Over de wetende onwetendheid, door Cusanus
Recensie
Recensie van Over de wetende onwetendheid van de 15e-eeuwse filosoof, theoloog en wiskundige Cusanus. Dit boek is onlangs verschenen in een Nederlandse vertaling van Gert den Hartogh.
Nicolaas van Cusa was een 15e-eeuwse filosoof, theoloog, wiskundige en kardinaal. Hij is een overgangsfiguur tussen het middeleeuwse en moderne denken. Zijn boeken hebben wiskundigen, filosofen, theologen en kunstenaars beïnvloed. Zijn hoofdwerk is nu uit het Latijn in het Nederlands vertaald door Gert den Hartogh, een formidabele prestatie. Het boek heeft een voorwoord door Inigo Bocken, een heldere inleiding door de vertaler en een uitgebreid notenapparaat, achterin. Dat laatste is tegelijk een beetje een manco, omdat elke drie zinnen wel een noot heeft. Het is dus steeds bladeren, want je hebt wel hulp nodig om de teksten te begrijpen.
Godservaring
Het is niet een boek dat ik gauw zal aanraden. Het vraagt om lezers die behoorlijk ingevoerd zijn in de middeleeuwse filosofie, waartegen Cusanus stelling neemt. Cusanus wil de wereld vanuit God begrijpen, en niet andersom, zoals de scholastici voor hem. Het is moeizaam lezen, tenzij je bekend bent met het soort redeneringen als: ‘Het grootste nu is datgene waar niets tegenovergesteld kan worden, waar ook het Kleinste het Grootste is. De oneindige Eenheid derhalve is de samenvouwing van alle dingen.’
Cusanus wil de wereld vanuit God begrijpen
Tegelijk was ik er erg blij mee. Dat is omdat Cusanus een van de weinige teksten heeft geschreven die uitleggen dat de Godservaring paradoxaal is – en waarom dat zo moet zijn. Waarom roept de godservaring gemis op? Waarom voelt afwezigheid als nabijheid? Waarom is de schepping niet God, maar verschijnt het wel als het gezicht van God? Waarom voedt God zijn kinderen met honger? Cusanus beschrijft het allemaal, al moet je wel door heel wat ploegwerk heen.
Het boek is onderverdeeld in drie delen: Over God, het Absoluut Grootste; over het Heel-al, het samengetrokken Grootste; en over Christus Jezus, de tegelijk samengetrokken én Absoluut Grootste. Door middel van wiskundige vergelijkingen en filosofische redeneringen wil Cusanus aantonen dat het aannemelijk is dat God bestaat, dat waarheid bestaat, dat het universum in ’samengevouwen vorm’ in God aanwezig is, en dat Christus de ontvouwing is van die goddelijke werkelijkheid.
Wiskundig precies
Het boek gaat over de ‘wetende onwetendheid’. Je weet iets, maar tegelijk weet je het niet. Het is een vorm van niet-weten, maar die wel degelijk kennis bevat. Cusanus wil logisch aantonen dat God buiten de begrippen valt die wij gebruiken om kennis te verwerven – en dat als je die logica tot het einde toe volgt, je raakt aan de Godskennis. Niet-weten is geen vaag iets, maar heel precies, wiskundig precies zelfs. Hij maakt inzichtelijk hoe de grote verscheidenheid in de schepping exact de uitdrukking is van de onderliggende eenheid die we Christus noemen. Dat heeft ook een praktische toepassing: eigen tegenstellingen uithouden en onderzoeken brengt tot een verzoening die als het ware een soort sprong maakt, in de eenheid die God zelf is. Het perspectief draait dan om. Hoe vaak ik dat al niet heb meegemaakt?
Cusanus legt uit dat de Godservaring paradoxaal is
God is zover van ons verwijderd dat Hij daardoor de meest nabije kan zijn – ofwel: zijn transcendentie ís zijn immanentie. De schepping is zó anders dan God, dat alles in de schepping God openbaart. Stap voor stap legt Cusanus uit waarom dat waar is.
Binnenstebuiten
Ik was heel verheugd om onbegrepen ervaringen van mijzelf uitgelegd te zien. Vaak beleefde ik in de omgang met God bijvoorbeeld iets dat voelde alsof ik binnenstebuiten werd gekeerd, alsof mijn lichaam binnen en mijn geest buiten kwam. Cusanus ziet dat als de toekomst van het opstandingsleven (een toekomst die in God altijd nu is). ‘Dáár nu is het lichaam zo in de geest, zoals hier de geest in het lichaam.’
Het is een vorm van niet-weten, die wel degelijk kennis bevat
Voor Cusanus is Christus de uitdrukking van de eenheid van de schepping. Ook dat resoneerde diep. Regelmatig ervoer ik een Christusgestalte die de mensen van wie ik houd en ooit hield, in zich verenigde. Of ik zag in al het leven van de wereld maar één gestalte: Christus. Cusanus schrijft: ‘En dan zal de waarheid van ons vlees niet in zichzelf, maar in de waarheid van het vlees van Christus zijn (…) opdat het éne mens-zijn van Christus in alle mensen is en de éne geest van Christus in alle geesten; zodat al wat maar mogelijk is, in Hem is en zodat het één Christus uit allen is.’ De eenheid van de wereld is dus niet iets om te bereiken, maar voorgegeven, om te ontdekken.
Mysterie
De wetende onwetenheid is wetenschap die geen kennis bevat maar een vorm van aanschouwen is. Het is weten door deel te nemen aan de ontvouwing van God, zichtbaar in Christus, de wereld en in je eigen leven. Onwetend weten. Ik vond het een bijzondere leeservaring, misschien wel juist doordat het veel inspanning kostte. Het bewerkt waar het over gaat – het mysterie van God komt dichterbij zonder dat het ophoudt mysterie te zijn.
‘Christus is de uitdrukking van de eenheid van de schepping’
Voor de lezer die iets meer hulp nodig heeft om Cusanus te volgen: lees Vreemd en Intiem, Nicolaas van Cusa op zoek naar de verborgen God, van Frans Maas, Meinema, 1993. Of het artikel dat hij schreef.
Marianne Vonkeman is emeritus predikant, redactielid van Herademing en beheert de website www.sporenvangod.nl.
Cusanus, Over de wetende onwetendheid, vertaling door Gert den Hartogh, Damon, 2023.