Voor U belijden wij

Het eerste gebed in de oecumenisch-protestantse kerkdienst is het drempelgebed. Er wordt schuld beleden en om vergeving gevraagd. Iemand omschreef dat ooit als ‘voeten vegen’ voor de ontmoeting met het heilige.
Ik vergelijk de eredienst vaak met het bezoek aan het theater of een museum. Niet geheel toevallig, omdat ons theater haar wortels heeft in de antieke Griekse eredienst. Wanneer we naar het theater gaan, bereiden we ons voor. We kleden ons voor de gelegenheid, lezen van tevoren nog even de recensies door. Wanneer we naar binnen gaan en onze plek zoeken, worden we weggetrokken uit het alledaagse, meegezogen in een andere werkelijkheid. Na een staande ovatie verlaten we de zaal en gaan de wereld van alledag weer in. Maar wel veranderd. Theater en kunst voeden ons met een andere kijk op de wereld en ons leven. De eredienst wil niets anders.
Ruimte
Wanneer we naar de kerk gaan, zoeken we de ontmoeting met het heilige of de Heilige. We proeven van Gods toekomst, van een koninkrijk dat zich even laat zien, een goddelijke werkelijkheid. Even weggerukt uit het alledaagse worden we gelaafd met schoonheid en muziek, met stilte en gebeden. We worden gevoed met het Woord en met de gaven van brood en wijn. En we worden met een zegen weer de wereld ingestuurd. Met nieuwe ogen, met een andere kijk op de wereld en ons leven. Maar het bijzondere aan een kerkdienst is dat we ruimte moeten maken voor die heilige ontmoeting. Niet alleen moeten we de voeten vegen, maar ook het vuil van de ziel verwijderen; schuld belijden om ruimte te maken voor vergeving en een nieuw begin.
Het drempelgebed aan het begin is daarom een bijzonder moment. Het gaat terug op het ‘confiteor’ dat allereerst een schuldbelijdenis was van de priester, maar gaandeweg een collectieve belijdenis van de gemeenschap werd: ‘Voor U belijden wij, almogende God, voor heel uw Kerk en voor elkaar…’ We zijn niet alleen God tekort geschoten, maar ook elkaar. Daarop volgt een bede om vergeving: ‘Ontferm U over ons en vergeef ons onze zonden…’ Een mooiere overgang van het alledaagse naar de heilige ontmoeting is er niet.
Voor U belijden wij, almogende God,
voor heel uw kerk en voor elkaar,
dat wij gezondigd hebben in gedachten, woorden en werken.
(gebedsstilte)
Ontferm U over ons,
vergeef ons onze zonden
en geleid ons tot het eeuwig leven.
Door Jezus Christus, onze Heer. Amen.
Als nieuw
En waar in deze wereld is er nog een plek waar je bij voorbaat om vergeving kunt vragen en zeker weet dat je gereinigd, als nieuw, mag beginnen bij een God die ons wil herscheppen? ‘Hij vergeeft u alle schuld, Hij geneest al uw kwalen’ (Psalm 103:3). Overal elders dragen we ‘schuld’, worden we aangezien op onze naam, onze daden, onze missers en ons falen. Maar op de drempel van de ontmoeting met God mag je weten dat je onvoorwaardelijk welkom bent. Je treedt binnen in een ruimte die je verandert. Je veegt je voeten, je maakt belijdend ruimte en laat jezelf reinigen. ‘Verootmoediging’ is een oud woord dat hier van pas komt. Het betekent zoiets als neerbuigen, vernederen, onderwerpen. Je geeft je over aan Gods genade in het vaste vertrouwen dat Hij trouw is en zijn liefde helend is.
De reiniging is niet alleen het voeten vegen aan het begin. Er zijn meerdere momenten in de liturgie waar woorden van schuld en vergeving klinken. Zoals bij de Maaltijd van de Heer: ‘Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spreek slechts een woord en ik zal gezond worden’ (Matteüs 8:8). Of in het Onze Vader: ‘Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars vergeven’. Telkens weer mogen we de wereld ingaan met nieuwe ogen, als nieuwe mensen. Zoals eens bij onze doop.
Harold Schorren is predikant van de wijkgemeente Laurenspastoraat, city pastor van Rotterdam, en redactielid van Open Deur.