Menu

None

Wat kunnen we leren van seksualiteit in de oudheid?

Interview met Daniël De Waele over zijn nieuwe boek Betoverd door begeerte

Daniël De Waele

Liefde en lust in de wereld van Bijbel en oudheid. Historicus Daniël De Waele deed er onderzoek naar. Welke rol speelt de vrouw in klassieke en Bijbelse verhalen? Hoe dacht men over homoseksualiteit, prostitutie en seks tussen huwelijkspartners? En kunnen wij daar nog iets van opsteken of zijn het vooral achterhaalde ideeën? Redacteur André Groenendijk sprak met Daniël De Waele over zijn nieuwe boek Betoverd door begeerte.

Uw boek gaat over seksualiteit in de oudheid. Was er een reden om juist nu dit boek te schrijven?

‘De directe aanleiding was mijn dissertatie over het verhaal van Jaël in het boek Richteren. Zij nodigt Sisera, de vijand, uit in haar tent. Ze doet heel lief, dekt hem toe en drijft hem dan een tentpin door het hoofd. Het is een verhaal dat vaak opnieuw is verteld door verschillende joodse groepen en ook door een aantal kerkvaders. Ik heb onderzocht op welke manier ze dat verhaal opnieuw verteld hebben en wat dat zegt over hun visie op de vrouw. Ik heb daarbij naar drie aspecten gekeken: het seksueel verleiden, het geweld en bedrog dat de vrouw gebruikt, en haar autonome optreden. Dat onderzoek is de aanleiding geweest om verder te duiken in het thema ‘seksualiteit’ en daar is dus dit boek van gekomen.

‘Ik had niet het gevoel dat het boek juist nú geschreven moest worden, maar er zijn natuurlijk wel een aantal aspecten die ook vandaag spelen, zoals grensoverschrijdend gedrag. Er is een prachtig verhaal, dat in de katholieke Bijbel in het boek Daniël is opgenomen. Het gaat over Susanna, een rijke vrouw die belaagd wordt door twee booswichten. Die eisen van haar dat zij seks met hen heeft, anders zullen zij haar beschuldigen van seks met een jonge man. Zij kan dus geen kant op, maar brengt het tóch in de openbaarheid. Zelfs al weet ze dat het haar woord is tegenover dat van twee mannelijke rechters. Dat in de openbaarheid brengen van wat er is gebeurd—dat is lastig. Je voelt je vernederd, je schaamt je. Daar is moed voor nodig. Susanna is een mooi voorbeeld van een vrouw die dat durft, en uiteindelijk is er gerechtigheid geschied.’

Susanna and the Elders, 1610). Oil on canvas
Susanna and the Elders (1610). Oil on canvas, 170 x 119 cm (66.9 x 46.8 in). Schönborn Collection, Pommersfelden. Bron: WikiCommons

Kunnen wij daar iets van leren?

‘Sowieso om onrecht in de openbaarheid te brengen. Al was het voor Susanna duidelijker dan in onze tijd. Zij leefde in een wereld waarin heel duidelijke seksuele regels waren. In onze permissieve maatschappij is dat allemaal niet meer zo duidelijk. Grenzen zijn vloeiend. Dat maakt het voor een vrouw, die toch meestal het slachtoffer is, lastiger. Je moet je eigen grenzen bepalen. En dat is moeilijker dan wanneer er afgesproken grenzen bestaan in een maatschappij.’

In uw boek beschrijft u hoe de vrouw er bekaaid vanaf komt. Het was allemaal nogal patriarchaal. Ze wordt neergezet als wellustig en ongecontroleerd. Of ze heeft juist geen enkel recht als het op seksualiteit aankomt, terwijl de man nog wel eens een scheve schaats mag rijden.

‘Het ongeluk van de vrouw—als ik het zo mag zeggen—is dat zij zwanger kan worden. In de patriarchale maatschappij waarin we nu eenmaal leven, gaat de man zich afvragen: oké, mijn vrouw is zwanger, maar is het wel van mij? Vandaar dat de vrouw altijd gecontroleerd werd, onder supervisie werd gesteld, beperkte bewegingsvrijheid kreeg. Voor de man was dat niet zo’n punt, die werd toch niet zwanger. Die kon zijn gang gaan, behalve natuurlijk met een vrouw die gehuwd was. Dat is eigenlijk pas heel recent veranderd, met de uitvinding van de pil in de jaren zestig.’

Betoverd door begeerte cover

Toch zijn er ook mensen die zeggen: de seksuele revolutie was vooral heel fijn voor de man, want die kon nu ineens zijn gang gaan en daar is de vrouw opnieuw slachtoffer van.

‘Dat is maar net hoe je het bekijkt. Wij denken soms dat de man vóór de seksuele revolutie heel beperkt was. Als je echter kijkt naar mannen uit de achttiende eeuw, dan hadden die ook allemaal maîtresses. Of misschien niet allemaal, maar toch behoorlijk wat. Een vrouw hield er dan weer geen tweede man op na. Ook vóór de seksuele revolutie ging de man doorgaans zijn gang.’

Ook vóór de seksuele revolutie ging de man doorgaans zijn gang

Fascinerend in uw boek zijn de mythes die u beschrijft over vrouwen die uit zijn op seks, maar dan ook daarna de man doden.

‘In de oudheid waren er best wel wat van die demonische figuren—Lilith is een bekend voorbeeld—of godinnen, zoals Soemerische Inanna en Akkadische Ishtar. Verder zijn er ook verhalen over koninginnen of andere vrouwen met een serieuze seksuele appetijt, die mannen uitzochten en doodden na de seksuele daad. Dat is natuurlijk best griezelig voor mannen. Zij vertelden er verhalen over, die dan met een somber gemoed werden aangehoord. Om dat te begrijpen moet je op de psychologische tour gaan, en ik ben geen psycholoog. Ik heb er natuurlijk wel wat over gelezen, en het blijkt iets van de archaïsche mens te zijn. Het leven was in die tijd onzeker, er lag overal gevaar op de loer. Blijkbaar ervoeren zij ook de vrouw als onverzadigbaar en dat werd gezien als een bedreiging. Ik denk niet dat dit vandaag de dag ook nog het geval is. Al haal ik in mijn boek Lisette van ’t Hooft aan, een hedendaagse schrijfster. Als vrouw beschrijft zij de man toch ook als iemand die beducht is voor z’n eigen vrouw, omdat die alsmaar dingen kan eisen. De man kan lijden onder opgelegde intimiteit, schrijft ze ergens. Heel mooi, en ja, dat is soms best wel herkenbaar. We hoeven in elk geval niet meer te vrezen voor ons leven, dus dat is een hele geruststelling.’

Lilith (1887). Oil on canvas
Lilith (1887). Oil on canvas, 194 × 104 cm (76 × 41 in). Atkinson Art Gallery and Library, Southport, Merseyside, England. Bron: WikiCommons

Hoe ga je als historicus om met de patriarchale blik op de vrouw in de teksten die je leest?

‘Ik denk dat de eerste taak van de geschiedschrijver is om te beschrijven hoe de geschiedenis is verlopen en daarover veel bronnen te verzamelen, zodat je niet eenzijdig bent. Ten tweede kun je daar als mens ook wel wat van vinden, of de link leggen met de huidige situatie. Ik denk echter dat de geschiedenis ook bestudeerd moet kunnen worden om de geschiedenis zelf, zonder dat er een link moet worden gelegd met wat er vandaag de dag gebeurt.

‘Ik heb bij het schrijven van dit boek natuurlijk wel gemerkt dat teksten geschreven zijn vanuit een mannelijk perspectief. Toch kom je ook wel behoorlijk wat te weten over de seksualiteit van de vrouw. Soms moet je je dan even verplaatsen en de vraag stellen: hoe zou het voor die vrouw geweest zijn? Het is wel altijd oppassen. Neem bijvoorbeeld de teksten over Messalina, ‘de keizerlijke hoer’. Dat is dus door mannen geschreven, en die Messalina komt daar niet zo goed uit. Dan kun je je afvragen waarom die mannelijke schrijvers zo negatief over haar zijn. Zij zal wel bepaalde morele grenzen overschreden hebben, maar ze was misschien ook wel een heel autonome, zeg maar mannelijke vrouw, die heel slecht viel bij die schrijvers. Op die manier moet je dan ook naar die teksten kijken, zodat je geen vertekend beeld krijgt.’

In uw boek beschrijft u dat de seksuele moraal rond het begin van onze jaartelling steeds strikter wordt, óók bij de Grieken en Romeinen. Kunt u dat verklaren?

‘Het is heel lastig om te verklaren waarom dat precies gebeurt, maar er zijn wel lijnen te trekken. Al in de zesde eeuw voor Christus waren er artsen en filosofen in de Griekse wereld die meenden dat seksualiteit de gezondheid niet ten goede komt: ze spraken van ruggenmergtering, een vroegtijdige dood en dergelijke. Ik schrok daar wel van. Die bekommernis om de lichamelijke gezondheid gaat stilaan over in een bekommernis om de psychische gezondheid. Men vindt dan seksualiteit niet zo geweldig meer. Dat begint bij een paar filosofen, dan verspreidt het zich naar de intelligentsia en zo werd het steeds wijder verbreid. Je ziet dan dat in de eerste eeuw na Christus het monogame huwelijk aan kracht wint in de heidense wereld. Dat was misschien ook wel een reactie op de al te grote losbandigheid die er ook was in die tijd. De joden nemen die ideeën over—Philo van Alexandrië bijvoorbeeld—en ook de kerkvaders. Een voorbeeld is de onderverdeling die Ambrosius, de bisschop van Milaan, maakte. In de geestelijke hiërarchie die hij beschrijft staan de maagden bovenaan, daaronder de weduwen, en dan daaronder de getrouwden. Het ideaal voor gehuwden, ook bij de heidenen, was dan ook nog eens dat ze alleen seks hadden om kinderen voort te brengen. Als dat eenmaal gedaan was, dan kon je als broer en zus met elkaar samenleven, dus zonder seksuele gemeenschap.

‘Het idee daarachter is dat seksualiteit op gespannen voet staat met het heilige, met het gebed. Als je bidt, dan word je stil en je keert in jezelf. Seksualiteit is juist wild en naar buiten gericht. Paulus zegt ook dat je zeker seks moet hebben met elkaar als je getrouwd bent, maar bij tijd en wijle moet je je toch weer op God richten en seks even achterwege laten.’

Seksualiteit is juist wild en naar buiten gericht

Als de seksuele normen die we in de Bijbel en bij de joodse en christelijke denkers vinden, zo bepaald zijn door de omliggende cultuur, hoe trek je daar dan lessen uit over onze omgang met seksualiteit? Kan dat wel?

‘Het is sowieso nodig om een vertaalslag te maken. Neem homoseksualiteit: in het Oude Testament wordt gezegd dat dat een gruwel is voor God. Dat zijn sterke woorden, maar een jasje dragen dat uit twee verschillende stoffen bestaat, wordt eveneens een gruwel genoemd. En daar maken we ons toch niet meer zo druk om. Als het om seksuele normen gaat, is het Nieuwe Testament voor christenen gezaghebbend, maar bij wat Paulus zegt moet je ook de vraag stellen: waar heeft hij het eigenlijk over? Welke woorden gebruikt hij? Dus dat is niet evident. Je kunt niet zomaar dingetjes nemen uit de Bijbel en die “hop”, zonder veel nadenken, overplaatsen in onze tijd. Dat er bijvoorbeeld christenen zijn, die naar de kerk gaan, en die dan op een bepaald moment ontdekken en erkennen dat ze homoseksuele gevoelens hebben en daarmee worstelen: dat lijkt voor Paulus totaal onbestaand te zijn.’

Zijn er dan wel bepaalde algemene uitgangspunten of principes die we uit het Nieuwe Testament, of uit de Bijbel als geheel, kunnen halen?

‘Dat vind ik heel moeilijk. Je kunt zeggen—en dat klinkt misschien wel heel goedkoop—de liefde voor jezelf en de liefde voor de ander: dat is heel belangrijk. Een homoseksuele verhouding was in de tijd van Paulus een heel ongelijke relatie. Je had een volwassen man en een jonge knaap, en de man had het voor het zeggen. Die jonge knaap—vaak ook een slaaf—moest dan maar doen wat zijn heer zei. Homoseksualiteit zoals wij dat kennen is een relatie tussen twee volwassen mensen, die met wederzijdse goedkeuring met elkaar door het leven gaan en die ook echt van elkaar houden. Dat is toch wel heel wat anders. Dan heb ik het over liefde, respect, de ander niet tot iets dwingen. Dat zijn een paar belangrijke elementen die je kunt hanteren om te bepalen hoe wij dan moeten leven.’

Homoseksualiteit zoals wij dat kennen is een relatie tussen twee volwassen mensen, die met wederzijdse goedkeuring met elkaar door het leven gaan en die ook echt van elkaar houden

Ik kan me voorstellen dat iemand zegt: dit zijn wel weer heel 21e-eeuwse uitganspunten, is dit dan ook weer niet heel cultureel bepaald?

‘Ja, maar wat wil je? We leven in de 21e eeuw, hierin ademen en bewegen wij. Daarmee wil ik niet zeggen dat je dus maar alles wat je door de omgeving wordt aangereikt moet accepteren. Nee, je moet er wel over nadenken met de Bijbel in de hand ernaast. Dat gesprek tussen Bijbel en deze tijd moet wel gevoerd worden. En dat is niet makkelijk. Het vraagt om inspanning en het brengt je wel eens aan het twijfelen over dingen. Zo is het leven. Het alternatief, wat je in sommige religieuze kringen ook ziet, is: “Te midden van alle onzekerheid en chaos hebben we tenminste nog de Bijbel die vaststaat.” Ik moet daarbij opmerken dat het dan onze interpretatie van de Bijbel is die vaststaat, want we selecteren nogal wat. Deze houding geeft een hoop mensen waarschijnlijk vastheid en zekerheid. Als die mensen daarmee willen leven: prima voor mij. Maar er zijn ook mensen die daaronder lijden, onder die vastheid en rigiditeit.’

Maar er zijn ook mensen die daaronder lijden, onder die vastheid en rigiditeit

Soms leeft het beeld dat de kerk in de eerste eeuwen al het plezier van de mensen heeft afgepakt door zo neurotisch te doen over seksualiteit. In uw boek lezen we echter dat er op seksueel gebied ook veel misstanden waren in de oudheid. Moeten we ons beeld van de vroege kerk bijstellen als het hierom gaat?

‘In de oudheid waren machtsverhoudingen zeer duidelijk, en catastrofaal voor mensen die geen macht hadden. Prostituees hadden niets te zeggen en werden met scheepsladingen aangevoerd van overwonnen vijanden, gedumpt in een stad en onder de macht van een pooier gesteld. En homoseksualiteit, zoals ik eerder al zei, ging gepaard met grote machtsongelijkheid. Deze dingen zijn in onze tijd gelukkig wel anders.

‘In de eerste eeuwen heeft het christendom heel veel betekend voor mensen die aan de zelfkant van de maatschappij stonden, ook op seksueel gebied. De christenen stelden strenge normen. De man van een christelijk echtpaar mocht dus bijvoorbeeld niet naar een prostituee gaan. Aan de ene kant wordt daarmee de vrijheid van de man beknot, maar het brengt wel een correctie aan in een maatschappij die wat seksuele zeden betreft heel wild was. Er wordt orde op zaken gesteld. Als wij vroegchristelijke teksten lezen, dan vinden we dat een beetje saai: een heleboel regels over wat je wel moet doen of juist niet mag doen. Is dat nou het geloof? Maar blijkbaar was er in die chaotische tijd behoefte aan duidelijkheid. Hoewel het allemaal niet volmaakt is geweest, is er door het christendom echt wel wat ten goede veranderd.’

Hoewel het allemaal niet volmaakt is geweest, is er door het christendom echt wel wat ten goede veranderd

Daniël De Waele

Daniël De Waele is docent Protestantse Godsdienst en docent Nieuwe Testament aan het Hoger Instituut voor Protestantse Godsdienstwetenschappen (HIPGO) te Brussel. Hij publiceerde meerdere boeken met een cultuurhistorische insteek, waarin hij zijn brede kennis over religiegeschiedenis deelt. Zijn nieuwste boek is Betoverd door begeerte over liefde en lust in Bijbel en oudheid. Op danieldewaele.com schrijft hij regelmatig blogs.

André Groenendijk

André Groenendijk is theoloog en filosoof. Hij werkt als gemeenteadviseur bij de HGJB en als freelance schrijver/redacteur. 

Meer lezen van Daniël De Waele?

Betoverd door begeerte cover
Ontluikend christendom
Cover Godenschemering


Relevante artikelen

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken