Vrome vrouwen uit de Bijbel dichtbij
Wat is biblioloog en hoe gaat bibliodrama? En vooral, wat doet dat met de deelnemende vrouwen? We kunnen meekijken bij twee voorbeelden rond de verhalen van twee bijbelse vrouwen.
Ervaringen met bibliodrama en biblioloog
Als feministische bijbelwetenschapster hebben vrouwen in de Bijbel me altijd gefascineerd. Naast academische methodes heb ik me ook in bibliodrama en biblioloog verdiept, want hiermee kun je bijbelverhalen als inspiratiebron voor het leven nu ontsluiten.
Hoe helpen bibliodrama of biblioloog om vrouwen uit de Bijbel als betekenisvol te ontdekken? Sleutel is de identificatie met een bijbelse (vrouwen)figuur, waardoor haar verhaal en het eigen levensverhaal verbonden raken. Met instemming van de deelnemers deel ik twee voorbeelden uit recente spelervaringen.
De genezing van een vrouw in Lucas 13
Met een groep ging ik de genezing van een zieke vrouw (Luc. 13:10-17) beleven in een ‘biblioloog’, een dialoog met de Bijbel. Eerst schets ik de situatie: Jezus bezoekt plaatsen langs de route van Galilea naar Jeruzalem. Hij verkondigt het koninkrijk, geneest vele zieken en roept mensen tot omkeer. Velen erkennen hem als profeet, maar er is ook weerstand. Op het moment, waarop wij het verhaal binnen stappen, geeft hij onderricht in een synagoge. Ik lees voor: ‘Er was daar ook een vrouw, die al achttien jaar bezeten was door een geest die haar ziek maakte. Ze was helemaal krom en kon met geen mogelijkheid rechtop staan.’
Nu vraag ik de deelnemers, die in een stoelkring zitten, om zich in te leven in de zieke vrouw: ‘Jullie zijn, jij bent, de zieke vrouw. Jij bent al 18 jaar kreupel, krom en vol pijn, omdat je spieren je nek en hoofd naar beneden trekken. Je kunt niet rechtop staan. Vrouw, hoe ziet je leven eruit? Hoe houd je het vol?’
Jij bent die zieke vrouw… Hoe ziet je leven eruit? Hoe houd je het vol?
De deelnemers antwoorden vanuit hun verbeelding in de eerste persoon. Iemand zegt bijvoorbeeld: ‘Het ergste is eigenlijk niet de pijn, maar de isolatie, waar mij de ziekte in brengt.’ Of: ‘Aan de ene kant ben ik zo dankbaar voor mijn lieve man en mijn kinderen, die me zeer helpen. En tegelijk lijd ik eronder, dat ik door mijn ziekte niet de vrolijke moeder en partner kan zijn, die ik graag wil zijn.’ Of: ‘Het is moeilijk vol te houden. Ik ben altijd zo moe, de pijn kost zo veel energie. Er blijft haast niets over.’ Of: ‘Mijn ziekte doet ook iets met mijn zelfvertrouwen, zoals mijn lichaam krom is, is ook mijn geest gebukt, onderdanig misschien zelfs, ik ben mezelf niet.’
De antwoorden vormen een waaier van mogelijke invullingen van een lege plek in het verhaal. De bijbeltekst laat namelijk open, wat het voor de vrouw betekende om zo lang chronisch ziek te zijn. Het wordt duidelijk, dat de deelnemers hun eigen ervaringen ophalen en de figuur daarmee individueel kleur geven.
Ik kan nu de hemel zien, me direct tot God richten – wat een ruimte!
Na deze eerste inlevingsronde lees ik verder, we horen, dat Jezus de vrouw geneest, dat zij God prijst, maar dat de synagogenleider niet blij is met een genezing op Sabbat en dat Jezus hem tegenspreekt en het opneemt voor deze ‘dochter van Abraham’, die van haar boeien juist op een Sabbat bevrijd mocht worden. Ik vraag de deelnemers om zich in te leven in één van de oudsten van de synagoge. Wat zijn hun gevoelens en gedachten in deze situatie? Iemand merkt op: ‘Zij was innerlijk al opgericht, toen ze vandaag in de synagoge kwam, anders had God de genezing niet toegelaten.’
Aan het einde van het verhaal gekomen vraag ik de deelnemers nog een keer als vrouw haar gedachten te delen. ‘Het is de volgende ochtend, de eerste morgen in jaren, dat je zonder pijn kunt opstaan en rechtop kunt lopen. Hoe kijk je terug en wat is nú voor jou belangrijk?’ Eén vrouw antwoordt: ‘Ik kan nu de hemel zien, me direct tot God richten, wat een ruimte opeens.’ Een ander: ‘Ik heb ervaren, hoe het is om niet gezien te worden. Ik wil nu ervoor zorgen, dat anderen gezien worden, die het moeilijk hebben.’ En nog een ander: ‘Ik ben een dochter van Abraham, ik ga anderen vertellen, hoe goed God is en dat er altijd hoop is.’
De Samaritaanse vrouw bij de bron in Johannes 4
In de biblioloog blijven de deelnemers op hun stoelen zitten en geven door woorden stem aan de bijbelse figuur. Het proces is laagdrempelig en veilig, men kan ook zwijgend meedoen en de leidster gidst de groep door het verhaal.
Bij bibliodrama wordt het verhaal in de ruimte gespeeld zonder draaiboek. Spontaneïteit en lef om te spelen zijn nodig. Ik deel enkele ervaringen uit een bibliodrama over de ontmoeting tussen Jezus en de Samaritaanse vrouw aan de Jakobsbron ( Joh.4). Eerst leest de groep de tekst en worden de rollen verzameld – Jezus, de vrouw, haar huidige ‘man, die haar man niet is’, de discipelen, de inwoners van Sichar, de Jakobsbron, de kruik, God.
De bibliodramaleidster loopt door de ruimte en beschrijft het spelveld: ‘hier is de bron, waar Jezus de vrouw ontmoet, hier Sichar met de inwoners en de man, die haar man niet is, hier de plek, waar de vrouw haar kruik achterlaat.’ De spelers zoeken hun plek in de ruimte en leven zich in hun zelfgekozen rol in.
Spelend ontstaat een fascinerend verhaal van een vrouw, die ’s middags alleen aan de bron wil zijn. Ze wordt namelijk met de nek aangekeken vanwege haar verleden (‘5 mannen heeft ze gehad!’) en haar aanstootgevende partnerkeuze. ‘Ik mag niét haar man heten, maar ík houd van haar,’ zegt haar huidige partner. Ze ontmoet Jezus bij de bron, hij belooft haar ‘levend water’, ‘water voor de ziel’. Samen komen ze erachter, dat echt tot leven komen voor haar zou betekenen om met opgeheven hoofd de stad binnen te kunnen lopen, en dat gebeurt dan ook. Zij brengt de bewoners van Sichar tot Jezus, de Messias, die iedereen kent en die kan geven wat de ziel nodig heeft. Zij vindt een nieuwe zelfbewuste houding tegenover haar stadsgenoten en haar partner.
Tussendoor vinden boeiende discussies plaats over ‘leven en overleven’, ‘gevuld zijn en leeg zijn’. De verontwaardigde Jakobsbron daagt Jezus uit, voorziet hij als bron niet al eeuwen in de eerste levensbehoefte van mensen? De achtergelaten kruik heeft het moeilijk. Soms moet je de alledaagse bezigheden stil zetten en je richten op wat er echt toe doet, laat de Samaritaanse zien. Maar de kruik kan er niet tegen om – al was het maar voor even – niet nodig te zijn en als last ervaren te worden. Dit bracht de speelster dicht bij haar eigen verhaal. God verwoordde een inclusieve visie, waarin het water, eerste levensbehoefte van alle schepsels, en het water dat binnen stroomt geschenken voor een goed leven zijn. Na afloop werd gedeeld wat er beleefd werd in het spel en hoe dit raakte aan individuele geloofsen levensvragen van de spelers. Dit deel ik niet, maar het moge duidelijk zijn, dat zij volop meespeelden en inzichtelijk werden.
Boeiende discussies over leven en overleven, gevuld zijn en leeg zijn…
De kracht tot verandering
Bibliodrama en biblioloog brengen bijbelse vrouwenverhalen dicht bij ons zelf en laten iets van de kracht tot verandering ervaren, waarvan de Bijbel getuigt. Beide doe je in een groep onder deskundige begeleiding (tip: volg een cursus bij de Zevende Hemel of bij de PThU).
Maar iedereen kan iets van de dynamiek van deze benaderingen ervaren in een creatieve schrijfoefening. Lees een bijbelverhaal hardop, stel je dan voor, dat je één van de personages bent en schrijf in de ik-vorm zonder veel na te denken op, wat je ziet, hoort, beleeft en denkt als deze figuur. Van harte aanbevolen!
Annette Merz is hoogleraar Nieuwe Testament aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) en docente bibliodrama bij het Centrum voor Bibliodrama.