Menu

Premium

12.4. Van ophouden weten

Zie ook

Heidelbergse Catechismus

Vraag 103: Wat gebiedt God in het vierde gebod?

Antwoord: Ten eerste, dat de kerkelijke Woordverkondiging en de scholen in stand gehouden worden, en dat ik vooral op de sabbat, dat is op de rustdag, trouw naar Gods gemeente kom om Gods Woord te horen, de sacramenten te gebruiken, God de Here openlijk aan te roepen en als christen de armen bij te staan. Ten tweede, dat ik alle dagen van mijn leven afstand van mijn boze werken neem, de Here door Zijn Geest in mij laat werken en aldus de eeuwige sabbat in dit leven aanvang.

Relatie van het thema tot het hoofdthema

In het leven voor Gods aangezicht is rust een belangrijk thema. Het gaat dan om de breedte van ‘een grens stellen aan je werk’ tot ‘de rust vinden om bezig te zijn met de dingen van God’. Bijbels gezien is het sabbatsgebod hierin fundamenteel. Dit gebod is erop gericht om een grens te stellen aan alles wat een mens in beslag kan nemen. Het behoort tot de levenskunst van volgelingen van Jezus Christus om daar in deze tijd gestalte aan te geven. Hoe vind je in deze tijd een balans om bij alle mogelijkheden en verplichtingen de relatie met God de basis te laten zijn, die doorwerkt in heel je leven?

De leefwereld van de hoorder

Er is een viertal aspecten van belang. Het eerste is de balans in werk, andere activiteiten en rust. Hoewel het aantal uren werk per persoon per week sterk verschilt, zijn er andere activiteiten waardoor veel mensen het druk hebben. Er is daarnaast vaak prestatiedruk op het werk. Het tweede is de moeite om stil te worden en je te concentreren. De sociale media hebben een nieuwe vorm van onrust met zich meegebracht; men is voortdurend met elkaar in contact en er zijn allerlei nieuwe verwachtingen in het sociale verkeer. Het derde is de zondagsrust. Wij komen uit een situatie waarin sprake was van een behoorlijke zondagsrust, en voor een deel is dat nog steeds zo. De meeste kerkdiensten worden op zondagmorgen gehouden. Wel staat de zondagsrust onder druk. Dat is te merken aan zondagsopenstelling van winkels. Daarnaast ervaren mensen in de privésfeer dat er op zondag van alles wordt georganiseerd. Het vierde is de negatieve klank van het gebod. Als ergens het punt speelt dat het christelijk geloof verbonden is met wetten en regels en dat je als christen ‘niets mag’, dan is dat wel rond de zondag. Hier zou wel verschil tussen de generaties kunnen bestaan.

Met het oog op de tieners

De vier bovenstaande punten gelden pregnant voor tieners. Afhankelijk van de sociale context delen ze die moeilijkheden met leeftijdsgenoten of staan ze daar alleen in. Jongeren zijn vaak druk, lopen voor als het gaat om sociale media. Ze willen overal en altijd present zijn, en leven in een tijd die sterk gefragmenteerd is. De notie van zondagsrust zoals die bij de oudere generatie leeft, leeft bij hen veelal niet. Rust lijkt voor jongeren synoniem met saai. Twee diensten op zondag roept bij hen vragen op. Er is op dit vlak zeker sprake van een kloof tussen de generaties. De huidige maatschappelijke situatie vraagt van jongeren die studeren dat ze daarnaast veel werken, waardoor er ook doordeweeks niet veel tijd overblijft voor bezinning en rust. Ook van middelbareschoolleerlingen wordt veel gevraagd, waardoor ook voor hen tijd van rust schaars is.

Met het oog op de kinderen

Afhankelijk van de vraag hoe de zondagsinvulling van de gezinnen is, kunnen kinderen de zondag zowel positief ervaren (ruimte voor het gezinsleven) als ook vooral negatief, omdat er weinig mag en het ‘saai’ is.

Uitleg

De catechismus is opmerkelijk positief in de uitwerking en toepassing van het vierde gebod.

Eerst wijst de catechismus op het belang van de woordverkondiging en het gebruik van de sacramenten op de rustdag, waarmee de zondag wordt bedoeld. Het belang van de woordverkondiging en het gebruik van de sacramenten op de zondag veronderstelt enkele denkstappen:

  • In het vierde gebod gaat het over de sabbatdag. Deze dag komt het volk Israël in gemeenschap met zijn God. Wie zich buiten de gemeenschap plaatst, is eigenlijk dood (Num. 15:32–35). In het Nieuwe Testament zien we dat Jezus regelmatig in botsing komt met de Farizeeën en Schriftgeleerden vanwege de vele regels die zij hebben gemaakt om die gemeenschap met God veilig te stellen. Dit betreft zeker de sabbat. Jezus is Heere van de sabbat (Mark. 2:28).

  • In het Oude Testament is de sabbat de dag van de samenkomst (Lev. 23:3). Zo is de keus van de HC voor nadruk op de woordverkondiging en de bediening van de sacramenten goed te verdedigen. De gemeenschap met de Heere van het verbond heeft bij uitstek plaats onder de bediening van het heil.

  • Door de Nederlandse toevoeging, ‘dat is op de rustdag’, is de identificatie tussen sabbat en zondag als eerste dag van de week snel gemaakt. Hier ligt een tweetal overwegingen. Ten eerste de vraag die we in de Bijbel ook tegenkomen, of christenen (uit de heidenen) zich aan het sabbatsgebod te houden hebben. Uit Handelingen 15:23-29, Romeinen 14:5-6 en Kolossenzen 2:16 is op te maken dat het sabbatsgebod niet zomaar van toepassing is op de christenen uit de heidenen. Vervolgens komt juist bij dit gebod de vraag naar voren, welke plaats Gods geboden sowieso hebben. Er zijn enerzijds christenen die pleiten voor herstel van de sabbatsviering op zaterdag (de zevende dag) op grond van het sabbatsgebod. Anderzijds zijn er stromingen die de geboden zien als geheel achterhaald, en dan heeft het sabbatsgebod eigenlijk helemaal geen betekenis meer. De gereformeerde traditie kiest hier voor de positie dat de christenen enerzijds niet de geboden letterlijk te houden hebben, maar anderzijds wel dat de geboden in Jezus Christus en Zijn werk hun diepste betekenis hebben gekregen en zo ook belangrijk zijn voor ons.

  • Vanaf de vroege kerkgeschiedenis is het gebruikelijk dat christenen op de eerste dag van de week samenkwamen. Dit gebruik is zelfs af te leiden uit het Nieuwe Testament (Luk. 24:1, 36; Joh. 20:19-23; 1 Kor. 11:20-34), hoewel niet iedereen overtuigd is van de verbinding met de opstanding van Jezus. Het is zeer aannemelijk om de ‘dag des Heeren’ (Op. 1:10) als de zondag te zien, hoewel er discussie over bestaat. In eerste instantie leek de samenkomst van de christenen op de eerste dag van de week samen te gaan met de sabbatsviering. Toen het Evangelie ook de heidenen bereikte, werd dit een gesprekspunt (apostelconvent).

  • De bediening van het heil vraagt om het geloofsantwoord van de gemeente. De catechismus noemt het openlijk aanroepen van Gods Naam en de dienst aan de armen. In de wisselwerking tussen Woord en antwoord herkennen we de opbouw van de gereformeerde liturgie. Dat daarbij het gewone leven helemaal meekomt, blijkt in het bijzonder uit de ‘inzameling van de gaven’, dat is het diaconale aspect van het bijstaan van de armen.

Een tweede accent dat de catechismus legt, is dat van de rust. Het is bijzonder dat de HC dan meteen de verbreding toepast. Hier wordt een van de uitlegregels van de Tien Geboden toegepast, namelijk: het gebod is pars pro toto, en kan dus worden uitgebreid naar de rest van de week.

De catechismus verbindt de rust dan wel meteen met nalaten van het kwade. Dat heeft een iets andere klank dan ‘niet arbeiden’. Wellicht is er wel een verband te leggen met de verlossing uit de slavernij.

De HC voegt op een heel mooie manier het eschatologische aspect toe, dat tegelijkertijd ook een lijn heeft naar het scheppingsmotief: de eeuwige sabbat die nu reeds aanvangt. Bij dit punt kan gewezen worden op de twee motiveringen die we van dit gebod in de Bijbel tegenkomen. In Deuteronomium 5:15 wordt het gebod gemotiveerd vanuit de verlossing uit de slavernij. Het thema ‘geen slaaf zijn’ kan vanuit het sabbatsgebod en verder worden ingevuld: geen slaaf van de zonde, maar ook geen slaaf van zaken die op zichzelf niet als negatief hoeven te worden gezien. In Exodus 20:11 gaat het om de rust die God nam na de zes scheppingsdagen.

Deze twee motiveringen zijn door Jezus Christus volbracht. Hij heeft verlost van de slavernij, en in de herschepping is er rust in Zijn volbrachte werk. Bijbels gezien is rust dus het genieten van wat God heeft volbracht, en nieuwtestamentisch is dat het werk van Christus in kruis en opstanding. Het genieten daarvan in deze werkelijkheid is nog maar een begin van wat komen gaat (Hebr. 4:9-11).

Relevantie van het thema

De catechismus geeft op twee punten duidelijk richting aan het leven als christen in deze tijd. Ten eerste is dat het belang van de woordverkondiging en het gebruik van de sacramenten. De eredienst als moment van de ‘bediening van het heil’ is wezenlijk in de omgang met God. De gemeente die als gemeenschap samenkomt, haar Heere ontmoet en wordt versterkt in het geloof is een bijbelse lijn die het Oude Testament en Nieuwe Testament met elkaar verbindt.

Dit brengt wel bepaalde vragen met zich mee. Bijvoorbeeld in hoeverre de zondag voor ons nog altijd de vrije dag is om daadwerkelijk de ontmoeting met de gemeente en vooral met de Heere Zelf voorop te laten gaan. Deze vrijheid staat onder druk door de activiteiten in de samenleving (openstelling winkels, arbeidsproces, maar ook sport) en door sociale activiteiten in eigen kring. Ook leeft in veel gemeentes de vraag, welke plaats een tweede kerkdienst in onze zondagsviering en zondagsbeleving heeft. Sowieso kunnen er vragen leven over het eigen karakter van de eredienst en de prediking. Er zijn veel mensen die zeggen te geloven zonder de gemeente en de eredienst.

Ten tweede geeft de catechismus aanleiding om hier te spreken over het leven van alledag, en de dagelijkse omgang met God. Het thema ‘stille tijd’ is hierbij van belang. Die stille tijd dient betrokken te zijn op het hele leven. Boeiend zijn ook de accenten die de HC legt op de strijd tegen het kwade en op de werking van de Heilige Geest. Het is goed om te merken dat waar wij van de zondagsinvulling zelf een ethisch thema hebben gemaakt, de HC eigenlijk veelmeer de ethiek vanuit de brieven van het Nieuwe Testament naar voren brengt, namelijk: het goede doen en strijden tegen het kwade.

Het is moeilijk om rechtstreeks vanuit de vragen en antwoorden van de HC enkele thema’s te benoemen, die vanuit dit gebod wel echt opkomen, zoals:

  • De verhouding tussen sabbat en zondag. In de HC gaat dit geruisloos in elkaar over.

  • De concrete invulling van de zondag. De HC staat hier ver weg van elk moralisme, door alleen de woordverkondiging en het gebruik van de sacramenten expliciet te noemen als het gaat om de rustdag. Tegelijkertijd speelt het gevaar van moralisme een belangrijke rol in de eigen traditie. Zodoende blijft de vraag naar de concrete zondagsinvulling zeer relevant. Het is zaak de veilige omtuining van de rust als voorsmaak van de eeuwige Rust goed neer te zetten.

  • Het aspect van de rust in de zin van het gevaar slaaf te worden van alles wat moet, komt in de HC niet duidelijk naar voren. Er is wel behoefte aan bezinning daarop.

De twee laatste punten komen samen in de vraag, hoe we het heilzame universele gebod van de rust vanuit Gods volbrachte werk in schepping en herschepping nu vormgeven.

De zondag zou op meerdere punten gebruikt kunnen worden als oefendag:

  • Oefenen van de gemeenschap met God en met elkaar.

  • Oefenen van de strijd om geen slaaf te worden. Er zijn dingen die je wellicht op zondag beter kunt laten. De bijbelse notie van vasten zou hier en bij het volgende punt ook een plaats kunnen krijgen.

  • Oefenen in het zoeken naar rust, concentratie en focus. Op de zondag mag er best een andere atmosfeer heersen.

Met het oog op de tieners

Het is goed om aan de tieners uit te leggen waarom de kerkdienst belangrijk is. Het is namelijk bediening der verzoening, de predikant zegt vergeving aan, en dat is elke week nodig. Het is ook goed om naar voren te halen hoe vanzelfsprekend het gebruik van de sacramenten in de HC is. Hierbij kan het beeld helpen van eten dat je regelmatig moet nuttigen. Rust begint in de kerk. Voor verzoende mensen en tieners loopt het leven op maandag een stuk makkelijker.

Het is bijzonder belangrijk om naar tieners eerlijk te zijn over de bijbelse lijnen met betrekking tot de zondag en de zondagsrust. Los van de discussie over de dag des Heeren en de opstandingsdag, weten we dat de christenen in de eerste eeuwen op zondag naar hun bijeenkomsten gingen en daarna naar hun werk en andere bezigheden. De kerk heeft het een aantal eeuwen zonder zondag als vrije dag gedaan en zonder wet op de winkelsluitingstijd, die winkelopenstelling op zondag verbood. Bovendien is de zondagsrust zoals die in Nederland gestalte kreeg uniek. Wanneer we hier eerlijk over durven zijn, maakt dat in de gesprekken met jongeren het veel duidelijker waar het echt over gaat. Als we jongeren uitleggen dat en waarom er in de traditie keuzes zijn gemaakt, werkt dat bevrijdend en zijn ze juist geneigd om er over na te denken.

Dan is het uit te leggen dat het heilzaam kan zijn om op zondag dingen na te laten. Tieners kunnen dit oefenen en leren om zich te focussen op God. Maar je wordt geen heilige door op zondag geen ijsje te kopen. En het is vooral belangrijk dat tieners zien dat (zondags)rust niet zozeer te maken heeft met de afwezigheid van werk of activiteit, maar met een grondhouding van vertrouwen en van verlangen Gods Woord te horen in de prediking en ermee bezig te zijn. De rust die op zondag in God gevonden wordt, is ook de basis van het bestaan doordeweeks.

Ook met het oog op de jongeren is het van belang dat we als kerk beseffen dat we, als het gaat om de zondagsinvulling, toegroeien naar een situatie die vergelijkbaar is met de eerste eeuwen. Jongeren die solliciteren lopen er nu al tegen aan dat het een probleem is als ze op zondag niet willen werken. Onze jongeren moeten op deze situatie voorbereid worden. Het is de vraag of protesteren tegen de winkelopenstelling op zondag, de 24-uurseconomie of werken op zondag echt de oplossing is, en het front waar we met de jongeren moeten strijden. Moeten we niet onder ogen zien en misschien accepteren dat we als christenen de in de achterliggende eeuwen verworven privileges weer in moeten leveren, en onze jongeren daarop voorbereiden?

Met het oog op de kinderen

Ook kinderen moeten duidelijk krijgen waarom de kerkdienst belangrijk is. Ook zij mogen de gemeente ontmoeten en horen waar ze van mogen leven.

Relevante bijbelgedeelten

  • De gedeelten in het Oude Testament die gaan over (de instelling van) de sabbat: Exodus 31:12-27; Exodus 35:1-3; Numeri 15:32-36; Jesaja 56:1-8; Jesaja 58:13-14. Opvallend is de doodstraf die staat op het opzettelijk overtreden van het sabbatsgebod.

  • De gedeelten in de Evangeliën die gaan over het geding tussen Jezus en de Schriftgeleerden over de sabbat: Mattheüs 12:1-8, 9-14; Markus 2:23-28; Markus 3:1-6; Lukas 6:1-5, 6-11; Lukas 13:10-17; Johannes 7:23-24; Johannes 9:14-16. Juist op dit punt heeft de Heere Jezus gestreden met de Schriftgeleerden.

  • Het belang van de eerste dag: Mattheüs 28:1; 1 Korinthe 16:2.

  • Gedeelten uit de brieven, die gaan over de sabbatsviering voor de gemeente van het Nieuwe Testament: Romeinen 14:1-8; Kolossenzen 2:16.

Aanwijzingen voor de leerdienst

Doelstelling

Na afloop van de preek weet de hoorder dat de zondag ons als rustdag is gegeven om het heil te ontvangen en van daaruit te leven. De rust van het volbrachte werk van Christus bepaalt het karakter van de zondag en is uitgangspunt voor heel ons bestaan. De hoorder denkt na over zijn of haar eigen invulling van de zondag. De hoorder rust in het volbrachte werk van Christus; belijdt slavernij aan andere machten; neemt zich (concreet) voor om zich alleen door Christus te laten leiden; en gaat dat oefenen op zondag met het oog op heel de week.

Homiletische aanwijzingen

Als introductie zijn er verschillende mogelijkheden: een (biografische) ervaring over de zondagsbeleving, bijvoorbeeld uit de literatuur; een introductie waarbij gemeenteleden aangeven hoe ze de zondag beleven (vingers, kopieën, tweegesprekje: ‘Wat vind je mooi en wat vind je lastig aan de zondag?’); het dilemma schetsen van iemand die op zondag moet werken of sporten.

Afhankelijk van de context van de prediker kan er iets aan het licht worden gebracht van onze zondagsviering. Welke mooie kanten zitten daaraan, en waar dreigt het mis te gaan of gaat het mis? De centrale vraag is: wat doen wij op zondag en waarom doen we dat?

Er wordt gewezen op het vierde gebod, zeker als de Tien Geboden regelmatig worden gelezen. Dan hebben mensen op grond van de woorden die daar gebruikt worden een bepaald beeld bij de zondag, die rustdag is. Er dient uitleg te zijn over het verschil tussen sabbat en zondag. Ook moet de bijbelse lijn aan de orde komen dat de gelovigen uit de heidenen zich niet strikt aan het sabbatsgebod hoeven te houden.

Vervolgens kan de stap worden gemaakt naar wat dit gebod ons voor richting geeft in het leven als christen. Dan kunnen de volgende elementen aan de orde komen:

  • De zondag is de dag waarop de gemeente samenkomt om de Heere te ontmoeten. Er moet hier iets gezegd worden over het belang van de prediking. God stelt zichzelf met Zijn volk, Zijn gemeente in contact. De eerste christenen hebben dit verbonden aan de dag van de opstanding. Hier kunnen, afhankelijk van de context, de vragen naar voren komen over het belang van een tweede dienst en de invulling daarvan. Er kan op zondag ook bewust tijd en ruimte worden gemaakt voor bijbelstudie en andere manieren van het ‘bezig zijn met God’. Hier moet worden benadrukt dat het contact met God levensnoodzakelijk is.

  • De zondag mag een oefendag zijn voor het leven onder Gods heerschappij. Concreet betekent dit dat je op zondag bewust en vrijwillig bepaalde dingen laat, bijvoorbeeld (huis)werk, bepaalde sociale media, zaken die het leven van alledag al snel opvullen. Op deze dag is het goed om ‘uit je doen’ te raken. Hier kan aan de orde komen dat de zondag een mooie en feestelijke dag mag zijn. Hoe kun je als gemeente, als familie of gezin, maar ook als alleengaande, het mooie van de zondag benadrukken? Het is mogelijk om iets van het collectieve van de zondag te benadrukken. Is het niet bij uitstek de dag om elkaar als gemeenteleden te ontmoeten?

  • Er wordt een verbinding gelegd naar het sociale aspect. In het gebod geldt de rustdag ook voor slaaf, slavin en vee. Hoe kunnen we ook die lijn doortrekken? Is het mogelijk om op zondag ook het diaconale aspect een plaats te geven? Bijvoorbeeld door als jongeren van de gemeente een verzorgingshuis te bezoeken en met de ouderen spelletjes te doen of te zingen?

Boeiend is het pleidooi over het weekend, dat enige tijd geleden door ds. P.L. de Jong werd gehouden. Sociale verplichtingen in familie en vriendenkring kunnen van maandag tot en met vrijdag. Zaterdag is voor het eigen gezin, de sporten en hobby’s of de kleinere kern van familie. Zondag is dan echt de dag voor de gemeente.

Ook vragen over zondagswerk en activiteiten op zondag krijgen hier een plek. Het gaat er niet zozeer om wat wel en niet precies mag, maar hoe de zondag wel die dag blijft met een bijzondere sfeer, persoonlijk en het liefst ook in de samenleving.

  • Dit wordt verbonden met de rest van de week: wat betekent dit van maandag tot en met zaterdag? Welke dingen zijn leidend in ons leven, in onze agenda? Het thema ‘stille tijd’ komt naar voren. Hoe geef je dat vorm en hoe is dat moment ook verbonden met de rest van de dag en de week?

  • Daarnaast is er alle reden om met elkaar een weg te zoeken in de vragen omtrent drukte, stress, het belang van werk en invulling van de vrije tijd. Hier speelt het evenwicht tussen de verschillende aspecten van het leven een belangrijke rol. Het is opvallend hoe kritisch Gerrit de Kruijf (in Ethiek onderweg, p. 39-52) zich uitlaat over het werk als bepaler van je identiteit. Hij benadrukt dat niet je werk je identiteit bepaalt, maar de roeping die God je in dit leven geeft.

Met het oog op de tieners

Voor kinderen en jongeren zou de insteek kunnen zijn: ‘Wat wil je worden?’ Veelal zal er dan geantwoord worden vanuit een bepaalde baan. Maar is het hebben van een bepaalde baan dan zo identiteitsbepalend? Ben je je baan of ben je meer? Er kan gebruik worden gemaakt van een lied van Herman van Veen, dat gaat over je identiteit in de drukte van het leven: ‘Opzij, opzij, opzij…’ Als uitgelegd kan worden dat je identiteit allereerst in je relatie met God ligt, kan de zondag naar voren komen. Die dag besteed je aan de relatie met Hem in het bijzonder. En dat bepaalt je relatie met Hem elke dag. Daarmee krijg je een identiteit die niet stuk kan en te midden van veel drukte echte rust kan geven.

Er hoeft in de preek overigens niet alleen geproblematiseerd te worden als het gaat over werk en zondagsrust. Tieners kunnen ook opgeroepen worden hun werk of studie met vreugde en blijdschap te doen. Het is een zegen om te kunnen werken, het is een zegen als je veel energie hebt om hard te werken. Hun kan voorgehouden worden dat je als christen kunt overwegen juist een stapje harder te lopen voor de baas. Ook dat is een getuigenis. Veel werkgevers ergeren zich aan werknemers die vrij vragen op onhandige momenten, omdat ze voor de zoveelste keer voor de kerk op pad moeten. Welke afwegingen maken we?

Wat betreft de invulling van de zondag: maak de tieners duidelijk wat er op zondag in de kerkdienst gebeurt. Vraag hun of ze verlangen naar verzoening, of ze die nodig hebben, of ze uitkijken naar de ontmoeting met de gemeente. Als ze op zondag God ontmoeten in de dienst, geeft dat rust voor de hele week, wat er ook op de agenda staat.

Met het oog op de kinderen

Voor kinderen is de zondagsinvulling zeker invoelbaar te maken. In welk opzicht is de zondag anders dan de andere dagen? Hoe ziet die dag eruit? Misschien is het een mogelijkheid om jongeren en kinderen te vragen naar hun invulling van de zondag en naar hun gevoelsbeleving daarbij, bijvoorbeeld door middel van een papier met vragen dat wordt uitgereikt en ingevuld aan het begin van de preek. Hoe ziet hun programma op zondag eruit? Wat is hun gevoel daarbij? Hoewel de HC hier niets over zegt, kan het voor kinderen nu wel actueel zijn.

Pastorale aanwijzingen

Mensen hebben heel verschillende ervaringen rond de zondagsbesteding. Er zijn ouderen die zeer warme herinneringen koesteren aan de zondagen vroeger thuis, maar ook die dat totaal niet hebben. Eigenlijk geldt nu hetzelfde. Er zijn gemeenteleden die de zondag als heilzaam ervaren, maar ook die dat gevoel helemaal niet hebben.

De vragen rond werken op zondag komen steeds sterker naar voren. Daarnaast is ook de vraag wat je op zondag voor recreatieve activiteiten doet aan de orde. Denk aan verjaardagsfeestjes, feestjes in een restaurant, sportactiviteiten, enzovoort.

Met het oog op de tieners

Het gebruik van sociale media geeft veel onrust. Het zou boeiend zijn om op zondag te proberen het anders te doen. Anderzijds is hun mobiel voor tieners de navelstreng met de wereld. Het is voor hen een zware opgave om de dag door te komen zonder verbonden te zijn met sociale media. Het vraagt allereerst ook ons begrip, en niet primair onze kritische opmerkingen.

Vragen die bij tieners leven, zijn bijvoorbeeld: Hoe ga je om met een bijbaantje waar je gevraagd wordt om op zondag te komen werken? Hoe ga je om met uitnodigingen voor feestjes of sportactiviteiten op zondag? Men wake voor moralisme.

Met het oog op de kinderen

Kinderen moeten vaak van alles. Het zou mooi zijn als er iets overgebracht kan worden van ‘het hoeft nu niet’. Bedenk ook dat kinderen die naar de kerk gaan, eenlingen kunnen zijn.

Liturgische aanwijzingen

  • Psalm 36:2, 3 (NB); 84; 87; 92; 122.

  • Liedboek voor de Kerken Gezang 320; 321; 323; 326; 328.

Helpende vormen

Het zou mooi zijn als er in de dienst of tijdens een gesprek na de dienst een concrete zondagsplanning kon worden besproken. ‘Hoe besteed jij je zondag? Wat zou je wel anders willen?’ Het is mogelijk verschillende gemeenteleden iets te laten vertellen over hun zondagsbeleving.

Met het oog op tieners

Jongeren zouden elkaar tips kunnen geven over het omgaan met sociale media. ‘Hoe zorg je ervoor dat je niet geleefd wordt door je telefoon? Zou de zondag daar een rol in kunnen spelen?’ Laat tieners concrete afspraken maken. Voor een deel van de tieners is de vraag of ze geleefd worden door de sociale media, een gepasseerd station. Zelf ervaren ze dat niet als een probleem. Laat tieners opschrijven welke concrete afwegingen ze maken bij beslissingen over activiteiten op zondag. Bijvoorbeeld: niet tijdens de kerkdienst, niet in een gelegenheid waar mensen werken, wel als het past in de planning als geheel, wel als anderen ermee gediend zijn.

Met het oog op de kinderen

Laat kinderen er met hun ouders over nadenken hoe de zondag een dag is die echt een andere sfeer en invulling heeft dan andere dagen.

Literatuur

  • J.H. van de Bank e.a. (red.), Kennen en vertrouwen. Handreiking bij de prediking van de Heidelbergse Catechismus. Zoetermeer, 1993, p. 335-343.

  • G. van den Brink en C. van der Kooi, Christelijke dogmatiek. Een inleiding. Zoetermeer, 2012, p. 330-331.

  • Arjan Markus, Heel het leven. 10 regels voor discipelschap. Zoetermeer, 2012, p. 46-55.

  • Gerrit de Kruijf, Ethiek onderweg. Acht adviezen. Zoetermeer, 2008, p. 30-52.

  • G.C. den Hertog, Sabbat en zondag. Enschede, 2009.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken