Zij brak door. Bekeerde zij Jezus?
Beeldmeditatie bij Marcus 7 / Matteüs 15

Een doorbraak bij Jezus, zo ziet Ko Schuurmans het verhaal van de moeder die bij Jezus aandringt op de genezing van haar bezeten dochter. Jezus houdt het af, maar keert zich dan naar haar toe. Een bekering.
Jezus, wat valt ons dat van je tegen! Hoe jij die vreemdelinge, die niet-jodin benadert! Daar lusten de honden geen brood van! Dat is toch ‘eigen volk eerst’? Ben je van die club… hoe heet die ook al weer? We begrijpen er niks van!
Is het oneerbiedig om zo te denken, zelfs te zeggen? We kijken naar een schilderij uit 1617 van Pieter Lastman (1583 – 1633). Lastman was een barokke schilder uit de Gouden Eeuw. Kort was hij de leermeester van Rembrandt. We zien het verhaal uit Marcus (hoofdstuk 7) en Matteüs (hoofdstuk 15) over de ontmoeting van Jezus met een vreemde vrouw. Bij Marcus is zij een Griekse / Syro-Fenicische, bij Matteüs een Kananese. De vrouw knielt hulpeloos voor Jezus neer, we zien kinderen die brood eten en hondjes op zoek naar de kruimeltjes. Jezus, zwaar gekleed, wijst naar de kinderen. Wendt hij zich af van de vrouw?
Onreine geest
Wat is er aan de hand? Jezus heeft heftig gediscussieerd met farizeeën. Het wordt heet onder zijn voeten. Hij wil rust, wil zich bezinnen. Hij vertrekt weer. Hij wijkt uit. Dat woord klinkt verschillende keren in de evangelies. Altijd als Jezus gevaar loopt. Hij wijkt nu uit naar het gebied van Tyrus. Hij gaat naar het buitenland. Hij wordt vreemdeling. Een radeloze moeder weet hem te vinden en smeekt hem om bij haar bezeten dochter de onreine geest uit te drijven.
Eigen volk eerst?
Een onreine geest: als die jou bezet dan ben je een echte heiden, zegt een orthodoxe jood. Levend zonder God de Levende, zonder zijn wijze Woorden, ben je overgeleverd aan demonen. Je verwacht dat Jezus reageert met: ‘Vreemde vrouw, hoe is het mogelijk, jij gelooft in mij. Dat geloof heeft je dochter gered. Zij is al genezen. Ga naar huis!’ Maar niets van dat al. Jezus reageert afhoudend, want het brood voor de kinderen moet je niet aan de hondjes voeren – zegt hij. Wie zijn die kinderen? De joden. Wie zijn de hondjes? De heidenen, de niet-joden, de goyim. Dus inderdaad ‘eigen volk eerst’?
Kruimels
Zijn antwoord begint niet eens met: ‘Sorry mevrouw, maar het is niet goed dat…’ Heel onaardig? Druipt de vrouw verdrietig af? Teleurgesteld in die wonderdoener waarover zij zo positief had horen vertellen? Radeloos, want wat moet het toch worden met die gekke dochter van haar? Maar ze geeft het niet op. Ze houdt aan. Haar dochter moet beter worden. Dan doe je als ouder alles voor je kind. Je kruipt desnoods door het stof. Dan forceer je een doorbraak. Ze is slim, ze spreekt Jezus niet tegen maar gaat met hem in discussie. Dat is bijzonder in die dagen. Een vrouw die discussieert met een man en dan nog wel een vreemdeling. Dat hoort niet. Dan overschrijd je grenzen.
Er is eten genoeg voor iedereen die hongerig is
Ze zegt: ‘Heer’, (zij blijft beleefd!) ‘maar de hondjes onder de tafel eten toch de kruimels op die de kinderen laten vallen?’ Kruimeltjes: zijn dat fragmenten van de Tien Woorden? Zijn de hondjes, sommige heidenen, ernaar op zoek? Kruimeltjes: dat is overschot. Heeft de vrouw nu al weet van wat overblijft van de wonderbaarlijke spijziging die hierna gaat gebeuren? Als Jezus hongerige mensen weet te voeden door met elkaar te laten delen? En wat blijft er dan over? Zeven manden vol brokken. Elders nog meer. Zeven, oftewel: alles is er! Dat zijn geen kruimeltjes meer. Dat is eten genoeg voor iedereen die hongerig is, tekort komt. Dichtbij of veraf. Voor je eigen volk of voor de vreemdeling. Dan gaat bij Jezus eindelijk een licht op. Het kwartje valt, want hij kent zijn heilige Schrift.
Bekering
Realiseert Jezus zich wat de Schrift hem, zijn leerlingen en ook ons voorhoudt? Namelijk: dat ook de vreemdeling die zich met de Heer, onze God, verbindt, gered zal worden. Dat de Eeuwige er dan wil zijn voor alle volken. Dus keert Jezus zich om, laat zijn dikke pantser van vooringenomenheid vallen en reageert met: ‘Omdat u dit zegt… Ga naar huis, de demon heeft uw dochtertje al verlaten! ’En vanaf dat moment was haar dochter genezen.
Jezus gaat om
Maar hoe komt het toch dat Jezus zo afstandelijk en koel reageert? Zo onsympathiek, zonder inlevingsvermogen, betrokkenheid. Hij lijkt wat op al die mensen veraf en dichtbij, in ons eigen land en daarbuiten, die steeds harder roepen: eigen volk eerst! In sommige bijbelcommentaren lees je dat Jezus natuurlijk de dochter van de vrouw wel wilde genezen, maar haar eerst wilde testen. Ik wil daar niet aan. Ik geloof liever in een bekering van Jezus, die mij daardoor juist heel nabij is. Die ik met mijn eigen beperkingen probeer te volgen.
De vrouw forceert een doorbraak. Jezus gaat om. Nu ik nog. Forceert Hij nu bij mij een doorbraak? En zing ik met velen: ‘Alles heeft Hij welgedaan, tot wie zou ik anders gaan?’
Ko Schuurmans (1947) is gepensioneerd rooms-katholiek pastor. Hij studeerde sociografie en theologie. Hij werkte in het voortgezet onderwijs en het basispastoraat, daarna vele jaren bij het Pastoraal Centrum van het bisdom Haarlem – Amsterdam als directeur en liturgist, en docent aan diverse theologische hogescholen. Hij gaat veelvuldig voor in r.k. en protestantse vieringen.