Niet zelf bedenken hoe God is – 2e gebod
Serie: rond De Wet
Aflevering: Niet zelf bedenken hoe God is
Gebod: 2e gebod
Zie ook
Korte inhoud
Niet zelf bedenken hoe God is, maar naar Hem luisteren
Doel
Duidelijk maken hoe gemakkelijk je een verkeerd beeld van God hebt
Benodigdheden
-
foto van koe (op de beamer, of een echte grote foto/poster) (Als je beamer gebruikt, spreek goed met het beamteam af dat de foto pas getoond wordt als je er om vraagt)
Toelichting
Zie Inleiding bij het eerste gebod
1. Tina uit Ommen
Kennen jullie Tina uit Ommen? Niet? Ik zal iets vertellen over hoe ze eruit ziet. En probeer in gedachten dan maar te bedenken hoe ze er uit ziet:
-
ze is ongeveer zo groot (1,5 m aangeven)
-
7 jaar oud
-
lief en rustig
-
veel zwart haar
-
mooie grote ogen
-
ze is graag buiten
Heb je bedacht hoe ze er uit ziet? Dan heb ik nu een foto van haar, kun je kijken of het een beetje klopte: foto van een koe laten zien
[Als er geen beamer is, zorg dan voor een grote foto/poster, zodat de afbeelding ook op afstand vanuit de kerk te herkennen is]
[Eventueel kun je met een paar kenmerken duidelijk maken dat de omschrijving echt klopte (bv. veel zwart haar, grote ogen)]
2. Anders dan gedacht!
Klopte het met hoe je bedacht had dat Tina eruit zag? Nee hè!? Want jullie dachten allemaal dat Tina een mens was – maar dat had ik niet gezegd!
[Gebruik je beamer, dan nu de foto van de koe weer weg (laten) doen]
En zo gaat dat heel vaak: Je hebt iemand nog nooit gezien, maar je weet al wel wat dingen. En dan maak je er in je hoofd toch een plaatje bij. Maar als je die persoon dan in het echt ziet klopt er niks van.
3. Bedenken hoe God eruit ziet
En met God is het net zo. Heeft iemand hier God wel eens gezien? ……………… (Nee natuurlijk.) Maar mensen denken wel over God na.
Weet je hoe dat vroeger ging?
•Mensen dachten: God is heel sterk – hij lijkt vast op zo’n grote gespierde stier – en daar maakten ze dan een beeld van.
•Of ze dachten: God kan alles zien – hij moet een soort arend zijn die hoog in de lucht zweeft – en dan knielden ze voor een beeld van een grote arend.
•Of ze dachten: Voor God moet je ook bang zijn – hij is vast een soort grote enge slang. En dan deden ze een ketting om met een kleine slang eraan, en ze dachten dat God daar wel blij mee zou zijn.
Denk je dat God er uit ziet als een stier, een arend of een slang? Nee toch!? Als wij gaan bedenken hoe God is en hoe Hij er uit ziet – dan gaat het helemaal mis.
4. Geen afbeelding van God maken. Want het klopt toch nooit.
En daarom gaf God in de tien geboden ook het tweede gebod: Je mag geen afbeelding van God maken. Want het klopt toch nooit. God is zoveel dingen tegelijk – dat past nooit in één beeld: Hij is sterk en kan alles zien en kan heel boos zijn. En Hij is liefde en licht, een Vader, de goede Herder, een rots, koning, schuilplaats, en nog veel meer!
God is zoveel dingen tegelijk – dat past nooit in één beeld. Geen afbeelding van God maken. Want het klopt toch nooit.
5. Niet zelf bedenken, maar luisteren
Wat dan wel? Luisteren. Steeds weer luisteren naar de Bijbel. Naar de hele Bijbel. Om steeds meer over God te ontdekken.
Het tweede gebod: Je kunt God niet zien maar je kunt God wel heel goed leren kennen. Lees maar in de Bijbel!
6. Zingen en/of gebed
bv.:
LB 23 (Uw woord is een lamp voor mijn voet; over de Bijbel)
Ps 139:8 (God heeft ontelbaar gedachten)
Machtige God,
U bent zo bijzonder,
nog veel meer bijzonder dan wij kunnen begrijpen.
Wilt U ons helpen U steeds beter te leren kennen?
We danken U dat we U vooral ook als Vader in de hemel mogen kennen,
dankzij de Here Jezus.
Amen