‘Vroeger was het beter’
De kerk is voortdurend in beweging. In de loop der tijd vinden er allerlei veranderingen plaats. Sommigen zijn blij met die veranderingen; anderen hebben er moeite mee en voelen zich steeds minder ‘thuis’ in de kerk.
Een voorbeeld uit de praktijk
Meneer de Vries, Jan, (80 jaar), komt al een tijd niet meer in de kerk. De diensten spreken hem niet meer aan. ‘Al die nieuwe liederen; ik ken de melodie niet en begrijp soms nauwelijks waar de tekst op slaat. Geef mij maar de vertrouwde psalmen!’ Ook met de preken heeft Jan moeite.
‘Sommige thema’s komen bijna nooit meer aan bod, zoals: zonde en vergeving, en de zekerheid van het geloof. Het lijkt wel alsof er steeds meer vraagtekens worden gezet. Dominees zeggen tegenwoordig dat we veel verhalen in de Bijbel symbolisch moeten lezen. Daar moest je vroeger niet mee aankomen!’
Jan heeft in het verleden veel kerkenwerk gedaan. Hij vertelt over de tijd dat hij wijkouderling was. ‘We gingen trouw bij gemeenteleden in de wijk op bezoek. We lazen dan ook een stukje uit de Bijbel en spraken een gebed uit.
Nu is er bijna geen bezoekwerk meer.’ Het is in de kerk niet meer wat het geweest is, vindt Jan. Hij verlangt terug naar de kerk van vroeger.
Vragen
Hoe zou u op het verhaal van Jan reageren? Deel dit met elkaar.
Welke reactie lijkt u helpend, welke reactie niet? U kunt van de casus ook een rollenspel maken, waarbij de ene persoon Jan speelt en de ander de bezoeker.
Heimwee
Misschien komt u in uw bezoekwerk ook wel eens zo’n verhaal als dat van Jan tegen. Mensen die terugverlangen naar hoe de kerk vroeger was. Ze hebben goede herinneringen aan die tijd. De kerk was een plaats waar ze zich thuis voelden, waar ze zich gekend wisten, waar ze zelf ook actief in meedraaiden…
De kerk is voor veel mensen een plaats waar ze zich verbonden voelen met God en met elkaar. Een plaats waar ze troost, kracht en inspiratie vinden voor het leven van alledag. Tegelijkertijd vinden er allerlei veranderingen en ontwikkelingen plaats in de kerk. Er komt een nieuwe dominee, twee kerken voegen zich samen, de gemeente verhuist naar een nieuw gebouw, het aantal kerkgangers loopt terug, jongere generaties vragen om andere liederen en muziek… Sommige gemeenteleden kunnen die veranderingen niet goed bijbenen, met als gevolg dat zij steeds meer vervreemd raken van de kerk.
Als je iets verliest wat belangrijk voor je is, doet dat pijn en geeft dat verdriet
Als je iets verliest wat belangrijk voor je is, doet dat pijn en geeft dat verdriet. Dat kan zich uiten in gemopper en klagen. Ook trekken sommigen zich steeds meer op zichzelf terug, waardoor het gevoel van verlies en eenzaamheid sterker wordt. Onder teleurstelling over ‘de kerk van nu’ zit vaak een gevoel van ‘heimwee’: een diep verlangen naar geborgenheid, vertrouwdheid. Een verlangen naar iets wat men op het moment mist.
Erover praten
Als mensen over hun teleurstelling over de kerk kunnen praten, helpt dat. Je gevoelens met iemand anders delen, zorgt ervoor dat je je minder eenzaam voelt. Belangrijk is wel dat de ander goed luistert en niet meteen reageert. Daar moeten we als bezoeker bewust iets voor doen, of beter gezegd ‘laten’. Want als iemand ons iets vertelt, hebben we de neiging om meteen met een eigen reactie te komen.
Wanneer iemand bijvoorbeeld kritiek heeft op een besluit van de kerkenraad, gaan we al snel in de verdediging. We leggen uit waarom het besluit genomen is, waarom de verandering belangrijk is… Of we zeggen meteen wat we er zelf van vinden, hoe anderen in de gemeente erover denken… Door gelijk te reageren scheppen we afstand. We blijven niet dicht bij de ander. Deze voelt zich dan niet echt gehoord. Als we eerst even rustig doorvragen, geven we de ander ruimte om zijn/haar hart te luchten. Met welke veranderingen in de kerk heeft de persoon vooral moeite? Jan noemt een hele lijst van dingen waar hij niet blij mee is. Wat doet hem het meeste pijn? Wat mist hij het sterkst? Nodig Jan ook uit om te vertellen over zijn goede herinneringen aan de kerk van vroeger. Wat vond hij fijn? Wat deed hem goed? Probeer in het gesprek te beluisteren waar Jan ten diepste naar verlangt. Als dat lukt, zal Jan zich gekend voelen. Dan kan er in het gesprek ook meer ruimte komen om te vertellen hoe jij zelf de kerk van vroeger en die van nu beleeft. Waar ben je blij mee? Zijn er ook dingen die je mist?
Erbij betrekken
Als je fijne herinneringen aan vroeger hebt, is dat iets om dankbaar voor te zijn. Goede herinneringen mag je koesteren. Ze kunnen je kracht en vreugde geven, zeker in moeilijke tijden. Tegelijk is het belangrijk om niet alleen maar aan vroegere jaren te denken. Anders loop je het risico dat je in het verleden blijft steken en voorbijgaat aan wat het heden je te bieden heeft.
Het is belangrijk niet alleen maar aan vroegere jaren te denken
Daarom is het goed om iemand bij de kerk van nu te betrekken. Welke activiteiten in de gemeente zouden hem/haar goed kunnen doen? Wat sluit aan bij zijn/haar verlangen? In de casus zou de bezoeker Jan bijvoorbeeld kunnen uitnodigen voor een koffieochtend, de eetgroep, een bijbelkring… Door Jan positief te benaderen en te activeren, is de kans groot dat hij weer meer fijne ervaringen in het heden opdoet.
Tot slot
Bij teleurstelling over de kerk is het natuurlijk ook goed om kritisch te kijken naar het reilen en zeilen in de gemeente zelf. Zijn veranderingen in de laatste jaren zorgvuldig doorgevoerd? Is iedereen voldoende betrokken bij het proces? Zijn er in de loop der tijd misschien waardevolle aspecten in de kerk uit beeld geraakt? Mensen als Jan zijn nodig in de kerk. Door hun verhalen over vroeger kunnen ze waardevolle elementen uit de kerkelijke traditie doorgeven. Hopelijk krijgen ze in gesprek met anderen ook meer begrip voor mensen die wel blij zijn met de kerk van nu.
Gerry Kramer-Hasselaar is bezoekmedewerkster in de kerk en psychologe. Zij is lid van de redactie van Ouderlingenblad.