Mysterie en spiegel
De vraag wie de boodschap van de opstanding heeft doorgegeven, is een mysterie. De vrouwen treffen in het lege graf van Jezus een in het wit geklede jongeman. Opmerkelijk, want al eerder noemt Marcus een jongeman, die bij Jezus probeerde te blijven na zijn arrestatie.
Het evangelie van Marcus eindigt inderdaad nogal mysterieus. Op de eerste dag van de week, vlak na zonsopgang, gaan vrouwen naar het graf van Jezus om zijn lichaam te balsemen.
Bij aankomst blijkt de steen die voor het graf lag al te zijn weggerold. Als ze het graf binnengaan zien ze een in het wit geklede jongeman die zegt dat Jezus is opgewekt. ‘Hij is niet hier.’ De vrouwen krijgen de opdracht om terug te gaan naar de leerlingen met de boodschap: ‘Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie Hem zien, zoals Hij jullie heeft gezegd.’ Maar de vrouwen vluchten. Marcus eindigt met: ‘Ze waren zo geschrokken dat ze tegen niemand iets zeiden.’
Wie gaf de boodschap door?
Als de vrouwen aan niemand iets hebben verteld, wie heeft dan de boodschap van de opstanding doorgegeven? Al in handschriften (kopieën van het Evangelie) uit de tweede eeuw werd dit opgelost door er verhalen aan toe te voegen. In die verhalen verschijnt Jezus aan zijn leerlingen. Zo was het zwijgen van de vrouwen geen probleem meer. In de meeste uitgaven van de Bijbel zijn die verschijningsverhalen te lezen. De uitgevers melden altijd terecht dat deze verhalen latere toevoegingen zijn. Maar ook daarmee blijft voor ons het mysterie bestaan: wie heeft de boodschap van de opstanding doorgegeven? Zoals ik het zie, ligt het antwoord bij de in het wit geklede jongeman.
‘Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie Hem zien, zoals Hij jullie heeft gezegd.’ Dat is wat de vrouwen moeten vertellen aan de leerlingen. Daar, waar het allemaal begon, zullen ze hem terugzien. De cirkel is rond. Het lege graf is niet het einde, maar steeds weer een nieuw begin. Het is alsof Marcus ons uitdaagt zijn evangelie weer te lezen vanaf het eerste woord. Het begon in Galilea. Daar werden de eerste leerlingen bij de ‘zee’ van Galilea geroepen om vissers te worden van mensen. De zee als bijbels beeld van chaos en dood. De opstanding van Jezus, de ontdekking van het lege graf, zet ons gewoon weer met beide benen in de rauwe werkelijkheid van alledag. Maar wel met nieuwe ogen en gevoed met nieuw geloof: de dood heeft niet het laatste woord. En iedere keer gaan we terug naar Galilea om met Marcus opnieuw de weg te gaan naar de ontdekking van dat lege graf.
Een opmerkelijke jongeman
Na zijn gebed in Getsemane wordt Jezus gevangengenomen door een met zwaarden en knuppels bewapende bende. Judas, een van de leerlingen, levert Hem uit met een kus. De andere leerlingen laten Hem in de steek en vluchten weg. En dan schrijft Marcus: ‘Een jongeman, die alleen een linnen kleed aanhad, probeerde bij Hem te blijven, maar toen ook hij werd vastgegrepen, liet hij het kleed in hun handen achter en vluchtte naakt weg.’ We vinden deze opmerkelijke jongeman niet bij de andere evangelisten. Ook de in het wit geklede jongeman bij het graf vinden we niet bij de andere evangelisten. Zou er een verband zijn tussen beide jongemannen? Ik ben ervan overtuigd.
De gemeente geeft de boodschap van de opstanding door
De jongeman staat naar mijn idee symbool voor de jonge christelijke gemeente. In hun doop hebben de gelovigen het oude leven afgewassen en zijn ze bekleed met de nieuwe mens. In de oude dooprituelen kreeg je als teken van het nieuwe leven ook daadwerkelijk een wit gewaad. Kleding bepaalt je identiteit. De jongeman die aanwezig is bij de arrestatie van Jezus, is nog niet in het wit gekleed. Hij is de jonge gelovige in de eerste eeuw die zijn uiterste best doet om bij Jezus te blijven, maar toch niet opgewassen is tegen de weerstand en de vervolgingen in die tijd. (Houd je dan ook maar eens staande.) Naakt rent hij weg.
Spiegel voor de gemeente
Het mysterieuze einde van Marcus wordt hiermee een spiegel voor de gelovige en voor de christelijke gemeente. Wie ben jij? De gedoopte gemeente is de in het wit geklede jongeman bij het graf die volop getuigt van de opgestane Heer. ‘Wees niet bang. Jullie zoeken Jezus van Nazareth. Hij is opgewekt uit de dood, Hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar Hij was neergelegd.’ Al zeggen de vrouwen niets, al zwijgt de hele wereld: de dood heeft niet het laatste woord. De gemeente geeft die boodschap door.
De Bijbelteksten in dit artikel zijn ontleed aan Marcus 14 en 16 (Nieuwe Bijbelvertaling 2021).
Harold Schorren is predikant van de wijkgemeente Laurenspastoraat, city pastor van Rotterdam, en redactielid van Open Deur.