Menu

None

Pastoraat en geloofsgemeenschap

Maandag is de dag van de Theologenblog; een actuele blog uit de pen van een richtinggevend theoloog. Deze week is dat Theo Pleizier, die verder schrijft over gemeentepastoraat en haar relationele aard.

Portret theoloog-blogger Theo Plezier

Theo Pleizier

Juist als heelheid en vrede onder grote druk staat, wordt de eigen pastorale agenda van de kerk urgent en voelbaar.

In mijn vorige blog heb ik een paar gedachten gewijd aan het pastoraat in kerkelijke gemeenten en parochies. Voor het gemak spreek ik in het vervolg over ‘gemeentepastoraat’. Precies die aanduiding laat zien waar het eigene ligt van deze vorm van pastorale zorg of geestelijke verzorging: zielzorg staat in verband met een (geloofs)gemeenschap. Dat geeft ook een uniek zicht op pastorale zorg. Anders dan de therapeut werkt de predikant of pastor binnen de ruimte van een gemeenschap. Hiermee staat gemeentepastoraat in een relationeel verband, gaat het om een gedeeld verhaal en kan er gesproken worden over een agenda onder de pastorale zorg.

Een relationeel verband

Een gemeentelid of parochiaan dat/die zich meldt bij een pastor, doet dat binnen het relationele verband van de geloofsgemeenschap. Ook een pastor die contact zoekt met een parochiaan of gemeentelid mag dit relationele verband veronderstellen.

Anders dan de therapeut werkt de predikant of pastor binnen de ruimte van een gemeenschap

In systemische benaderingen, zoals die van Edwin Friedman[1], wordt dit relationele verband vooral intergenerationeel benaderd. Friedman trekt de dynamiek van gezinnen en families door naar kerken en synagogen en spreekt in dat verband over ‘gezinsprocessen’. Ondanks de gezinsmetaforen in bijbelse teksten waarin over ‘broeders en zusters’ gesproken wordt als het gaat om de onderlinge relaties binnen een geloofsgemeenschap, kunnen relationele dynamieken in gezinnen en families niet zomaar worden overgezet naar andere verbanden. Voor een christelijke gemeente geldt bovendien dat er geen moeders of vaders zijn, maar slechts broers en zussen. Parochie en gemeente zijn een relationeel verband van ‘siblings’. Dit verband is bovendien principieel open: er kunnen zich altijd nieuwe personen melden die als broeder of zuster deel van het grotere geheel worden.

Pastorale zorg raakt op drie manieren aan dit relationele verband van de geloofsgemeenschap:

  • het drukt dit verband uit: broeders en zusters zorgen voor elkaar in de naam van Christus;
  • het versterkt (of heelt) dit verband: pastoraat is een vorm van opbouw van de gemeente of ecclesiogenese;
  • en het verband van de geloofsgemeenschap is de veronderstelling voor pastorale zorg: er is geen ‘reden’ nodig om pastorale aandacht te vragen of te geven.

Een gedeeld verhaal

In contact met een therapeut mag een cliënt ervan uitgaan dat de therapeut transparant is over de gekozen benadering en de achtergronden van de benadering kan toelichten. Er wordt als het ware een gedeelde horizon gecreëerd. In het gemeentepastoraat is er vaak ook sprake van een gedeelde horizon. Niet allereerst methodisch, maar vooral levensbeschouwelijk.

Waar pastor en gemeentelid elkaar ontmoeten, gebeurt dat tegen de achtergrond van een gedeeld christelijk verhaal: het evangelie van Jezus Christus. Ook dat maakt het pastoraat in een geloofsgemeenschap tot een bijzonder fenomeen. Nu is dat gedeelde verhaal vaak impliciet aanwezig. Veel pastores kennen uit pastorale contacten de veelbetekende blik van de pastorant: ‘u weet wel, dominee’, waarmee een beroep wordt gedaan op het geloof dat pastor en pastorant delen. Vanuit dit gedeelde geloof, kan een pastor gebruik maken van bijbelse teksten en beelden en kan een pastorant vragen of er voor hem of haar gebeden kan worden. De pastorale ‘methodiek’ komt dan voort vanuit een gezamenlijke oriëntatie.

Veel pastores kennen uit pastorale contacten de veelbetekende blik van de pastorant: ‘u weet wel, dominee’

Die gezamenlijkheid moet tegelijk ook niet overdreven worden. Er zijn veel verschillen tussen gelovigen; geloofsgemeenschappen zijn heel divers in beleving en belijden. Dat neemt niet weg dat kerkelijk pastoraat zich voltrekt binnen een gedeelde ruimte, waarin lijden en hoop, angst en verwachting, verdriet en vreugde kunnen worden uitgedrukt in gedeelde beelden en geloofsvoorstellingen. Als een pastor levenshulp biedt door middel van geloofshulp (aldus Helmut Tacke[2]), is dat breder dan alleen individuele betekenisgeving, maar raakt het aan wat christenen door de eeuwen heen hebben geloofd. Dat gedeelde verhaal maakt het tot christelijk pastoraat; om een uitdrukking van de Noorse theoloog Jan-Olav Henriksen te gebruiken: ‘informed by the Jesus Story’.[3]

Een agenda van vrede

De Amerikaanse theoloog David Bentley Hart zegt over dit christelijk verhaal dat het een ‘gift of peace’ is aan de wereld.[4] Bentley Hart is in zijn werk op zoek naar de eigen schoonheid van het christelijk verhaal en vindt dat onder meer in het evangelie dat de antieke aesthetica onder kritiek stelt. Bentley Hart ziet dat bijvoorbeeld in de tragiek van Petrus’ verloochening van de Heer. Petrus is niet de tragische held die ten onder gaat, maar hij heeft weet van berouw (p. 385). Het gedeelde christelijke verhaal vertaalt zich in het particuliere.

Pastorale zorg heeft daarmee ook een eigen agenda. Met Bentley Hart kan dat op de noemer van ‘vrede’ gebracht worden. Dat is overigens niet onomstreden. Geestelijke zorg is sterk client-georiënteerd: de hulpverlener dient er geen eigen agenda op na te houden.

Juist als heelheid en vrede onder grote druk staat, wordt de eigen pastorale agenda van de kerk urgent en voelbaar

Voor Bentley Hart is ‘vrede’ het antwoord op de postmoderne aandacht voor geweld. Dat raakt ook aan een kritische stem binnen de pastorale theorie: ook in pastoraat kan er sprake zijn van geweld. Onderzoek van Christiane van den Berg-Seiffert laat zien dat situaties van seksueel geweld in pastorale relaties leidt tot gebroken levens en onherstelbare breuken in de christelijke gemeenschap.[5] Ervaringen van geweld staan haaks op wat er mag worden verwacht van zielzorg binnen de geloofsgemeenschap.

Juist als heelheid en vrede onder grote druk staat, wordt de eigen pastorale agenda van de kerk urgent en voelbaar. Goed pastoraat staat immers in het teken van de vrede. En vrede is een signaal van het komende Koninkrijk van God.

Noten

[1] Friedman, E. H. (1999). Van geslacht op geslacht. Gezinsprocessen in kerk en synagoge (D. Ferwerda-Arends, Vert.). Ekklesia.

[2] Tacke, H. (1989). Mit den Müden zur rechten Zeit reden. Neukirchener.

[3] Henriksen, J.-O. (2019). Christianity as Distinct Practices: A Complicated Relationship. T&T Clark.

[4] Hart, D. B. (2004). The Beauty of the Infinite: The Aesthetics of Christian Truth. Wm. B. Eerdmans Publishing, p. 34.

[5] Berg-Seiffert, C. van den. (2015). ‘Ik sta erbuiten—Maar ik sta wel te kijken’: De relationele dynamiek in geloofsgemeenschappen na seksuele grensoverschrijding in een pastorale relatie vanuit het perspectief van primaire slachtoffers. Boekencentrum Academic.

Eerder wijdde theoloog-blogger Theo Pleizier een paar gedachten aan het pastoraat in kerkelijke gemeenten en parochies. Nu wijdt hij uit de inherent relationele aard van gemeentepastoraat: “Het staat in een relationeel verband, gaat om een gedeeld verhaal […]”

Voluit leven

In Voluit leven neemt Anselm Grün je mee naar de ziel, waar zich een stiltecentrum bevindt in de hectiek van alledag. Het zwaartepunt van je leven ligt niet in uiterlijke zekerheden, en ook niet in andere mensen. In je eigen innerlijk vindt je leven de rust en de wijsheid. Daar spreekt God tot ieder mens een woord dat hem of haar voluit doet leven.

voluit leven grun

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

Het licht van de wereld als kostbare schat

Na zijn niet-oordelende houding rond de overspelige vrouw (Johannes 8:1-11, het evangelie van vorige zondag) legt Jezus zichzelf uit als ‘licht van de wereld’ (8:12). Dit licht kennen we ook uit Tenach. De farizeeën bestrijden Jezus’ ‘getuigenis’ (Gr.: marturia) over zichzelf. Jezus verdedigt zichzelf door zijn innige verhouding met de Vader (Gr.: patèr) te bespreken. Het letterlijke middelpunt van Johannes 8:12-20 gaat over wel of niet ‘oordelen’ (Gr.: krinoo – 8:15-16). Deze uitgebreide theologische toelichting vindt plaats in de ‘schatkamer’ (Gr.: gazofulakion – 8:20) van de tempel.

Nieuwe boeken