Samen het leven vieren
Jongeren uit de Tuindorpkerk trekken op met bewoners van Bartiméus
Tussen de bewoners van Bartiméus met hun meervoudige beperking en de jongeren van de Tuindorpkerk in Utrecht is een warme band gegroeid. Ze kunnen niet meer zonder elkaar. Als diaconaal project begonnen, zou het zomaar elders navolging kunnen krijgen…
Op de locatie van Bartiméus in Doorn wonen ruim 300 cliënten in kleine woningen of appartementen. Hier gaan zij naar hun werk of dagbesteding en brengen er hun vrije tijd door. Al deze cliënten hebben een meervoudige beperking. Voor hen geldt dat er naast een visuele beperking altijd sprake is van een verstandelijke beperking en veelal van nog andere beperkingen.
Veel ervaringen van mensen met en zonder beperkingen zijn hetzelfde
Hoewel alle mensen die bij Bartiméus wonen een meervoudige beperking hebben, functioneren zij op verschillende cognitieve niveaus. Hun zelfredzaamheid en ondersteuningsvraag lopen sterk uiteen. Ook communiceren velen van hen weinig of niet door middel van gesproken taal.
Samen vieren wij de liturgie tijdens zondagse en doordeweekse bijeenkomsten, nemen wij afscheid van een overleden medebewoner, praten wij over alles wat het leven brengt en gebruiken wij rituelen en symbolen.
Kunnen mensen met ernstige beperkingen geloven?
Een antwoord op deze vraag is niet zomaar te geven. Het is immers maar de vraag hoe je geloven definieert. Als geloven betekent ‘het nadenken over, beamen van en kiezen voor’, dan zal deze vraag waarschijnlijk negatief beantwoord worden. Mensen met ernstige meervoudige beperkingen bezitten hier cognitief en verbaal niet de mogelijkheden toe. Maar als je geloven definieert als ‘geraakt worden door’ of ‘je verwonderen over datgene wat je toekomt van de andere kant’, zal het antwoord er anders uitzien.
Mijn antwoord is niet los te zien van de ervaringen die ik opdoe in mijn werk. Dit is immers de plek waar in vieringen geloven wordt beleefd en ervaren. Van begeleiders en bezoekers die hieraan meedoen hoor ik regelmatig; ‘Wat is dit bijzonder… Dit raakt mij… Dit doet iets met de bewoners; er gebeurt echt wat.’
En juist dié beleving delen wij graag met bezoekers van ‘buiten’. Het is fijn om samen te vieren en te ontdekken dat veel ervaringen van mensen met en zonder beperkingen hetzelfde zijn. Het ‘je kunnen openstellen voor en verwonderen over’ is een kunst is die onze bewoners extra hebben ontwikkeld. Daarin kunnen zij anderen voorgaan en veel leren.
Jongeren komen elke zes weken om bewoners te vergezellen naar de kapeldienst
Een prachtig voorbeeld van samen vieren en geloof beleven is het contact van Bartiméus met een jongerengroep uit de Tuindorpkerk in Utrecht.
Een geschenk uit de hemel
Het is 10 voor half 11 op zondagmorgen. De klanken van het carillon van de kapel klinken over het terrein van Bartiméus. Langzaam vult de kapel zich. Met bewoners, hun begeleiders, maar vanmorgen ook met jongeren die met bewoners mee zijn gekomen naar de kapel. Jasper komt binnen. Hij duwt de rolstoel van Peter. Peter is ernstig meervoudig gehandicapt en in alles afhankelijk van de mensen om hem heen. Jasper zoekt een plekje waar Peter dicht bij de piano kan zitten, want dat vindt hij fijn. Jasper doet Peters jas uit. Hij praat tegen hem en gaat dicht bij hem zitten. Dan komt Vera binnen. Zij loopt aan de arm van Thea. Ze zijn gezellig aan het kletsen. Vera heeft altijd wel wat te vertellen en Thea luistert geïnteresseerd. Thea vraagt waar Vera wil zitten. ‘Vooraan, dan kan ik alles goed horen’, antwoordt Vera. Samen zoeken ze een plek die Vera goedkeurt. Tijdens de dienst houdt Thea Vera’s hand vast; dat vindt Vera prettig. Af en toe zeggen ze wat tegen elkaar. Thea kan Vera prima verstaan. Ze hebben elkaar goed leren kennen.
Soms zijn er verhalen, vaak enthousiaste verhalen – belangrijk om met elkaar te delen
Jasper en Thea maken deel uit van de jongerengroep van de Tuindorpkerk uit Utrecht. Al lange tijd komt deze groep van circa vijftien jongeren iedere zes weken naar Bartiméus om bewoners te vergezellen naar de kapeldienst. Jaren geleden is dit project zomaar een keer begonnen. De begeleiders van de groep waren op zoek naar een diaconale taak voor hun jongeren. Eén van de begeleiders kende Bartiméus en zij vroeg ons, als geestelijk verzorgers, of de jongeren iets zouden kunnen betekenen voor Bartiméus. Wij hoefden hier niet lang over na te denken.
Veel van onze bewoners zijn van anderen afhankelijk om naar de kapel te komen. Lang niet altijd lukt het de medewerkers om aan deze vraag van de bewoners te voldoen. Een aanbod van een groep jongeren die dit op zich zou willen nemen, is dan ook een ‘geschenk uit de hemel’.
Bijzondere ontmoetingen
De eerste paar keer was het wennen voor de jongeren, maar met enige begeleiding ging het steeds beter. De jongeren werden gekoppeld aan bepaalde woningen en bouwden gaandeweg een band op met de bewoners. Het is bijzonder om te zien en mee te maken hoe zorgzaam deze uit de kluiten gewassen pubers een ernstig meervoudig gehandicapte bewoner begeleiden. Hoe ze met hem praten, hem geruststellen of hem helpen bij het aandoen van zijn jas. Veel van de jongeren blijven jarenlang betrokken bij de bewoners van Bartiméus. Zelfs als ze gaan studeren of op kamers gaan wonen komen ze nog, omdat ze ‘hun bewoners’ graag weer eens willen ontmoeten.
Elk jaar komen er nieuwe jongeren bij. Zij worden ‘ingewerkt’ door jongeren die al ervaren zijn. Ze vinden hun weg op het terrein en in de ‘vreemde’ wereld van mensen met een beperking. Na elke viering, als de bewoners terug zijn naar hun woning, drinken we wat met elkaar en praten we na. Soms zijn er vragen, vaak zijn er enthousiaste verhalen. Het is belangrijk om die met elkaar te delen.
Een andere kijk
Met Chris (22), Sybe (17), Harmen (16) en Lotte (17) praat ik over hun ervaringen, hun contacten met de bewoners en het samen vieren in de kapel.
Chris is al lange tijd betrokken bij het project. Toen hij 15 jaar was, kwam hij om mee te doen. Nu, ruim 7 jaar later, is hij nog altijd enthousiast. ‘Ik vind het fijn om anderen blij te maken. Het doet mij plezier.’
En Sybe zegt: ‘Het voelt als een kans om iets te betekenen voor mensen. Voor de bewoners, maar ook voor de verzorgenden. Zodat zij met meer mensen naar de kapel kunnen.’
Harmen vult aan: ‘Het is anders dan je gewend bent. Ik ga naar school met mensen die nergens hulp bij nodig hebben. Als je dan in een omgeving komt waar mensen afhankelijk zijn van jou, dan geeft dit een ander gevoel. Een andere kijk op wat er om je heen gebeurt. Iedereen in Bartiméus kan op zijn eigen manier ontzettend goed leven. Dit verbaasde mij de eerste keer. Het heeft mij een andere kijk gegeven op mensen met een beperking. De beperking hoeft iemand niet anders te maken. Hij of zij is veel meer dan alleen een persoon in een rolstoel. Het samen vieren geeft je een ander perspectief. Een soort van ander raam om door te kijken. Dat is iets waarom ik het heel mooi vind…’
Lotte zegt het zo: ‘Ik kwam in een omgeving waarin ík eigenlijk anders was. Dat is een soort omkering. Als je geen beperking hebt, val je meer op. Je leert al als je jong bent, dat het leven ook anders kan zijn. En je leert hiermee om te gaan en ontdekt dat dit niet gek is, maar dat dat ook een manier van leven is.’
Lotte vertelt dat zij al als klein meisje met haar vader meekwam. ‘Ik heb het meegaan naar de kapel altijd leuker gevonden dan naar de kerk gaan. Het was een fijne ervaring. Toen ik oud genoeg was om zelf een bewoner te begeleiden, kende ik Bartiméus al goed. Ik vond het toen niet meer spannend.’
Sybe zegt hierover: ‘De eerste keer vond ik het heel erg spannend. Ik was wat schrikachtig. Ik moest de bewoner helpen om zijn jas uit te doen. Ik dacht: wat moet ik hiermee en wat doe ik hier eigenlijk? Maar gaandeweg leer je hier mee omgaan en krijg je hier gevoel voor en leer je dit meer. Dan komen er hele mooie momenten. En zoekt de bewoner contact met jou…’
Harmen: ‘Toen ik de eerste keer kwam moest ik aan alles wennen. Hoe is het op het terrein, hoe gaat het toe in het huis, hoe loop je achter een rolstoel? En ook in de kapel is het heel anders. De tweede keer wordt het al iets normaler. Nu is het leuk en gezellig en kost het eindelijk geen moeite. Je gaat gewoon naast een bewoner zitten en het gebeurt gewoon allemaal.’
Op mijn vraag wat het samen vieren en het contact met de bewoners van Bartiméus de jongeren brengt, klinken opmerkingen als:
‘Het levert een mooie dienst en nieuwe ervaringen op. Ik heb nieuwe mensen ontmoet en nieuwe dingen geleerd.’
‘Ik vind het belangrijk om veel te geven. Om er te zijn voor de bewoners. Om een praatje te maken of er gewoon alleen maar te zijn. Om naast iemand te zitten of een hand vast te houden.’
Lotte vat haar ervaringen samen: ‘Ik geef iets door er te zijn en te helpen, maar ik krijg er ook veel terug.’ Harmen vult aan: ‘Door hun toegankelijkheid kun jij je ook toegankelijk opstellen.’
Chris sluit het gesprek af met een mooie conclusie: ‘Samen vieren is niet afhankelijk van beperking.’
Je leert al als je jong bent, dat het leven ook anders kan zijn
Het komt van twee kanten
De band met ‘de Tuindorpers’ is gegroeid en verstevigd. Eén keer per jaar gaan wij op zondagmorgen met een bus vol bewoners van Doorn naar Utrecht. Wij zijn dan welkom in de kerk van onze vrienden. Eén van de geestelijk verzorgers gaat dan voor en samen met de mensen van de Tuindorpkerk vieren we. We genieten van de gastvrije ontvangst.
De jongeren van de Tuindorpkerk en de bewoners van Bartiméus… ze zijn verweven geraakt met elkaar, ze leren van elkaar en ze genieten van elkaars vriendschap.
Het is een prachtig project dat met de inzet van begeleiders en ouders van de jongeren van de Tuindorpkerk en het enthousiasme van de bewoners van Bartiméus hopelijk nog jaren zo doorgaat.
Wija van der Kaaden is geestelijk verzorger bij Bartiméus in Doorn.