij zijn met de erkenning dat geloof in God bros geworden is en dat dat lastig is. En tegelijk, dat die kwetsbaarheid niet betekent dat het onmogelijk is om God te ervaren en er met elkaar over te spreken. Misschien roept God ons wel op om de kerk opnieuw uit te vinden in een seculiere wereld. Een roep waar wij gehoor aan willen geven.

Gerrit van Dijk is als predikant verbonden aan de Protestantse Gemeente Driebergen-Rijsenburg.

Martijn van Leerdam is sinds 2023 predikant-directeur van de Pauluskerk te Rotterdam. Van 2010 tot 2023 was hij gemeentepredikant in Maassluis en Amsterdam.



Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken