Menu

Premium

Preken vrouwen anders dan mannen? – Homiletisch artikel

Artikel over het spreken van vrouwen in de kerk

Hoorders kunnen verschil ervaren in hoe mannen of vrouwen (s)preken. De een hoort liever een vrouw ‘zo liefdevol!’ een ander geeft voorkeur aan een man ‘die spreekt met autoriteit’. Maar is dit terecht of zit dit onderscheid tussen de oren van de hoorders?

Vrouwelijke voorgangers

‘Ik vind het zo bijzonder om de zegen van een vrouw te ontvangen.’ ‘Als een vrouw het brengt, komt het toch liefdevoller over.’ ‘De kinderen waren zo stil … die zijn duidelijk de stem van een juf gewend.’ of ‘Nu hebben we een keer iets leuks om naar te kijken.’

Zomaar een greep uit de reacties die ik als prekende vrouw krijg na een kerkdienst. Ik weet dat ik daar niet de enige in ben. Deze reacties vind ik soms lastig. Ik zie zelf weinig onderscheid tussen mij en mijn mannelijke collega’s of medestudenten. Natuurlijk zijn er verschillen, ieder mens is uniek. Maar we hebben grotendeels dezelfde opleiding genoten en in kerkelijke achtergrond is er veel overlap.

Ik sta er sceptisch tegenover dat vrouwen anders (s)preken dan mannen, maar mijn ervaring is dat hoorders dit anders ervaren. De reacties die ik krijg komen van zowel mannen als vrouwen, jong en oud, van theologen en praktisch geschoolde mensen. Komt het onderscheid, doordat er in de Nederlandse Gereformeerde Kerken nog niet zo veel en nog niet zo lang vrouwelijke voorgangers zijn? Ervaren hoorders daardoor mijn preekbeurten en die van mijn vrouwelijke collega’s anders, of zit hier mijn eigen blinde vlek en is er wel een aantoonbaar verschil in (s)preekstijl tussen mannen en vrouwen?

Taalvermogen

Al aan het begin van de twintigste eeuw werd er nagedacht over het verschil in taalvermogen tussen jongens en meisjes. In de jaren zestig van die eeuw werd gesteld dat meisjes taalvaardiger zouden zijn dan jongens, schrijft Ingrid van Alphen. Dat meisjes taalvaardiger waren zou eraan liggen, dat zij speelden in de buurt van hun pratende moeders en tantes. De jongens zouden een grotere woordenschat hebben omdat zij, door meer bewegingsvrijheid, in aanraking kwamen met nieuwe situaties en nieuwe voorwerpen en daarmee met nieuwe woorden. Dus jongens kennen meer woorden, meisjes kunnen beter praten (Van Alphen 2012).

Spreekstijl

Ook Caroline Kraaijvanger ziet verschil in spreekstijl en woordkeuze tussen mannen en vrouwen, vrouwen zouden betrokken spreken, terwijl mannen informatiever taalgebruik hanteren. Daarnaast constateert ze een verschil in de woorden die mannen en vrouwen gebruiken (Kraaijvanger 2012). Tegelijk wijst Van Alphen op de vele taalmythen die in de loop der tijd zijn gesneuveld. Zo spreken vrouwen niet méér dan mannen de nette standaardvorm van een taal. Mannen interrumperen niet altijd en meisjes stellen niet per definitie meer vragen dan jongens.

Sociale identiteit

Van Alphen wijst er ook op dat specifieke (sub)culturen een rol spelen. In een klein land als Nederland is al te zien, dat in de noordelijke provincies meer tolerantie bestaat voor stiltes in gesprekken dan in de rest van het land. Sandra van Dulmen ziet in een literatuuronderzoek naar één-op-één-gesprekken nauwelijks verschil tussen mannen en vrouwen. Alleen wanneer de genderidentiteit of -rol werd benadrukt, werden enkele verschillen gevonden. Andere factoren, zoals sociale status, beroep en ervaringsniveau blijken meer verklarend voor linguïstische verschillen. Taalgebruik is dus afhankelijk van sociale identiteit, waarvan gender slechts één onderdeel is (Van Dulmen 2022).

Vrouw-in-kerk-foto-DNK.PHOTO-op-Unsplash
Hoorders ervaren verschil tussen mannen en vrouwen op de kansel. Taal is niet neutraal, maar krijgt betekenis in de sociale context waarin woorden worden gesproken, in de relatie tussen communicerende partijen en in de methode van communicatie. Beeld: DNK.PHOTO op Unsplash.

Tekstanalyse preken

Over het verschil in gebruikte woorden in preken schrijft Jantine Nierop (Nierop 2018). Zij voerde een kwantitatief onderzoek uit waarin 224 preken zijn geanalyseerd door middel van tekstanalyse. Dit onderzoek laat een klein verschil zien tussen preken van mannen en vrouwen. Uitgaande van een preek van 1465 woorden, is er een verschil van gemiddeld 21 woorden. Uit dit kleine verschil trekt Nierop de voorzichtige conclusie dat mannen geneigd zijn theologische onderwerpen analytisch te benaderen terwijl vrouwen verhalen van hoop vertellen die voorzichtig worden geïnterpreteerd. Tegelijk wijst Nierop op de waarschuwing van Isolde Karle. Zij wijst op de clichés die een rol kunnen spelen in genderverschillen. Zo noemt ze de docent homiletiek Ernst-Rüdiger Kiesow, die beweerde dat vrouwen een moederlijke stem hebben.

Vooroordelen

Ook Jennifer E. Copeland (Copeland 2014) geeft aandacht aan clichés of vooroordelen. Ze beschrijft dat onze visie op seksualiteit – of dat nu fysieke uitstraling, hersenfunctie of hormonen betreft – voor een groot deel cultureel bepaald is. In een kerkelijke setting betekent dit dat de culturele aannames van de gemeenschap voor een deel de betekenis en inhoud van de preek vormen. Dit is van belang omdat in steeds meer gemeenschappen vrouwen mogen voorgaan. Toch wordt er maar weinig gepubliceerd over nieuwe perspectieven en verrijkende mogelijkheden die vrouwen zouden brengen in het brengen van Gods woord.

Zo wijst Copeland op bijdragen van Fred Craddock, David Buttrick en Thomas Long, drie toonaangevende homileten. Ze stelt dat deze mannen waardevol bijdragen aan het homiletische veld maar geen onderscheid maken tussen het preken van mannen en vrouwen. Ze wijst erop dat Craddock, hoewel hij niet specifiek vrouwelijke predikers noemt, benoemt dat preken geen autonome scripts zijn die worden gebracht vanaf de preekstoel, maar dat de hoorder ook inbreng heeft op hoe de preek gehoord wordt. Deze inbreng vindt plaats, ongeacht of hoorder en prediker zich hiervan bewust zijn. Een hoorder luistert met eigen gevoel, trekt eigen conclusies en heeft op die manier enige verantwoordelijkheid voor de boodschap. Die boodschap klinkt anders wanneer een vrouw deze brengt, vanwege de onbewuste aannames die rondom genderconstructies hangen in onze cultuur en kerkelijke tradities. De hoorder kan wat men hoort in een preek niet loskoppelen van wie het brengt.

Prediker als getuige

Long beschrijft de prediker als een getuige die de waarheid vertelt uit diens eigen perspectief. Het perspectief van een vrouw is anders dan dat van een man, want mannen en vrouwen ervaren de wereld om zich heen verschillend (Copeland 2014). Dit eigen perspectief noemt ook Elaine Lawless (Lawless 1996). Zij beschrijft de ervaringen van een prediker als een dubbele helix, het beeld van DNA: het geheim van het leven. Zoals DNA de drager is van beeldbepalende genen, kent een leven beeldbepalende momenten die zó met predikers verweven zijn dat het niet anders kan dan dat die meekomen in de prediking. Daarmee is prediking niet neutraal, maar neemt het het perspectief van een unieke persoon mee. De betekenis van taal krijgt leven door de sociale context, waarin woorden worden gesproken, door de relatie tussen communicerende partijen en door de methode van communicatie (Copeland 2014).

Levenservaring predikers

Hoorders ervaren verschil tussen mannen en vrouwen op de kansel. Taalkundigen zien wel wat verschil in taalvermogen tussen mannen en vrouwen, maar dit heeft vooral te maken met opvoeding en (sub)culturele verschillen. Deze verschillen zullen ongetwijfeld doorwerken in de prediking, maar mijns inziens zijn ze niet de belangrijkste factor. Een factor van groter belang is volgens mij dat de (levens)ervaringen van mannen en vrouwen verschillend zijn. Long schetst het beeld van de prediker als getuige die de waarheid vertelt uit het eigen perspectief. Vrouwen hebben een ander perspectief op het leven dan mannen en daarmee verschilt ook het perspectief op een Bijbeltekst. Dit zal doorwerken in de tekst van de preek en hoe deze gebracht wordt.

Hoorders

Maar het belangrijkste verschil in prediking tussen mannen en vrouwen ligt mijns inziens bij de hoorder. Een hoorder neemt, bewust of onbewust, vooroordelen mee de kerk in. Een hoorder kan positief of negatief staan tegenover vrouwen op de kansel en dit zal uitwerking hebben op hoe de hoorder de preek interpreteert. Taal is niet neutraal, maar krijgt betekenis in de sociale context waarin woorden worden gesproken, in de relatie tussen communicerende partijen en in de methode van communicatie. Dus wanneer een hoorder zegt dat hij of zij het bijzonder vindt om de zegen van een vrouw te ontvangen, ligt dit niet aan de woorden: de prediker bedenkt juist deze woorden niet zelf. Dus dat een hoorder dit anders ervaart ligt bij de hoorder: hij of zij wordt geraakt door wie de zegen uitspreekt, hier speelt diens eigen perspectief een rol.

Verschil in (s)preken

(S)preken vrouwen anders dan mannen? Ik durf te zeggen dat er verschil is, maar ik ben er niet van overtuigd dat dit verschil in de tekst van de preek zit of in hoe het gebracht wordt. Een ander perspectief op het leven kan de inhoud van een preek veranderen, maar dit speelt ook bij vrouwen onderling of bij mannen onderling.

Onderscheid ontstaat vooral omdat een hoorder van de preek invloed heeft op de inhoud ervan. Een vrouw is geen man en voor de ene hoorder zal dit betekenen dat er ‘eindelijk iets leuks is om naar te kijken’, voor een ander staat er iemand ‘met de stem van een juf’ en een derde zal al dan niet bewust iets vinden van een mannen- of vrouwenstem en dit terug horen in de preek. Terecht of niet, niet te ontkennen is dat er verschil is tussen (s)preken van mannen en vrouwen, ook als dit zich niet ín maar tússen de oren manifesteert.

Lyanne de Haan-Wilts is student theologie aan de Theologische Universiteit Utrecht en heeft sinds een aantal jaar haar preekbevoegdheid. Ze preekt sindsdien door heel Nederland, voornamelijk in de Nederlandse Gereformeerde Kerken.

Geraadpleegde literatuur

  • Copeland, J.E. Feminine Registers. The Importance of Women’s Voices for Christian Preaching. Eugene, 2014. (Geraadpleegd als e-book).
  • Lawless, E.J. Women Preaching Revolution. Calling for Connection in a Disconnected Time. Philadelphia, 1996. (Geraadpleegd als e-book).
  • Nierop, J. Do Men and Women Preach Differently? Gender Differences in German Sermonic Language use – A Quantitative Empirical LIWC Analysis. In: Johan Colliers, Len Hansen (red.), Preaching Promise within the Paradoxes of Life. 115-122. Stellenbosch, 2018.
  • Alphen, I. van. Spreken mannen anders dan vrouwen? Over taal en gender. 2012. Op: www.taalcanon.nl/vragen/spreken-mannen-anders-dan-vrouwen/
  • Kraaijvanger, C. Man heeft andere spreekstijl en woordkeuze dan vrouw. 2012 Op: scientias.nl/man-heeft-andere-spreekstijl-en-woordkeuze-dan-vrouw/
  • Dulmen, A.M. van. In een-op-eengesprekken verschillen mannen en vrouwen niet in hun taalgebruik, wel benadrukken vrouwen vaker hun luisterrol. 2022. Op: www.nivel.nl/nl/nieuws/een-op-eengesprekken-verschillen-mannen-en-vrouwen-niet-hun-taalgebruik-wel-benadrukken/

Gerelateerde artikelen

Preken in een tijd van afleiding van Matthijs Langeraar
Transformerende kracht van de preek van Jiska Eilander-Hooglander
De prediker als geloofwaardige getuige van Mieke van der Linden
Persoonlijke drijfveren en het maken van een preek van Wieb Boerma

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken