Persoonlijke drijfveren en het maken van een preek – Homiletisch artikel
Zelfkennis, zelfreflectie en zelfsturing en het maken van een preek
De invloed van een preek
Mijn eerste preek hield ik op Dankdag, in corona-tijd. Ik vroeg een vriend te kijken en me feedback te geven. Hij was positief, maar temperde meteen mijn enthousiasme. Zijn twee medekijkers hadden ‘er niet zoveel mee gekund’. Dat kan dus. Dat verschillende mensen op hetzelfde moment, op dezelfde plek, onder dezelfde omstandigheden, naar dezelfde preek luisteren en er toch een verschillend beeld bij hebben. De een waardeert de preek positief, de ander wordt minder aangesproken.
Het is niet zo moeilijk factoren te noemen die van invloed zijn op wat een preek met je doet. Als je smoorverliefd in de kerk zit, komt de preek vast anders binnen dan wanneer je strakgespannen luistert omdat je deze week de uitslag van een medisch onderzoek krijgt.
Drijveren
Maar er is nog iets anders dat een rol speelt. Ik noem het ‘drijfveren’. Mijn drijfveren bepalen in belangrijke mate de keuzen die ik maak. Het beroep dat ik kies. De taken waaraan ik de voorkeur geef. Hoe ik met anderen omga. Hoe ik denk, organiseer, luister, spreek, schrijf en preek. In de prediking zijn mijn drijfveren als prediker en die van de mijn hoorders beide en in samenspel met elkaar aan de orde.
Dus is het belangrijk dat ik mezelf goed ken in mijn drijfveren. Me ervan bewust ben hoe ze doorwerken in mijn preek. Dat ik weet dat de hoorder luistert vanuit eigen drijfveren en dat ik daar, elke keer opnieuw, op reflecteer. Dan alleen immers ben ik in staat te sturen op een optimaal overkomen van de preek op de hoorders.
Prediking en zelfkennis
Een jaar of tien geleden kwam ik in aanraking met de theorie over drijfveren van Prof. Clare W. Graves. Op de Christelijke Hogeschool Ede maakten tweedejaars studenten Bedrijfskunde en Human Resources een Energy Drivesscan die vervolgens door een docent werd geduid. Als docent/coach voor deze studentengroepen hielp ik studenten te ontdekken hoe het onderkennen en vervolgens kunnen hanteren van hun drijfveren hen helpt in hun persoonlijke effectiviteit.
De opleiding en de ervaring die ik opdeed in het duiden, gaven me meer inzicht in hoe ik zelf communiceer en wat dat met ‘de ander’ doet. En, misschien nog wel belangrijker, ik leerde beter begrijpen hoe divers anderen me lezen of naar me luisteren. Andersom ontdekte ik waarom ik afhaak of juist geboeid raak, waarom ik blij word of in verzet kom. Het is belangrijk om te weten waarvan ik energie krijg en waar ik energie verlies. Zoals het ook belangrijk is te weten dat een ander energie haalt uit – of verliest door heel andere drijfveren dan ik.
Effectiviteit
Voor mij is effectiviteit belangrijk in Bedrijfskunde: aspecten als innovativiteit, analyse en strategie spelen een rol. Daarnaast ben ik behoorlijk resultaatgericht. Daar horen woorden bij als ondernemen, scoren en kansgericht zijn. Ik denk ‘out of the box’ en ben graag bezig met ontwikkelen ‘hoe het beter kan’. Bij zo’n opsomming wordt al snel duidelijk dat de concreet denkende hoorder het moeilijk bij me kan hebben.
Je drijfveren bepalen niet alleen waar je energie van krijgt, maar ook waar je energie lekt. Ik haak snel af als ik iets als bureaucratisch, rigide, hiërarchisch, star en onbuigzaam ervaar. Of als ik gedrag van een ander ervaar als verschuilen, betuttelen, naïef of ouderwets. Daarnaast gedij ik slecht bij op wat ik ervaar als polderen, bemoeizucht en besluiteloosheid.
Zo’n opsomming ziet er voor iedereen anders uit. Want waar bij de een energie lekt, daar gedijt een ander. En dan gaat samenwerken niet altijd vanzelf of, in de verkondiging, dan bereik je niet automatisch dat brede spectrum van hoorders. Voor mij is de winst van een hulpmiddel als Energy Drives dus dat ik mezelf beter begrijp in het effect dat ik op mensen heb. En dat ben ik gaan toepassen op mijn ontwikkeling als prediker.
Prediking en zelfreflectie
De volgende preken die ik maakte, werden meegelezen door mijn mentor, een ervaren gemeentepredikant. In diezelfde tijd werd een aantal preken dat ik op school hield, door docenten en collega-studenten beoordeeld. Als preekbevoegde kreeg ik een begeleider aangewezen met wie ik af en toe een preek bekijk en analyseer. De feedback die ik van die verschillende kanten krijg, is eenduidig en sluit aan bij wat ik van mezelf weet en wat door Energy Drives wordt blootgelegd.
In één van de eerste preekcolleges moest ik een ‘vijfminuten preek’ houden over Jakobus 1: 18. Van de feedback die ik op deze eerste preek kreeg, herinner ik me vooral het liefdevol-ironische ‘compliment’ van mijn docent: ‘ik vind het zo knap van je dat je in vijfhonderd woorden het hele boek Jakobus kunt behandelen’.
Drijfveren
Mijn drijfveren zijn mijn bagage: wat ik wil, hoe ik denk, hoe ik schrijf en spreek. Ik kan er bij de dingen die ik doe dankbaar van genieten. Maar ze kunnen me, zeker als ik preek, ook in de weg zitten. Ze bepalen mee wie ik ben en hoe ik overkom. Ze vormen mijn identiteit als prediker. Tegelijkertijd vind ik het moeilijk als ik me probeer te verplaatsen in mijn hoorders die zo verschillend willen, denken en luisteren. Die ik zo graag wil bereiken. Maar dat kan ik niet. Althans niet allemaal en niet tegelijkertijd. Daarom is het van belang dat ik mezelf ken in mijn drijfveren en idealiter ook de hoorders in de hunne. Dat ik de weg vind om mezelf trouw te zijn in wie ik ben en tegelijkertijd de ander te bereiken met Gods Woord.
Geloofwaardige prediker
Ik heb geleerd heb dat onderzoek van drijfveren mij helpt om zelfreflectief te zijn. Zo ontdekte ik dat het legitiem is om ‘wie ik ben’ volop mee te nemen als ik preek. Ik kan niet iedereen op hetzelfde moment op eenzelfde manier bereiken. Terwijl het wel mijn verantwoordelijkheid is om dat te proberen en mijzelf daarop aan te sturen. Overigens in het vertrouwen dat de heilige Geest het verkondigde Woord in de harten van mensen werkt op zijn manier. Als ik ‘geloofwaardig’ wil overkomen bij de hoorder, dan is het van belang dat ik in mijn prediking dicht bij mezelf blijf. Ik moet geen ‘manieren’ ontwikkelen die me van mezelf vervreemden en waardoor de hoorders me niet meer begrijpen.
Het is belangrijk dat ik vaardigheden die ik geleerd heb in het hanteren van mijn drijfveren kan transfereren naar het maken en houden van preken. Daarbij is de systematiek van Energy Drives voor mij een hulpmiddel dat werkt. Niet als een ontwikkelmodel maar wel als hulpmiddel om te analyseren, te begrijpen en te hanteren. Het is belangrijk dat ik mezelf ken als ik preken maak en houd en dat ik dat kennen van mezelf actief gebruik in mijn zelfreflectie. Ik wil rekening houden met drijfveren. Die van mij en die van de hoorder. Als ik hoorders met een ander drijfverenprofiel wil bereiken, moet ik er ‘moeite voor doen’. En dat is wat ik in dit artikel duidelijk wil maken. Moeite doen voor de hoorder die die moeite waard is.
Prediking en zelfsturing
Tijdens de opleiding maakte ik op basis van wat in de feedback die ik kreeg een ‘valkuilenkaart’. Die gebruikte ik consequent. Daarnaast ontdekte ik dat ik die valkuilen terug kon brengen naar vier thema’s: taal, aanspreken, theologie en identiteit.
Daarna keek ik samen met een collega ‘Energy Drives duider’, vanuit het perspectief van de prediker, nog eens naar mijn Energy Drives profiel. Het lukte om de aspecten, waarvan ik een aantal hierboven noemde, te transfereren naar de situatie van de prediking. Van mijn prediking. Zo ontstond een eenvoudig plaatje dat ik boven elke preekvoorbereiding teken. De homiletische driehoek (tekst, hoorder, prediker) gevuld met mijn vier valkuilen (taal, aanspreken, theologie en identiteit) waar ik rekening mee moet houden.
Tenslotte heb ik ontdekt dat het model dat ‘op school’ aangeboden wordt voor het bepalen van een preekdoelstelling en dat helpt om te focussen, voor mij een element mist. Ik ben effectiever als ik de reden voor de boodschap uit mezelf haal. Of dat ik die reden naar mezelf vertaal. Dat betekent dat ik het preekdoelstellingmodel op mijn drijfveren heb aangepast.
‘Gezien de tekst waarin … , gelet op de hoorders die … , wil ik … , omdat ik … , zou ik met de preek willen bereiken dat de hoorders … , en dat probeer ik door …’
Ontwikkeling als prediker
Voorzichtig, met vallen en opstaan, zie ik wat ik te doen heb in mijn ontwikkeling als prediker. Het zegt alles over mij en over wat mij energie geeft en waar ik dat verlies, dat ik in mezelf zoek naar mogelijkheden om het ‘beter’ te doen. ‘Beter’ dan de vorige keer. Goed voor mezelf en voor de hoorders. En dat zijn twee verschillende soorten ‘goed’. Preken maken is ook een ambacht. Dat heb ik de afgelopen jaren wel gemerkt. Het is een ambacht dat niet zonder reflectie kan. Biddende reflectie. In het besef dat ik in dienst sta van God. Hij heeft een boodschap voor de wereld en voor ieder mens die deel is van die wereld. Prachtig om die dienst te mogen vervullen. Lerend en ontwikkelend.
Wieb Boerma heeft na een loopbaan in het bedrijfsleven en als docent/coach de opleiding preekbekwaamheid gevolgd aan de Theologische Universiteit Kampen|Utrecht en is preekbevoegd binnen de Nederlandse Gereformeerde Kerken.
Gerelateerde artikelen
Preken in een tijd van afleiding van Matthijs Langeraar
Transformerende kracht van de preek van Jiska Eilander-Hooglander
De prediker als geloofwaardige getuige van Mieke van der Linden
Preken vrouwen anders dan mannen? van Lyanne de Haan-Wilts